Toezichthouder politie Indonesië: inzet traangas in stadion was fout
De politie had nooit traangas mogen inzetten in het Kanjuruhan-voetbalstadion, waar afgelopen weekend 125 mensen om het leven zijn gekomen door verdrukking en verstikking. De interne toezichthouder van de Indonesische politie heeft dat gezegd.
Tegen tientallen betrokken agenten is inmiddels een onderzoek gestart. Zeker negen van hen zijn voorlopig geschorst. Een lokale politiechef is overgeplaatst. De nationale voetbalbond heeft twee hooggeplaatste personen binnen voetbalclub FC Arema geroyeerd vanwege het drama in de stad Malang op Oost-Java.
De tragedie gebeurde zaterdagavond nadat de thuisploeg een nederlaag had geleden tegen een rivaliserende club. Fans bestormden het veld en bekogelden agenten. De politie greep hardhandig in en vuurde traangas af, ook op de tribunes.
In de paniek die volgde, kwamen vele tientallen mensen om het leven:
Ruim 300 mensen raakten gewond. Zeker 33 van de dodelijke slachtoffers waren minderjarig. De jongste was 3 jaar oud. Er is forse kritiek geuit op het optreden van de politie.
'Geen bevel toe gegeven'
Volgens de Nationale Politie Commissie is er nooit bevel gegeven om traangasgranaten af te vuren in het stadion. Het zou alleen de bedoeling zijn geweest dit middel in te zetten tegen relschoppers buiten het gebouw.
"Er zijn vermoedens over het negeren van instructies", citeert persbureau Reuters een NPC-functionaris. De politie zelf wilde gisteren geen antwoord geven op de vraag of men wist dat de inzet van traangas in stadions verboden is door de wereldvoetbalbond FIFA.
Politie spreekt ooggetuigen tegen
De focus van het onderzoek ligt onder meer op beveiligingsbeelden van de uitgangen van het stadion. Zes van de veertien uitgangen waar de meeste slachtoffers vielen, waren volgens de politie geopend op het moment dat er paniek uitbrak. Alleen konden er slechts twee mensen per keer doorheen, zo zegt een woordvoerder, waardoor de passages overbelast werden.
Maar sommige overlevenden spreken de lezing van de politie tegen. "We wilden wel ontsnappen, maar de deur was dicht. Daarom zijn zo veel mensen gestorven", zegt de 32-jarige Prasetyo Pujiono tegen persbureau AP. "Ze gilden dat ze geen lucht meer kregen en dat hun ogen pijn deden, dat herinner ik me."
Pujiono zat zaterdagavond in de buurt van uitgang nummer 13. AP meldt dat meer overlevenden zeggen dat deze deur op slot zat. Uiteindelijk is een raam naast deze uitgang opengebroken, zo is te zien op foto's van persfotografen.
Nabestaanden willen dat de onderste steen boven komt. Er zijn diverse onderzoeken aangekondigd of al in gang gezet. Mensenrechtenorganisaties zijn bezorgd dat hoge verantwoordelijken uit de wind zullen worden gehouden.