Buitenlandse concurrentie mist zelfvertrouwen: 'Ook met mondkapje wint Roest'
Nederlands is niet langer de voertaal in Thialf deze winter, op het middenterrein klinkt ook Noors, Russisch of Duits. De Europese schaatstop bereidt zich in Heerenveen voor op de EK allround en sprint, die zaterdag beginnen.
Het is na vier Nederlandse wedstrijden in Thialf de eerste internationale ontmoeting van het seizoen. Hoe staat de buitenlandse concurrentie ervoor?
Behalve Nederland heeft alleen Polen nationale kampioenschappen per afstand, sprint en allround afgewerkt. De meeste schaatsers beginnen aan de EK met nauwelijks wedstrijdritme, als ze überhaupt al veel tijd op het ijs konden doorbrengen.
'Misschien wel beter zonder ijs'
Martina Sábliková lacht erbij als ze vertelt dat ze al maanden geen drie kilometer meer heeft gereden. Een vijf kilometer reed ze zelfs nog helemaal niet. Het is een lach als een boer met kiespijn. "Het schaatsen zal niet heel makkelijk gaan", zegt de vijfvoudig Europees- en wereldkampioene allround.
"Ik stond dit seizoen nog maar dertig dagen op het ijs. Maar misschien ben ik wel heel goed zonder ijs", lacht ze enigszins vertwijfeld.
'Gekkenwerk, heel indrukwekkend'
De voornaamste uitdager van wereldkampioen allround bij de mannen, Patrick Roest, is normaal gesproken de Noor Sverre Lunde Pedersen. Maar ook hij blaakt niet van het zelfvertrouwen.
"Ik zou verbaasd zijn als ik echt topraces rijd. Mijn doel is het podium halen. Ik denk dat Roest zelfs met een mondkapje op zou winnen."
Met verbazing keek Pedersen naar het baanrecord dat Roest eind december op de tien kilometer klokte; diens 12.35,20 was de tweede tijd ooit gereden. "Gekkenwerk was het, heel indrukwekkend. Het wordt moeilijk hem te verslaan."
'Moeilijk om positief te blijven'
Waar Nederlandse schaatsers op de toppen van hun kunnen moesten presteren om de EK te halen, had Sábliková moeite de motivatie voor haar sport vast te houden. "In Tsjechië is geen ijsbaan. Bij thuiskomst (vanuit het Zuid-Duitse Inzell, red.) moesten we steeds in quarantaine."
"In drie maanden kon ik twee keer drie weken niet op het ijs staan, terwijl schaatsers in andere landen gewoon konden trainen. Het was moeilijk positief te blijven."
Trainingen op de racefiets en in het krachthonk met de blik op de Olympische Spelen van Peking hielpen haar door de moeilijke maanden.
"Dit is een seizoen om me daarop voor te bereiden. Ik ben al heel blij dat ik een maand vier keer een wedstrijd kan rijden, tussen de snelste schaatsers te wereld, in een wereld waarin ik de mensen goed ken."
Eigenlijk staat alles in het teken van die Spelen.
Ook Pedersen hield zich vast aan zijn olympische droom. "Ik heb alleen trainingswedstrijden gereden, want tijdens de Noorse afstandskampioenschappen was ik ziek. Minder wedstrijden en meer trainingen dan normaal, het is ingewikkeld daarvoor in vorm te komen."
"Maar het was niet heel moeilijk te blijven trainen, want de Olympische Spelen zijn volgend jaar al. Dat geeft de grootste motivatie. Eigenlijk staat alles in het teken van die Spelen. En de laatste week in deze bubbel (bij de WK afstanden, red.), dat zal mijn beste week worden."
'De koning van het allrounden'
Zowel Sábliková als Pedersen acht zich niet in grootse doen, hoewel ze dit weekeinde geen last hebben van de Nederlanders die zo veel titels voor hun neus wegkaapten: Ireen Wüst en Sven Kramer.
"Ze was er altijd, zonder Ireen is het niet compleet", zegt Sábliková. "Ik weet zeker dat ze zich goed gaat voorbereiden op de WK afstanden. Dat zal voor haar het belangrijkste zijn."
Pedersen: "Kramer is de koning van het allrounden, een grote attractie voor het publiek. Er is altijd een tijd van gaan, maar het zal vreemd zijn dat hij er niet bij is. Allrounden zal niet hetzelfde zijn."
Bekijk hieronder het programma van de EK allround en sprint: