Vermoedelijke dader van de aanslag in Brussel jarenlang in beeld bij autoriteiten
De dag na de dodelijke aanslag in Brussel wordt steeds meer bekend over de vermoedelijke dader. De 45-jarige Abdesalem L. uit Tunesië wordt ervan verdacht gisteravond twee Zweden te hebben doodgeschoten en een andere man te hebben verwond.
De dodelijk slachtoffers waren twee mannen van in de zestig en in de zeventig, melden Zweedse media. De verwonde man is ook in de zeventig.
Vanochtend werd Abdesalem L. doodgeschoten nadat een getuige hem had zien zitten in een café in de Brusselse wijk Schaarbeek. Duidelijk is dat L. al langer illegaal in België verbleef. Hij woonde met zijn vrouw en dochter in een appartement in Schaarbeek.
In november 2019 vroeg hij asiel aan, maar dat verzoek werd in oktober 2020 afgewezen. Daarna verdween de man van de radar. Hij moest eigenlijk het land verlaten en was uit het gemeenteregister geschrapt. Maar de autoriteiten konden hem nooit terugsturen, omdat er geen officieel adres van hem bekend was. Hij heeft ook nooit in een opvangcentrum gezeten.
De man was toen al een bekende van de veiligheidsdiensten vanwege verdenkingen van mensenhandel, illegaal verblijf in België en bedreiging tegen de staat. Maar hij stond niet op een terreurlijst.
Signalen
Twee keer bereikte de autoriteiten een signaal dat de man zou zijn geradicaliseerd. In 2016 ontving België informatie van een buitenlandse politiedienst dat de man een geradicaliseerd profiel had en dat hij voor de jihad wilde afreizen naar een conflictzone. Die informatie is toen onderzocht en er kon volgens justitie niets mee worden gedaan.
"Dat soort meldingen was toen, zeker in die periode rond de terreurcrisis, legio", legt minister Van Quickenborne van Justitie uit, verwijzend naar het jaar waarin aanslagen werden gepleegd op onder meer luchthaven Zaventem en metrostation Maalbeek in Brussel. "Er waren tientallen meldingen per dag van die aard. Er waren geen concrete aanwijzingen van radicalisering en de man stond daarom ook niet op de terreurlijst."
Dit jaar kwam L. nog een keer in beeld. Een man uit een asielzoekerscentrum zei door hem te zijn bedreigd. Hij deed daarvan aangifte en voegde daaraan toe dat de man in Tunesië zou zijn veroordeeld voor terrorisme. Volgens Van Quickenborne bleek uit gegevens van de Belgische veiligheidsdiensten dat dat niet klopte. L. zou wel zijn vervolgd voor andere feiten in zijn thuisland.
Joint Information Centre
Op basis van die informatie besloot de politie afgelopen zondag nog om een zogenoemd Joint Information Centre te openen voor L. Dat is een overlegorgaan dat de Belgische overheid na de aanslagen van maart 2016 in België in het leven heeft geroepen.
Bij concrete informatie over terroristisch gevaar wordt alle informatie over een persoon samengevoegd en kijkt de overheid welke maatregelen door welke instanties moeten worden genomen. Het overleg stond volgens Van Quickenborne gepland voor vandaag.
Maar een dag ervoor, gisteravond, sloeg de man dus toe. Met een automatisch wapen schoot hij in Brussel twee mensen dood.
In een video die daarna verscheen eiste de man de aanslag op. Hij zei daarbij te zijn geïnspireerd door terreurgroep Islamitische Staat. Ook haalde hij de Zweedse nationaliteit van de slachtoffers aan als motief. Volgens de Zweedse premier Kristersson is de man eerder meerdere keren in Zweden geweest, maar hij was daar niet bij de politie bekend.
Deze zomer waren er in Zweden meerdere koranverbrandingen, die leidden tot felle kritiek, protesten en bedreigingen in islamitische landen. Of die koranverbrandingen de schutter in Brussel hebben gemotiveerd, is onduidelijk.
Conflict tussen Hamas en Israël
Ook is onduidelijk of de oorlog tussen Israël en Hamas een rol heeft gespeeld. De man heeft op zijn Facebookprofiel een aantal steunbetuigingen gedeeld voor moslims in Gaza.
Daarnaast uitte hij zijn verontwaardiging over de recente moord op een 6-jarig Palestijns-Amerikaans jongetje in de Amerikaanse stad Chicago. Hij werd doodgestoken door de huisbaas, die zei dat hij de jongen en zijn moeder had belaagd vanwege hun islamitische geloof en als reactie op de recente aanval van Hamas op Israël.
Het Nationaal Crisiscentrum zei gisteren dat er geen aanwijzingen zijn dat de aanslag in Brussel verband houdt met de oorlog tussen Israël en Hamas, maar inmiddels sluit de Belgische justitie die mogelijkheid niet meer uit. Dat komt onder meer door de berichten die de man op sociale media heeft geplaatst. "Mogelijk heeft dit een rol gespeeld", zegt justitie tegen de Vlaamse omroep VRT.