Waar Koeman en Van Dijk zuinig zijn, zegt Depay: 'Wil het EK winnen'
Het oogt bij Oranje een beetje tam. Natuurlijk, het duurt nog even voor het EK begint, maar een duidelijke uitstraling van: wij gaan naar Duitsland en pakken die beker is er niet echt.
Totdat Memphis Depay voor de microfoon verschijnt. "Als je al denkt dat we niet ver komen, kun je beter niet komen", spreekt de hongerige spits van het Nederlands elftal, goed voor 44 goals in 90 interlands, aan de rand van het trainingsveld in Zeist.
Hij oogt ontspannen, neemt de tijd, komt makkelijk uit zijn woorden en straalt overtuiging uit. "Ik ben altijd positief. Zo sta ik sowieso in het leven. En ook qua Oranje. We moeten de verwachtingen bij elkaar hoog leggen. We mogen ook realistisch zijn, maar ik denk dat we een goed team hebben."
Realistisch, zuinig of twijfelachtig?
Depay stipt het aan: realistisch zijn. Dat is precies hoe aanvoerder Virgil van Dijk het eerder in de week in Zeist verwoordde, toen hij gevraagd werd naar de verwachtingen van Oranje dit EK.
De twijfel was duidelijk hoorbaar in de zorgvuldig gekozen zinnen van Van Dijk. Hoewel het realisme ergens heel logisch is, Oranje is immers geen favoriet, klonken de woorden toch weinig overtuigend.
Ronald Koeman sloot zich even later aan bij de woorden van Van Dijk. "Ik was het wel met hem eens. Hij was heel reëel en zo staan we er allemaal in. Jullie toch ook wel?", vroeg de bondscoach aan de pers.
Het lijkt erop dat Koeman en zijn spelers de verwachtingen van buitenaf bewust willen temperen. Nogmaals: erg onlogisch is dat niet, maar het staat wel haaks op hoe zijn voorganger dat deed.
"Dat we een grote kans hebben om het WK te winnen, is zeker", sprak Louis van Gaal in 2022 in de pers, alvorens de reis naar Qatar te maken. Of neem Bert van Marwijk, voor het WK 2010: "Wij hebben één doel en dat is de beker." Een garantie voor succes is dat, zo leert de geschiedenis, niet.
'Wij weten hoe het zit'
De coaches probeerden vooral daadkracht uit te stralen. Als ze zelf niet geloven in een rondvaart door de Amsterdamse grachten, doen de spelers dat al helemaal niet. Dat wil trouwens niet zeggen dat Koeman en Van Dijk intern niet uitspreken dat ze geloven in de Europese titel.
"Van binnen weten wij wel hoe het zit", stelt Depay, die zegt de woorden van zijn medespelers en trainer niet te hebben gehoord. "We hebben nu meer ervaring op een eindtoernooi en ik denk dat we het moeten laten zien als het erom gaat."
Dat de verwachtingen van de buitenwereld enigszins laaggespannen zijn, maakt de 30-jarige aanvaller niet uit. "Maar het is wel lekker als men positief is", geeft hij toe. "Dat is uiteindelijk aan ons. Misschien heeft het een wedstrijd of twee nodig."
Depay praat zoals hij voetbalt: vol bravoure. En die eigenschap is van belang voor het Nederlands elftal. Dat heeft hij de afgelopen jaren wel bewezen. In tegenstelling tot tijdens de aanloop naar het WK, voelt Depay zich fit in de voorbereiding. Dat belooft veel.
Temeer, omdat hij deze zomer clubloos is. Zijn wisselvallige periode bij Atlético Madrid zit erop. Het EK is het ideale podium voor Depay om zich weer in de kijker te spelen en te laten zien dat hij nog steeds wedstrijden op hoog niveau kan beslissen.
Prikkelen
"Misschien helpt het ons dit EK dat Memphis een nieuwe club moet zoeken", liet Koeman zich eerder met een knipoog ontvallen. "Je weet ook dat hij mij daarin wil prikkelen, toch?", reageert Depay, die zichzelf niet ziet terugkeren naar de eredivisie.
"Maar daar houd ik me niet mee bezig, dat is voor mij nu niet belangrijk. Ik wil het EK winnen. Daarom zijn we hier bij elkaar gekomen. Als we dat niet willen en daar niet alles voor over hebben, dan zijn we hier tijd aan het verspillen."