Trapt Ten Hag in dezelfde valkuil als Van Gaal bij Barça? 'Zou het nu anders hebben gedaan'
Frank Hettinga
redacteur NOS Sport
Frank Hettinga
redacteur NOS Sport
"Heel eerlijk, als we het nog eens over konden doen, Louis en ik, dan zouden we het, denk ik, toch anders hebben gedaan. Met de kennis van nu."
Zo blikt Gerard van der Lem terug op zijn tijd als assistent-trainer van Louis van Gaal bij Barcelona, eind jaren negentig. Van Gaal zorgde voor een heuse Ajax-reünie in Spanje door maar liefst acht Nederlanders en een Fin (Jari Litmanen) naar Spanje te halen.
Zoals zo vaak herhaalt de geschiedenis zich. Ook trainer Erik ten Hag kiest bij Manchester United voor vertrouwelingen uit zijn eigen netwerk. Onder zijn leiding haalde de club een heel elftal aan spelers die vertrouwd zijn met het Nederlandse voetbal.
Met zes mannen werkte hij al eerder samen bij Ajax of FC Utrecht: Lisandro Martínez, Antony, André Onana, Sofyan Amrabat, Noussair Mazraoui en Matthijs de Ligt.
Nederlandse enclave
Ook Van Gaal greep terug op een zestal Ajacieden: onder anderen Frank en Ronald de Boer en Patrick Kluivert. Zo ontstond er vanaf 1997 een Nederlandse enclave bij Barcelona.
"Ja, wij hadden er flink wat", zegt Van der Lem. "Alleen, het waren wel allemaal topspelers, hè. Ze hadden de Champions League gewonnen, waren wereldkampioen geworden. Dan kom je als een grote meneer binnen. Maar in het geval van Ten Hag: die haalde Tyrell Malacia van Feyenoord. Tja, wie kende Malacia?"
Toch begrijpt Van der Lem de komst van Mazraoui, De Ligt en eerder ook Martínez naar United. "Als je jaren met voetballers hebt samengewerkt, en je hebt vertrouwen in ze, dan denk je dat ze in een andere cultuur ook wel kunnen floreren onder jouw leiding. Dat zal Ten Hag nu ook wel denken. Maar je ziet: die Braziliaan Antony, die heeft het heel moeilijk in de Premier League en daar is toch 100 miljoen voor betaald."
Slimme keuze
Ten Hag hervormde trouwens ook zijn technische staf op z'n Nederlands, met Uniteds clublegende Ruud van Nistelrooij, rechterhand René Hake en keeperstrainer Jelle ten Rouwelaar.
"Vooral Van Nistelrooij is een slimme keuze", zegt Van der Lem. "Die kan natuurlijk voorlopig niks verkeerd doen in Manchester. Dat hadden wij ook in Barcelona met Ronald Koeman als extra assistent."
Neemt niet weg dat Van der Lem misschien maar één enkele speler vanuit de eredivisie mee zou nemen naar de Premier League. "De rest zou ik overlaten aan de scouting."
Waarom? "Spanje en Engeland zijn heel andere voetballanden dan Nederland. De intensiteit is zo verschrikkelijk hoog. Ik vergeleek La Liga altijd met een snelkookpan. Je gooide er 22 spelers in en die renden voor hun leven. In Nederland denk je soms: godverdorie, doe eens een stap extra."
"En het is ook wel gebleken dat eredivisiespelers het een stuk moeilijker krijgen in Engeland." Voorbeelden zijn Hakim Ziyech bij Chelsea en Donny van de Beek en Memphis Depay bij United.
Andere cultuur
Ronald de Boer, die eind jaren negentig twee seizoenen voor Barcelona speelde, nuanceert het verhaal wel een beetje. Ondanks de gelijkenissen. "Ten Hag haalt nog wel buitenlandse spelers als Martínez, Onana en Antony. Ja, ze hebben een Ajax-verleden, maar komen uit een andere cultuur. Dat is in Ten Hags voordeel, denk ik."
"Bij Barcelona ontstond er ook echt een tweede voertaal in de kleedkamer. Al adviseerde Van Gaal ons wel echt om Spaans te spreken, zodat we geen groepjes zouden creëren, of dat de Spanjaarden dachten dat wij over hen zaten te praten. Maar dat kun je moeilijk in stand houden. Als ik iets tegen mijn broer zeg, tja, dan doe je dat niet in het Spaans."
De Boer: "Achteraf denk ik wel: het is zo belangrijk om de club-identiteit te bewaren, met Spaanse spelers, die snappen wat het is om het Barcelona-shirt te dragen, om El Clasico te spelen tegen Real Madrid, om te voetballen voor Catalunya. Dat zorgt er ook voor dat het publiek affiniteit heeft met het elftal. Ja, dat miste in onze tijd wel een beetje. Het was een beetje een overkill, al die Nederlanders."
Van der Lem: "Ik denk ook wel dat de Spaanse spelers, als ze even alleen waren, elkaar hebben aangekeken van: moet dat nou, al die Nederlanders? Zulke voetballers hebben we toch ook wel in Spanje?"
Toch moet gezegd: Barcelona won onder Van Gaal en Van der Lem in het eerste seizoen in 1997/1998 voor het eerst in 39 jaar de dubbel: de Spaanse competitie én beker. "Toen was iedereen nog helemaal vóór de Nederlandse inbreng."
Maar in de Champions League wilde het de eerste twee jaar niet vlotten met een uitschakeling in de groepsfase. Bovendien ruziede Van Gaal veel met de media. Na een seizoen zonder prijzen nam hij in 2000 afscheid: "Vrienden en vriendinnen van de pers. Ik stap op. Gefeliciteerd!"
De Boer: "Als het minder gaat, dan graven journalisten naar oorzaken, en dan komen ze al snel uit bij: te veel Nederlanders. Dus ja, Ten Hag neemt absoluut een risico. Hij moet zich nu continu verantwoorden voor die aankopen. Als het goed gaat, valt niemand erover. Als het slecht gaat, krijg je het te horen: leuk die Nederlandse competitie, maar dit is toch even andere koek."
Dat is ook logisch, vindt Van der Lem. "Je moet dit verhaal langs de meetlat van succes leggen. Dan zeg ik: Ten Hag is nog niet erg gelukkig geweest met al die spelers uit de eredivisie."