Advies: Sri Lankaanse adoptiezaak tegen Nederlandse Staat moet over
De zaak over de onrechtmatige adoptie van Dilani Butink uit Sri Lanka in 1992 moet over. Dat adviseert de advocaat-generaal aan de Hoge Raad. Daarmee zou het eerdere vonnis van het hof worden vernietigd.
De geadopteerde Butink hoopte een schadevergoeding en erkenning af te dwingen tot aan de hoogste rechter, maar dat staat nu op losse schroeven.
Het hof had Butink in 2022 gelijk gegeven en geoordeeld dat de Staat beter had moeten controleren of adopties uit Sri Lanka wel goed verliepen. Volgens de advocaat-generaal is het hof echter niet genoeg ingegaan op bezwaren van de Staat dat de signalen over misstanden geen betrekking hadden op deze zaak.
De Hoge Raad komt naar verwachting op 19 april 2024 met een definitieve uitspraak. In het merendeel van de zaken neemt de Hoge Raad de conclusie van de advocaat-generaal over, maar dat is niet altijd het geval.
Valse papieren
De zaak die Butink heeft aangespannen gaat over wat de Staat en adoptiebureaus hadden kunnen en moeten weten over adopties in Sri Lanka. Butink kwam er bij de zoektocht naar haar biologische ouders achter dat de papieren niet klopten. Zo bleek onder andere haar 'papieren' moeder niet te bestaan, waardoor haar zoektocht vastliep.
"Destijds bestond niet de verplichting voor adoptiebemiddelingsorganisaties om de gegevens die door buitenlandse instanties werden verstrekt, te controleren", schrijft de advocaat-generaal nu. Volgens de wet mocht een adoptiebemiddelingsbureau afgaan op informatie van de Sri Lankaanse overheid.
Opvallend is dat het hof in 2022 juist oordeelde dat de Staat had kunnen weten dat er veel dingen misgingen bij de adoptie van kinderen uit Sri Lanka. Daarom had de Staat volgens het hof actief moeten controleren of alles klopte.
Al in de jaren tachtig waren er signalen dat er veel misging bij de adoptie van kinderen uit Sri Lanka. Kranten berichtten over het bestaan van "babyfarms en gesjoemel met papieren".
Vernietigend rapport
Ook de commissie-Joustra stelde in 2021 in een vernietigend rapport over de adoptiepraktijk van kinderen uit andere landen dat de Staat nalatig had gehandeld. Toenmalig minister Dekker erkende deze fouten en bood excuses aan. "De Nederlandse overheid is tekortgeschoten door jarenlang weg te kijken van misstanden bij interlandelijke adoptie en hier niet op in te grijpen." Na het rapport werden interlandelijke adopties tijdelijk stopgezet.
De rechtbank behandelde de zaak eerst niet omdat deze was verjaard. Na het snoeiharde rapport van Joustra besloot de Staat dit argument te laten vallen.
Het advies van vandaag is een van de laatste wapenfeiten in een jarenlange juridische strijd. Tot grote frustratie en verdriet van Butink besloot minister Weerwind om om "juridische redenen" in cassatie te gaan. Volgens Weerwind is een uitspraak van de Hoge Raad nodig om de verantwoordelijkheid van de Staat in individuele adoptiegevallen vast te stellen.
Ontzettend teleurgesteld
Dilani Butink reageert ontsteld op het nieuws. "Ik ben heel teleurgesteld, ik hoopte dat na 5,5 jaar de strijd bijna klaar zou zijn en nu zit ik weer in onzekerheid. Ik krijg ook veel berichten van geadopteerden die zich afvragen wat dit voor hen betekent. De juridische erkenning dat de overheid toen fouten heeft gemaakt is belangrijk voor ons."
Ze wil een civiele procedure beginnen om een schadevergoeding te eisen van de Staat. Daarmee wil ze onder andere de kosten dekken van haar zoektocht naar haar biologische ouders. Ook pleit ze voor een dna-bank voor geadopteerden uit Sri Lanka. Dat lijkt nu ver weg.