Geen geld voor melkpoeder: steeds meer ondervoede kinderen in Afghanistan
Het gaat steeds slechter in Afghanistan. Een groot deel van de bevolking leeft onder de armoedegrens, een aardbeving en de winterkou hebben de situatie van miljoenen mensen verder verslechterd. Ook een gebrek aan voedsel is een groot probleem; dat treft vooral kinderen.
"Er komen meer patiënten vergeleken met eerdere jaren", zegt verpleegkundige Freshan Yaqubi van het Indira Gandhi-kinderziekenhuis in Kabul, het grootste kinderziekenhuis van Afghanistan. Vooral ondervoeding is een steeds vaker voorkomend probleem, zegt Yaqubi, die in een van de zalen wordt omringd door huilende baby's en peuters.
Hejran van zes maanden is een van hen. Hij ligt sinds tien dagen in het ziekenhuis, samen met zijn oma, Rabia. "We hebben niet genoeg geld", zegt zij. "We kunnen ons daarom geen fatsoenlijk melkpoeder veroorloven en moeten hem gewone melk geven."
Yaqubi legt uit dat dit vaak de oorzaak is van ondervoeding bij baby's. Doordat hun moeders ook ondervoed zijn, hebben ze geen borstmelk. Gewone melk veroorzaakt bij jonge baby's diarree, maar speciaal melkpoeder is veel te duur. De prijzen zijn de afgelopen jaren zeker verdrievoudigd en melkpoeder kost nu ruim 6 euro per kilo; een bedrag dat veel families in een week niet bij elkaar kunnen sprokkelen.
"Het is een moeilijke tijd voor ons", zegt Rabia. "Er is geen werk, geen inkomen en er is niets wat we eraan kunnen doen. De vader van Hejran verkoopt soms groenten langs de kant van de weg of hij probeert werk voor een dagloon te vinden."
De Taliban-minister van Gezondheid ontkende onlangs dat er sprake is van een gezondheidscrisis in het land. Bij een bezoek aan Maleisië beweerde hij tegenover een tv-zender dat het regime honderden nieuwe ziekenhuizen heeft gebouwd en dat rapporten over toenemende sterfte van moeders en kinderen 'nep' zijn.
Miljoenen kinderen getroffen
Maar internationale hulporganisaties trekken aan de bel. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie hebben miljoenen Afghanen nauwelijks of geen toegang tot voedsel en gezondheidszorg. Het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties rapporteerde in december dat in Afghanistan 4 miljoen mensen aan acute ondervoeding lijden, onder wie 3,2 miljoen kinderen onder de 5 jaar.
Nog eens 15,8 miljoen Afghanen hebben onvoldoende eten en 23,7 miljoen mensen (meer dan de helft van de bevolking) hebben humanitaire hulp nodig om te overleven, becijferde VN-organisatie OCHA vorige maand. Zeker 85 procent van de mensen leeft onder de armoedegrens, zegt het Rode Kruis.
Afghanistan was al arm en de economie, grotendeels afhankelijk van hulpgeld, stortte volledig in met het plotselinge vertrek van de NAVO-troepen in 2021.
Kou, aardbeving, uitzettingen
Verder wordt de crisis elk jaar versterkt door de kou in de winter. Mensen moeten vaak kiezen tussen verwarming of eten en voedselhulp bereikt besneeuwde gebieden moeilijker. Brandstof wordt duurder. Door de wereldwijde inflatie is voedsel ook in Afghanistan duurder geworden.
Het afgelopen halfjaar kwam daar de zware aardbeving in Herat bovenop, waarbij naar schatting 2000 mensen omkwamen en tienduizenden mensen hun huis kwijtraakten. Verder ging Pakistan over tot een grootschalige uitzetting van Afghanen. Sinds september vorig jaar arriveerden een half miljoen mensen in Afghanistan, die geen van allen een woning of inkomsten hebben. Het Rode Kruis spreekt van een stille humanitaire ramp.
In het kinderziekenhuis in Kabul komen patiënten uit heel Afghanistan, vooral uit afgelegen gebieden waar geen of weinig gezondheidszorg is. De ernstigste gevallen kunnen daar een week tot een maand terecht, tot ze zijn aangesterkt. Ook biedt het ziekenhuis advies en voedselsupplementen aan duizend kinderen per dag die niet zijn opgenomen.
Geen geld voor privéziekenhuizen
De aantallen zijn hoger dan het ziekenhuis aankan, vertelt verpleegkundige Yaqubi. "De armoede is groot en mensen hebben geen geld voor privéziekenhuizen. Daarom komen ze uit het hele land naar dit overheidsziekenhuis waar de behandelingen gratis zijn. Zoals je ziet, liggen er in elk bed twee kinderen", zegt ze. "Voor 30 tot 35 patiënten hebben we maar één verpleegkundige. Er zijn allerlei problemen door een gebrek aan personeel."
Door de crisis is het dweilen met de kraan open. "Nadat de kinderen zijn aangesterkt, sturen we ze terug naar huis. We adviseren de ouders om de kinderen met melkpoeder te voeden. Maar vanwege hun financiële situatie houden ze dat niet vol en na een maand of twee komen ze terug met dezelfde problemen. Sommige patiënten zijn hier voor de tweede of derde keer."