Zeven jaar extra cel geëist in hoger beroep tegen Gökmen T.
Het Openbaar Ministerie heeft in hoger beroep een extra gevangenisstraf van zeven jaar geëist tegen tramschutter Gökmen T. De straf wordt geëist omdat T. zich ernstig misdragen zou hebben in de gevangenis. Hij wordt verdacht van poging tot moord, poging tot zware mishandeling en vernieling.
T. is eerder tot levenslang veroordeeld omdat hij op 18 maart 2019 een aanslag op een tram in Utrecht pleegde. Daarbij werden vier mensen gedood en raakten meerdere mensen gewond. Hiervoor is hij in 2020 veroordeeld.
Pan hete olie
In 2021 zou T. een bewaarder van gevangenis De Schie hebben neergestoken en in datzelfde jaar een pan hete olie naar een andere medewerker van de gevangenis hebben gegooid. Ook zou hij in een recreatieruimte een hardloopband, een airfryer en een fiets hebben vernield.
Eerder is T. al schuldig bevonden hieraan, maar hij kreeg geen extra celstraf opgelegd. De rechter vond dat dit vooral symbolisch zou zijn, omdat T. al levenslang vastzit.
Maar het OM denkt daar dus anders over en vindt dat deze "enorme en beangstigende geweldsexplosies door hun ernst en impact niet onbestraft kunnen blijven." Volgens justitie mag een levenslange gevangenisstraf geen vrijstelling zijn voor het opnieuw plegen van zware strafbare feiten.
Daarnaast benoemt het OM dat een levenslange gevangenisstraf geen zekerheid biedt dat de veroordeelde de rest van zijn leven in de cel zit, omdat diegene in aanmerking kan komen voor re-integratie en ook gratie zou kunnen krijgen.
Verkrachting
In 2020 werd T. ook schuldig bevonden aan verkrachting. Voor dat misdrijf vond de rechtbank een gevangenisstraf wel passend, maar omdat hij op 20 maart dat jaar al tot levenslang was veroordeeld, kon de rechtbank hem niet nog een vrijheidsstraf opleggen. Die kreeg hij niet, maar hij moest wel een schadevergoeding aan het slachtoffer betalen.
Gökmen T. was vandaag niet aanwezig bij de zitting. Het hof in Den Haag doet uitspraak op 27 november.