Landbouwakkoord in Denemarken: 15 procent van de landbouwgrond wordt bos
In Denemarken wordt 15 procent van alle landbouwgrond omgezet naar natuur. Dat is afgesproken in een groot landbouwakkoord dat de regering heeft gesloten met boeren- en natuurorganisaties. Ook moeten boeren de stikstofuitstoot gaan terugdringen en een CO2-belasting gaan betalen. Volgens de regering leidt dit akkoord tot de grootste verandering van het landschap in 100 jaar.
De minister die speciaal voor de uitvoering van het akkoord werd aangesteld zegt daarover: "De Deense natuur zal veranderen op een manier die we niet hebben gezien sinds de wetlands in 1864 werden drooggelegd."
In het akkoord staat dat de landbouw de stikstofuitstoot al in 2027 fors moet verminderen met bijna 14.000 ton. De uitstoot zou daarmee in dat jaar een kwart minder zijn dan wanneer er geen maatregelen zouden worden genomen.
CO2-belasting voor boeren
Een noviteit is een belasting op de methaanuitstoot van vee, die CO2-belasting wordt genoemd omdat de uitstoot wordt omgerekend naar eenheden CO2. Vanaf 2030 betalen boeren iets meer dan 16 euro per ton CO2-equivalent. In 2035 gaat het bedrag omhoog naar ruim 40 euro. De CO2-belasting voor boeren is een wereldprimeur.
In Nieuw-Zeeland waren er ook plannen voor zo'n belasting, maar die werden eerder dit jaar door de nieuwe conservatieve regering geschrapt. Voor de Deense industrie geldt al een CO2-belasting.
Verder komt er veel meer bos bij in Denemarken, ten koste van landbouwgrond. In het akkoord staat dat er de komende twintig jaar bijna een miljard bomen worden geplant. Een groot deel van dat bos komt op grond dat nu nog wordt gebruikt voor de landbouw.
De regering trekt zo'n 43 miljard Deense kroon uit (ruim 5,7 miljard euro) voor het opkopen van al die grond. Uiteindelijk moet in 2045 ongeveer 10 procent van het land zijn omgezet in natuur en bos.
Waterkwaliteit flink verslechterd
Ook wordt er flink in de buidel getast voor innovatie in de landbouw. Hoe dat allemaal moet worden betaald, is nog niet duidelijk. De regering houdt er rekening mee dat er de komende jaren wat soepeler moet worden omgegaan met het begrotingsbeleid om daarmee de ontbrekende miljarden te kunnen opbrengen.
Met de maatregelen wil Denemarken de klimaatdoelstellingen halen en de kwaliteit van de natuur en het water verbeteren. De waterkwaliteit in de Deense fjorden en binnenwateren is de afgelopen jaren flink verslechterd.
Dat komt doordat stikstof die in de weilanden en akkers zit uiteindelijk via sloten en beken in de grote wateren terechtkomt. Dat leidt tot vermesting van het water, waardoor het water steeds minder zuurstof bevat en planten en vissen er uiteindelijk niet meer kunnen leven.
Het eiland Bornholm is uitgezonderd van de stikstofvermindering. Dat ligt zo'n 160 kilometer ten oosten van Kopenhagen in de Oostzee. De stikstofneerslag op het eiland komt met name uit Zweden en Duitsland.
Wel wil de Deense regering met die landen in gesprek over de stikstofuitstoot, hoewel de verantwoordelijk minister er nu al een hard hoofd in heeft dat het tot een overeenkomst zal komen.
Denemarken heeft veel landbouwgrond: ongeveer twee derde van het landoppervlak wordt gebruikt voor landbouw. Over dit akkoord is twee jaar gepraat. Het uitgangspunt was een rapport van een adviescommissie die in 2022 concludeerde dat het belasten van boeren de beste en goedkoopste manier was om de stikstofdoelen te halen. In juni werd er al een hoofdlijnenakkoord bereikt door de regering, landbouworganisaties en natuurorganisaties.
Tegenstemmers
Het akkoord wordt breed gedragen in de politiek. Ook de rechts-liberale partij Venstre, die traditioneel opkomt voor de boerenbelangen, steunt de plannen. Vier partijen zijn tegen.
Twee geven geen steun, omdat ze niet verantwoordelijk willen zijn voor een CO2-belasting op de landbouw. De andere tegenstanders vinden het akkoord niet groen genoeg en vinden dat er juist strengere eisen moeten worden gesteld aan de landbouw.