Gewapende groepen rukken op in Mali nu westerse militairen zijn vertrokken
Eliane Lamper
redacteur Online
Eliane Lamper
redacteur Online
In het noorden van Mali rukken gewapende groeperingen op sinds de duizenden westerse militairen het land hebben verlaten. De militaire junta in het West-Afrikaanse land blijkt niet zelf in staat om de achtergelaten legerposten te bemannen en de bevolking te beschermen tegen het geweld van militanten.
Deze maand is het aantal aanvallen door militanten in het noorden van Mali verdubbeld. Hierdoor kwamen zeker 150 mensen om het leven. De omgeving van de historische stad Timboektoe is al weken onveilig en de stad is door jihadisten van de buitenwereld afgesloten.
Vorige maand vertrokken de Franse strijdkrachten, die bijna tien jaar lang met zo'n 3000 militairen het Malinese leger ondersteunden in de strijd tegen het jihadisme. Ook de VN-vredesmissie, die op het hoogtepunt 16.000 mensen telde, is aan het afbouwen. Een deel is al vertrokken, de rest zal de komende maanden volgen.
De junta maakte deze zomer plotseling bekend dat de missies niet verlengd werden. "Mali wilde de Fransen weghebben, daardoor valt er nu een factor weg. Gewapende groepen weten nu meer ruimte te creëren voor zichzelf", ziet Mirjam de Bruijn, hoogleraar afrikanistiek aan de Universiteit Leiden en Mali-deskundige.
Rebellen en jihadistische groepen
Het regime, dat in 2021 via een staatsgreep aan de macht kwam, beloofde zelf harder op te treden tegen jihadisten. De Fransen waren jaren geleden door de regering gevraagd om hulp. Nu moest er een einde komen aan de bemoeienis van de voormalig kolonisator, vond de junta.
Mali is in het noorden een lappendeken van verschillende groeperingen. Meerdere rebellengroepen van Toearegs, een berbers nomadenvolk, willen een onafhankelijke staat stichten. In de grensgebieden strijden lokale facties van IS en al-Qaida. Ook zijn kleinere groepen actief die zich voornamelijk verdedigen tegen geweld.
De groepen trokken voorheen niet met elkaar op, maar dat lijkt nu te veranderen. "De Toearegs en de jihadisten van JNIM opereerden nooit samen, omdat ze andere doelen hadden. Nu lijken ze de strijdbijl te begraven en de krachten te bundelen", zegt De Bruijn.
Dit kan grote gevolgen hebben voor de toch al fragiele politieke situatie in het land. "Ze staan nog niet voor de deur in de hoofdstad Bamako, maar als ze onder één vlag gaan vechten, is zo'n scenario wel mogelijk", zegt de hoogleraar. De hoofdstad is nog zo'n duizend kilometer verwijderd van de plekken waar nu gestreden wordt.
De Sahel is de afgelopen jaren het epicentrum geworden van terrorisme. Vorig jaar viel 43 procent van de terreurdoden wereldwijd in deze regio. Mali en Burkina Faso voeren de lijst aan, met samen ruim 2100 burgerdoden, blijkt uit cijfers.
Volgens de Malinese junta trad de vorige regering veel te zachtzinnig op tegen jihadisten. De junta keerde zich tegen de voormalige kolonisator Frankrijk en zette de deur open voor het Russische Wagnerhuurlingenleger. Dat leidt tot nog meer geweld. Bij een massaslachting in het dorpje Moura werden vorig jaar zeker vijfhonderd mensen gedood.
Ook met de inzet van Wagner is de junta niet in staat om gewapende groepen terug te dringen. De verliezen van het leger leiden tot grote onrust onder de bevolking, zegt De Bruijn, die vorige maand het land nog bezocht. Dat ziet ook Méryl Demuynck, onderzoeker bij het International Centre for Counter-Terrorism. "De bevolking is de voortdurende conflicten zat. Het geweld zorgt voor een diepe onvrede."
Laatste bondgenoot
Westerse troepen worden ook in buurlanden weggestuurd. Frankrijk haalt nu ook alle militairen weg uit Niger, omdat zij werden tegengewerkt door de junta. In juli werd de Nigerese president, die warme banden onderhield met Frankrijk, afgezet.
Het past in de trend van staatsgrepen: in drie jaar tijd werden negen coups gepleegd in West-Afrika. Anti-Franse sentimenten spelen daarin een grote rol. "Niger was een van de laatste bondgenoten van het Westen", zegt Demuynck. "De kans is groot dat het scenario van Mali zich nu in Niger zal herhalen."
Correspondent Saskia Houttuin reisde vorig jaar naar Mali en zag hoe groot de invloed van Rusland op het land is: