Kabinet wil dat ouderen verhuizen, maar niet naar het verpleeghuis
Het kabinet wil ouderen overhalen om te verhuizen naar kleinere woningen die beter aangepast zijn op hun leeftijd. Daarvoor moeten er tot 2030 voor deze doelgroep 290.000 nieuwe woningen worden gebouwd. Het gaat om zogeheten 'nultredenwoningen' zonder drempels of trappen, seniorenhofjes met veel sociaal contact en woningen waar mensen met bijvoorbeeld dementie verpleegzorg kunnen krijgen.
De ministers De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en Helder voor Langdurige Zorg hebben een veelomvattend plan gepresenteerd om de doorstroming van ouderen naar een kleinere woning op gang te brengen. "Want als een oudere een eengezinswoning achterlaat, biedt dat ruimte voor een gezin om daarnaartoe te verhuizen", aldus De Jonge. "En dat zorgt weer voor een vrije plek voor een starter."
De noodzaak van leeftijdsbestendige woonvormen wordt de komende jaren steeds urgenter, redeneren de ministers. Nu zijn er nog 3,5 miljoen Nederlanders boven de 65 jaar, dat worden er 4,8 miljoen in 2040.
Ouderen staan niet te springen
Probleem is wel dat ouderen over het algemeen niet staan te springen om te verhuizen. Na het uitvliegen van hun kinderen blijven ze graag in hun vertrouwde koophuis wonen, waarvan de hypotheek meestal grotendeels is afgelost. Ze voelen er niets voor om hun oude wijk te verlaten en vaak is er in de buurt ook geen geschikt, betaalbaar appartement te vinden.
Uit onderzoek blijkt dat op dit moment maar 17 procent van de ouderen overweegt te verhuizen. Daarmee wordt het voor het kabinet een behoorlijk klus om die gewenste doorstroming te regelen. Toch geloven De Jonge en Helder dat een verhuizing naar een beter geschikte woning aantrekkelijker gemaakt kan worden.
Verpleeghuis te duur
Nu vertrekken ouderen vaak pas als thuis blijven wonen echt niet meer gaat, ondanks uitgebreide thuiszorg en mantelzorg. Een verpleeghuis is dan vaak de enige optie. Maar het kabinet wil zoveel mogelijk voorkomen dat ouderen in zo'n verpleeghuis terechtkomen. Dat kost het Rijk te veel geld en er is ook in de toekomst te weinig personeel, voorspellen de ministers.
Daarom komen er ook niet structureel verpleeghuisplekken bij. De capaciteit in die instellingen blijft constant op 130.000, en die plekken zijn alleen nog voor mensen die zeer zware zorg nodig hebben.
Voor de mensen die niet de allerzwaarste zorg nodig hebben worden er 40.000 geclusterde woningen gebouwd, is het doel. De helft daarvan is bedoeld voor dementerende ouderen. Die wonen daar zelfstandig, maar wel in een gezamenlijk complex dat is aangepast voor mensen met die aandoening.
Zo zijn er verduisterende gordijnen voor het dag-nachtritme, zijn de deuren en ruimten duidelijk herkenbaar en is er veel aandacht voor de veiligheid. Wonen en zorg zijn er 'financieel gescheiden'. Dat wil zeggen dat de bewoners gewoon huur betalen, en intensieve zorg ontvangen van buiten het wooncomplex.
Verhuiscoaches
Om zoveel mogelijk ouderen vrijwillig te laten verhuizen naar een beter geschikte woning, komt er een grote voorlichtingscampagne. Speciale verhuiscoaches en seniorenmakelaars worden ingezet om mensen te wijzen op de voordelen.
Ook de leefomgeving van ouderen wordt aangepakt. De buurt moet toegankelijk zijn, er moeten voldoende voorzieningen dicht bij huis zijn en de omgeving moet uitnodigen tot bewegen en ontmoetingen, staat in de plannen.