Ouderen willen wel verhuizen, maar waarheen?
In iedere stad en ieder dorp een straat erbij. Die conclusie van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) wordt door politici geregeld aangehaald als oplossing voor het tekort van 390.000 woningen in Nederland. Vaak wordt er ook gekeken naar de groeiende groep ouderen: als die verhuizen naar een kleinere woning leidt dat tot een reeks aan verhuizingen.
Want in de vrijgekomen woning kan een jong gezin terecht, dat een appartement achterlaat dat beschikbaar komt voor starters, die op hun beurt weer een studentenwoning verlaten, zo is de gedachte.
"Bouwen voor ouderen is verstandig, vanwege de doorstroming help je twee keer zoveel mensen aan een woning", zegt Hans Adriani. Hij is 'Bestuurlijk aanjager Wonen Welzijn Zorg voor ouderen'. In de verkiezingsprogramma's van verschillende partijen wordt gepleit voor meer en betere huisvesting voor ouderen.
Honderdduizenden woningen voor ouderen
De demissionaire ministers De Jonge (Volkshuisvesting) en Helder (Langdurige Zorg) presenteerden een klein jaar geleden een plan om de doorstroming van ouderen naar een kleinere woning op gang te krijgen.
Tot 2030 moeten voor deze doelgroep 290.000 nieuwe woningen worden gebouwd: 'nultredenwoningen' (zonder drempels of trappen), seniorenhofjes en woningen waar mensen met bijvoorbeeld dementie verpleegzorg kunnen krijgen. Deze woningen vormen bijna een derde van alle woningen die in die periode gebouwd moeten worden, al lijkt nu al zeker dat dat aantal niet gehaald gaat worden.
De bouw van op ouderen gerichte woningen komt alleen nog niet van de grond, merkt ook Adriani. Bouwen of verbouwen voor ouderen is vaak complexer en duurder dan reguliere woningen, oplopend tot zo'n 20.000 euro per woning. Ze moeten bijvoorbeeld gelijkvloers zijn en eenvoudig aan te passen voor zorgtaken.
Ouderen willen niet verhuizen
Toch is bouwen voor ouderen niet zo ingewikkeld als veel gemeenten denken, meent Adriani. "Je moet het willen, zeggen dat je het wil en vervolgens gewoon doen." Hij ziet ook steeds meer bewustwording. "Een paar jaar geleden had nog maar één op de drie gemeenten oog voor seniorenwoningen, tegenwoordig staat het bij vrijwel alle gemeenten op de agenda."
Bij de presentatie van het plan van de ministers was al duidelijk dat lang niet alle ouderen staan te springen om te verhuizen. Wanneer de kinderen de deur uit zijn, blijven ze graag in hun vertrouwde (koop)huis wonen, waarvan de hypotheek vaak grotendeels is afgelost. Ze voelen er weinig voor om hun wijk te verlaten en vaak is er in de buurt ook geen geschikt, betaalbaar appartement te vinden.
'Knarrenhof'
Dat laatste is het geval in het Zuid-Hollandse dorp Woubrugge. Daar woont de 70-jarige Mia Hoes nu nog alleen in een eengezinswoning. Zij wil wel graag plaatsmaken, maar (geschikte) appartementen zijn volgens haar niet te vinden in Woubrugge. Verhuizen naar een andere regio is voor haar geen optie. "Mijn kinderen, vrienden, mijn hele sociale netwerk zijn hier."
Daarom probeert ze samen met twee andere ouderen uit de buurt in Woubrugge een 'Knarrenhof' van de grond te krijgen. Daar wonen senioren bij elkaar, zodat zij gemakkelijker het sociale contact kunnen opzoeken en elkaar in de gaten kunnen houden.
Hoewel ze er al jaren mee bezig zijn, is het slaan van de eerste paal nog ver weg. "Je moet in herhaling treden bij de politiek, het voelt soms als praten tegen een muur", zegt Hoes. Bij de initiatiefgroep hebben zich volgens Hoes zo'n tachtig tot negentig geïnteresseerden gemeld.
Wij snappen dat we niet zomaar overal mogen bouwen, maar dat beleid zit als een soort krimpfolie om ons heen.
Meerdere locaties die de initiatiefnemers op het oog hebben, zoals een school die gesloopt wordt en een verouderd kassencomplex aan de rand van het dorp, vallen vooralsnog af. Zo moet de schoollocatie verplicht worden aanbesteed en bij het kassencomplex geeft de provincie Zuid-Holland volgens de gemeente geen toestemming.
Dat komt omdat het buiten het gebied ligt waar gebouwd mag worden, zegt verantwoordelijk wethouder Kistemaker. "Wij snappen dat we niet zomaar overal mogen bouwen, maar dat beleid zit als een soort krimpfolie om ons heen. Hugo de Jonge kan wel zeggen dat in elke stad en dorp een straat erbij moet komen, maar zo makkelijk gaat dat in de praktijk niet."
Aardige buren
Volgens de wethouder is de ruimte in de gemeente Kaag en Braassem beperkt. "Aan wie moeten we voorrang geven? Dat is wel een vraagstuk. In gesprekken met bewoners hoor ik dat starters de allergrootste problemen hebben op de huizenmarkt. Als we direct starterswoningen laten bouwen, weet ik zeker dat die naar hen gaan."
De initiatiefnemers van het ouderenhofje benadrukken dat het project tot doorstroming leidt. Kistemaker wijst erop dat zijn gemeente dicht bij Leiden ligt, waar de concurrentie op de huizenmarkt groot is. "Huizenzoekers kijken natuurlijk naar de directe omgeving van de stad, ook bij ons. Misschien kopen Leidenaren de vrijkomende woningen wel."
Recent hebben de initiatiefnemers besloten om hun plannen te verbreden naar een 'meergeneratiehof', bedoeld voor mensen van 19 tot 109 jaar. "Hier helpt men aardige buren waar nodig. Niet met zorg, maar met aandacht", aldus de website van Knarrenhof.
Wethouder Kistemaker vindt dat de initiatiefnemers hun plannen concreet moeten maken en moeten meedoen met de aanbesteding. "Dan zal het beste en meest geschikte project winnen, daar ben ik van overtuigd."