Wie zitten er achter de koranverbrandingen in Zweden en Denemarken?
De recente koranverbrandingen in Zweden en Denemarken zijn het werk van kleine groepen en soms zelfs individuen. Toch weten ze de relaties tussen de Scandinavische en islamitische landen op scherp te zetten. Beide landen willen aan de ene kant niet tornen aan de diepgewortelde vrijheid van meningsuiting, maar vrezen tegelijkertijd voor de nationale veiligheid.
De eerste die veel ophef veroorzaakte met koranverbrandingen was de Zweeds-Deense politicus en advocaat Rasmus Paludan. In 2017 richtte hij in Denemarken de extreemrechtse partij Stram Kurs (harde koers) op, maar zowel bij de gemeenteraadsverkiezingen als de landelijke verkiezingen wist hij geen zetels te behalen.
Volgens Paludan is de islam de vijand van de mens. "Het zou natuurlijk het mooiste zijn als er geen enkele moslim meer over blijft op onze dierbare aarde", zei Paludan in een video in 2019.
Ondanks beperkt succes op politiek vlak, wist Paludan veel ophef te veroorzaken met een controversiële tour waarbij hij korans verbrandde in multiculturele wijken in Zweden. In april vorig jaar braken er in verschillende Zweedse steden rellen uit waarbij jongeren met een migratieachtergrond de confrontatie zochten met de politie bij zo'n manifestatie.
Begin dit jaar zegde Turkije een bezoek van de Zweedse minister van Defensie af, omdat Paludan een koranverbranding had gepland voor de Turkse ambassade in Zweden.
Vorige maand bestormde een woedende menigte de Zweedse ambassade in Irak. Aanleiding hiervoor was een geplande koranverbranding, ditmaal door de Iraakse immigrant Salwan Momika. Irak zette daarop de Zweedse ambassadeur uit.
Momika behoort tot de etnische groep van de Assyriërs, een christelijke minderheid in Irak. Op Facebook omschrijft hij zichzelf als "atheïstische denker en schrijver", hoewel een boektitel of artikel op zijn naam niet lijkt te bestaan. Voordat hij begon met het verbranden van korans, noemde hij het al een "boek van terreur". Hij vroeg de Zweedse regering om het boek te verbieden om het land tegen dit gevaar te beschermen.
Op Momika's Facebookpagina staan meerdere foto's waarin hij een militair uniform draagt. De Groene Amsterdammer meldt dat hij in Irak de leider was van een militie die tegen IS streed. Na een conflict met een andere militieleider verliet hij Irak en vroeg hij de vluchtelingenstatus aan in Zweden.
Gistermiddag vertrapte Momika een koran bij de Iraakse ambassade in Zweden, waarna hij wederom een aantal pagina's verbrandde.
Danske Patrioter
In Denemarken is een kleine ultranationalistische groep genaamd Danske Patrioter (Deense patriotten) verantwoordelijk voor de koranverbrandingen die de afgelopen weken hebben plaatsgevonden. De groep verbrandde korans voor de ambassades van Egypte, Turkije en Irak.
De acties worden steeds uitgevoerd door een handjevol leden, in de meeste gevallen zelfs door een tweetal demonstranten. Verder lijkt er maar weinig bekend te zijn over de groep.
Hoewel een klein aantal Denen verantwoordelijk is voor de verbrandingen, veroorzaken ze veel onrust. Honderden demonstranten probeerden vorige maand de Deense ambassade in Irak te bestormen na een koranverbranding. Veiligheidstroepen wisten de demonstranten met waterkanonnen op afstand te houden.
Moeilijk te verbieden
Zowel de regering van Zweden als die van Denemarken heeft laten weten dat ze de koranverbrandingen veroordelen, maar dat ze protesten waarbij een koran wordt verbrand volgens de huidige wetgeving moeilijk kunnen verbieden. De vrijheid van meningsuiting wordt in Zweden en Denemarken namelijk sterk beschermd door de grondwet.
Afgelopen zondag liet de Deense minister van Buitenlandse Zaken aan een Deense omroep weten dat de regering op zoek gaat naar een instrument om koranverbrandingen te voorkomen. Dit zou gebeuren in bijzondere gevallen, bijvoorbeeld wanneer andere landen, culturen en religies worden beledigd, en de koranverbranding de veiligheid van Denemarken in gevaar kan brengen.
De Zweedse premier Kristersson liet vandaag in een persconferentie weten niet van plan te zijn om de wet aan te passen om koranverbrandingen te verbieden. Wel is zijn regering, net als de Deense, op zoek naar een instrument in de huidige wetgeving om in te kunnen grijpen als er een gevaar is voor de nationale veiligheid.