NOS Voetbal

Vijftien maanden na stadionramp is Indonesië weer trots: 'Ons voetbal koesteren'

  • Bas de Wit

  • Bas de Wit

Even had het Indonesische voetbal niets meer om trots op te zijn. De ramp die zich op 1 oktober 2022 in het stadion van Arema FC afspeelde, verwoestte niet alleen talloze mensenlevens, maar ook de reputatie van een voetbalnatie in ontwikkeling.

Nu, vijftien maanden later, staat het Indonesische elftal op de Azië Cup in Qatar. Voor het eerst sinds 2007, toen het toernooi in eigen land werd georganiseerd. Tegen Irak, Japan en Vietnam kan het land zich aan de wereld tonen.

Het is een hap frisse lucht voor de miljoenen Indonesische voetballiefhebbers. De nasleep van de gebeurtenissen in het Kanjuruhan-stadion was namelijk lang en zwaar.

Voetbal wankelt

Dat zag ook Marc Klok, speler van Persib Bandung en onderdeel van de Indonesische nationale selectie bij de Azië Cup.

Tijdens de competitiewedstrijd tussen rivalen Arema en Persebaya braken rellen uit. Supporters bestormden het veld, waarop de politie met traangas spoot. Er brak massale paniek uit. Mensen probeerden weg te vluchten, maar kwamen in de verdrukking.

135 mensen, onder wie veel kinderen, kwamen om het leven.

2022: doden bij rellen na voetbalwedstrijd: 'We kunnen dit niet langer hebben in de toekomst'

"Het was een enorme shock", blikt Klok vanuit Qatar terug. "Bij het eerste bericht dacht ik gek genoeg nog dat het misschien wel meeviel. Gewelddadige incidenten zijn, hoe bizar dat ook is, nou eenmaal onderdeel van het Indonesische voetbal."

"Maar ik begon al snel in te zien wat de omvang van de ramp was. En je merkte dat het de hele wereld over ging. Ik vroeg me daarna ook echt af: wat gaat er met ons voetbal gebeuren?"

De doden werden geteld. Herdenkingen werden gehouden. De gehele voetbalwereld sprak zijn afschuw uit en riep op tot veranderingen. Wereldvoetbalbond FIFA dreigde met straffen en uiteindelijk werd de competitie midden in het seizoen stilgelegd.

Opkrabbelen

De klap van de stadionramp kwam op het moment dat het nationale voetbal net was opgekrabbeld uit de coronacrisis. In weinig landen lag de competitie zó lang stil als in Indonesië. Net toen profspelers weer aan het werk konden, moesten ze hun voetbalschoenen weer opbergen.

Spandoeken in reactie op de stadionramp in Malang, Indonesië

Maar na een paar weken kwam er weer wat licht aan het einde van de tunnel. Erick Thohir, een machtig zakenman die ooit het Italiaanse Internazionale in handen had, bemiddelde tussen de partijen. Uiteindelijk werd het voetbal na een pauze van een maand hervat en werden er hervormingen doorgevoerd.

"Dat heeft ons toen gered", zegt Klok. "De FIFA besloot ons niet verder te bestraffen, maar juist samen aan de toekomst te gaan bouwen richting iets positiefs."

Echte profs

Het voetbal kwam weer op gang. En Indonesië plaatste zich voor de Azië Cup door in de kwalificatie af te rekenen met Koeweit en Nepal.

Ondertussen werd de Indonesische nationale ploeg versterkt met een heel stel genaturaliseerde spelers. Onder hen de in Nederland geboren Klok, Ivar Jenner, Rafael Struick, Shayne Pattynama en Justin Hubner.

De kans dat Indonesië de groepsfase van de Azië Cup overleeft, is minimaal, hoewel ook de beste vier nummers drie uit de poule doorgaan.

"We hebben het jongste team van de hele Azië Cup", vertelt Klok. "Dus het gaat heel erg zwaar worden voor ons. De volgende ronde halen zou een megaprestatie zijn. Dat weten mensen in Indonesië ook: die zijn gepassioneerd, maar ook realistisch."

Koesteren

En dus wil men ook gewoon genieten van het toernooi op zich. En in Qatar kan een volgende stap in de ontwikkeling van het nationale voetbal worden gezet.

"Er is in de afgelopen jaren al een hoop verbeterd rondom ons team. Toen ik erbij kwam, was het best een zooitje ongeregeld. Nu zijn de faciliteiten verbeterd en heerst er wat meer internationale allure rond het elftal. Je voelt je nu echt een prof."

Klok (links) op trainingskamp in Turkije, kort voor de start van de Azië Cup

Maar toch: er moet nog heel veel gebeuren, wil het Indonesisch elftal ooit echt potten gaan breken. "Daarom is het ook heel goed dat we er nu bij zijn. We kunnen hier zien hoe toplanden als Japan, Zuid-Korea en Iran het met hun nationale elftal aanpakken. Dat geeft een ander referentiekader."

Klok hoopt dat de lessen van de Azië Cup mee naar huis worden genomen. "Denk aan de faciliteiten die je hier hebt. Dat hebben we in Indonesië nog nooit gezien. Dan zullen mensen toch denken: we doen iets verkeerd, laten we dit ook proberen te bewerkstelligen."

Het is een proces van jaren, van de (heel) lange termijn. Voor nu is het al fijn dat er na de pijn van Kanjuruhan weer iets te vieren valt. "Het belangrijkste is dat er besef is gekomen dat we met ons voetbal iets heel waardevols in handen hebben. Dat we dat moeten koesteren. Men wilde van negatief naar positief: we willen in het nieuws komen met mooie dingen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl