Wiegman geeft inkijkje in coach zijn: 'Een goede leider is vooral een verbinder'
Sarina Wiegman wil winnen, laat dat duidelijk zijn. Maar als ze wint, dan wel op haar manier. De bondscoach in het vrouwenvoetbal leidde twee keer een team naar EK-goud: Nederland in 2017 en Engeland in 2022. En ze leverde een historische prestatie door met twee verschillende landen de WK-finale te halen.
Komende donderdag komt haar boek What It Takes uit, over haar leven en haar coachingsfilosofie. Wat maakt haar als leider zo succesvol?
"Het gaat allereerst om presteren", zegt Wiegman stellig. Maar dat is niet het enige. "Het gaat ook om het verbeteren van de positie van vrouwen."
Dat doet ze allereerst binnen haar team. Zo wilde ze toen ze bondscoach van Engeland werd per se een sportpsycholoog in de staf. Voor de speelsters, maar ook om de begeleiding te wijzen op zaken die je anders zouden kunnen ontgaan.
Je durven uitspreken
Ook naar buiten toe wil ze haar podium gebruiken om mensen verder te brengen.
Toen ze onlangs voor de derde keer de prijs voor UEFA-coach van het jaar kreeg, refereerde ze in haar dankwoord aan de omstreden kus na de WK-finale. "We weten allemaal wat er nu gaande is met het Spaanse elftal. Dat raakt me enorm. Als trainer, als moeder van twee dochters, als vrouw en als mens."
Ze vond het spannend zich uit te spreken. "Ik had dit vijf jaar geleden niet gedurfd. Ik ben nooit coach geworden om deze rol te krijgen, maar je groeit erin en het wordt van je verwacht dat je je uitspreekt."
Train je brein
Om te weten welke kernkwaliteiten een goed leider moet bezitten, verslond ze managementboeken en interviews met collega-coaches. Aandacht hebben voor de persoon achter de speler leerde ze van het 'totale-mens-principe' van bondscoach Louis van Gaal.
Mentale training zou altijd onderdeel van het programma moeten zijn, vind ik.
"Er gebeurt zo veel in je brein. Dat stuurt alles aan. Dit kun je trainen, net zoals je een schot op doel traint. Mentale training zou altijd onderdeel van het programma moeten zijn, vind ik."
Ook gesprekken met collega-bondscoaches bij het NOC*NSF inspireerden haar. "Andere teamsporten, maar wel met gelijkgestemden."
Zo ontdekte de Haagse welke stijl van leidinggeven bij haar past en legde ze de basis voor haar eigen coachingsfilosofie. "Ik geloof dat je het samen moet doen. Een goede leider is vooral een verbinder. Die brengt mensen bij elkaar met wie je kwaliteit kan leveren of samen dingen voor elkaar kan krijgen. Daar begint het mee."
Kernteam van verbinders
Zelf leunt ze al jaren op dezelfde personen: haar assistent Arjan Veurink "voor de voetbaltechnische kant" en Anja van Ginhoven, "die het zakelijke bewaakt".
Ze werkte met hen als bondscoach van de Nederlandse voetbalsters en nam beiden mee toen ze door Engeland werd aangesteld. "We kunnen op elkaar bouwen en elkaar vertrouwen. Zij zijn net als ik verbinders. Mensen vertellen wat ze moeten doen, werkt niet, is mijn ervaring."
Hoe zorgt ze ervoor dat het een goed huwelijk blijft? "Altijd kritisch naar elkaar blijven. Dat lijkt een gevaar als je elkaar zo goed kent, maar het gaat om presteren, dus moet je dingen benoemen zoals ze zijn, zodat iedereen beter wordt."
Helikopterview
Als je zo veel wint, kan je dan nog wel beter worden? Ja, zegt ze zonder omhaal.
Haar eigen leerproces is geweest om afstand te durven nemen: minder hoofd, meer hart. "Je bent als coach altijd aan het plannen en voorbereiden, maar daarna moet je terug naar je gevoel. Ik denk dat je als leider veel moet durven delegeren, zodat je de ruimte hebt om te observeren."
"Die helikopterview helpt je om naar je intuïtie te luisteren. Zodat je de juiste vraag kunt stellen op het juiste moment. Daar heb ik me in ontwikkeld."