Inside Jemen: cartoonist Alsami tekent door ondanks bedreigingen
Carmen Dorlo
redacteur NOS Online
Carmen Dorlo
redacteur NOS Online
"Ik kan me het moment waarop mijn eerste cartoon in een tijdschrift werd gepubliceerd nog goed herinneren. Ik was zo opgewonden en blij. Zo enthousiast dat ik de dag erna meteen mijn tweede cartoon instuurde. Die werd niet geplaatst. Het heeft een aantal jaren geduurd voordat ik door had waarom dat zo was."
Rashad Alsami is een bekende 41-jarige cartoonist uit Taiz, Jemen. Hij heeft veel prijzen gewonnen met zijn cartoons, maar moest toen hij bekend werd onderduiken. Hij werd bedreigd.
"Die tweede cartoon? Die werd niet geplaatst uit politieke overwegingen. Mijn cartoon bekritiseerde de regering en het tijdschrift was in handen van de overheid. Dat ging natuurlijk niet samen", legt Alsami uit aan de NOS.
Alsami begon toen hij klein was met tekenen. "Het was mijn hobby, maar ik heb nooit lessen genomen. Mijn eerste karikatuur maakte ik toen Amerika Irak binnenviel. Maar die cartoon liet ik alleen aan familie en vrienden zien."
Later, toen in Jemen de oorlog begon, ging hij meer cartoons maken. "Toen merkte ik dat cartoons voor verandering kunnen zorgen. Het is een menselijkere manier om corruptie en sociale problemen aan te pakken. Door de cartoons kan ik een stem geven aan iedereen die slachtoffer is van corruptie en onrecht."
Alsami hoopt door zijn cartoons de aandacht te vestigen op problemen, zodat er meer aandacht komt voor de moeilijkheden in het land. "Het enige nadeel is: hoe beter de cartoon, des te meer mensen zullen lijden."
Want Alsami heeft moeten lijden. Zijn cartoons werden in de loop van de jaren bekender en vaker in tijdschriften en kranten gepubliceerd. Hij kreeg regionale en nationale prijzen voor zijn karikaturen. Maar dat succes had ook een schaduwkant.
Het duurde niet lang voordat Alsami voor het eerst bedreigd werd. "Ik bekritiseerde de toenmalige Jemenitische president in mijn cartoon. Dat leidde tot de eerste bedreigingen. Daarna bekritiseerde ik de Houthi-rebellen. Toen werden de bedreigingen erger."
Zoveel journalisten die ik kende zijn vermoord, ontvoerd of gemarteld.
Dus besloot Alsami onder te duiken. Hij wist namelijk hoe gevaarlijk de situatie was. "Zoveel journalisten die ik kende, zijn vermoord, ontvoerd of gemarteld. Alleen de journalisten die aan de kant van de regering staan, mogen in tijdschriften en kranten publiceren."
Een van zijn collega's werd ook gearresteerd door de regering. "Na een kort onderzoek wilden ze hem vrijlaten. Maar ze besloten om nog even zijn telefoon te checken. Tussen zijn contacten stond mijn naam. Ze besloten om hem nog vast te houden zodat hij meer over mijn locatie zou vertellen. Na een tijdje hadden ze door dat hij alleen een collega van me was en lieten ze hem vrij."
Inmiddels laat Alsami zich niet meer bang maken. "Hoe meer bedreigingen ik krijg, des te meer ik weet dat wat ik doe zin heeft. Het geeft me een geweldig gevoel als een tekening van mij reacties veroorzaakt. Ik heb er alles voor over om de stem van de arme burger te zijn."
Er zijn genoeg arme burgers in Taiz, gaat hij verder. Zo vertelt hij een verhaal over een kind dat een landmijn vond van de Houthi-rebellen en daar vervolgens dagen mee speelde zonder door te hebben hoe gevaarlijk dat was. En over zijn eigen kinderen, die hij wekenlang binnenshuis hield om ze te beschermen tegen de bombardementen.
"Het leven in Taiz is zo moeilijk. Veel van mijn vrienden in de journalistiek zijn heel jong gestorven door een hartaanval. Misschien is het een veelvoorkomend gezondheidsprobleem hier, maar ik denk eigenlijk dat het komt door de stress om de oorlog."