OV gaat achteruit: de auto is sneller, zelfs in de spits
Mensen die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer zijn steeds langer onderweg naar werk, school, ziekenhuis en andere voorzieningen. Dat geldt vooral voor degenen die in het landelijk gebied wonen of aan de randen van de stad, blijkt uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving: de auto is dan altijd sneller, zelfs in de spits.
Volgens onderzoeker Jeroen Bastiaanssen is de afgelopen jaren vooral ingezet op snelle verbindingen tussen de steden. "Je kan heel snel met de Intercity-treinen tussen de grote kernen reizen, maar het fijnmazige is afgeschaald", vertelde hij vanochtend in het NOS Radio 1 Journaal. "Dat is een trend die al jaren aan de gang is, maar de coronapandemie heeft daar een scheut bovenop gedaan. Toen is het openbaar vervoer op veel plekken afgeschaald en maar in beperkte mate teruggekomen."
Wie niet over een auto beschikt, doet er vaak lang over om een ziekenhuis of polikliniek te bereiken. Uit de analyses blijkt dat 30 procent van de ouderen niet binnen een half uur bij zorg kan komen, en 12 procent niet binnen 45 minuten. Dat geldt zowel voor landelijk, als stedelijk gebied.
Geen auto is meer reistijd
Bastiaanssen denkt dat beleidsmakers zich niet goed genoeg realiseren dat een kwart van de huishoudens in Nederland geen auto heeft. "En als je niet over een auto beschikt, is je reistijd echt aanzienlijk langer dan als je wel in de auto kan stappen, zelfs in de spits. En dan zie je dat vooral lage inkomens hier de dupe van zijn. En jongeren die nog helemaal niet in een auto kunnen rijden."
Ook denkt hij dat veel mensen die wel een auto hebben graag met het openbaar vervoer zouden reizen. "Maar die mogelijkheid moet er dan wel zijn."
Veel bushaltes zijn verplaatst, vanuit de dorpskernen naar de rand van het dorp: "Dan ga je er dus van uit dat mensen wel op de fiets kunnen springen om daarheen te gaan, maar dat geldt natuurlijk niet voor iedereen."
Drie maatregelen
Het Planbureau voor de Leefomgeving ziet drie concrete maatregelen om de bereikbaarheid te verbeteren, zegt Bastiaanssen. "Het ov moet beter bereikbaar worden met de fiets. We moeten beter nadenken waar we voorzieningen zoals ziekenhuizen en scholen neerzetten en bij het bouwen van nieuwbouwwoningen moet beter nagedacht worden of ze goed toegankelijk zijn met het openbaar vervoer."
Met name in de avonden en weekenden is de reistijd flink toegenomen.