Utrechtse wetenschappers: 'veel minder plastic in oceanen dan gedacht'
De omvang van de plastic soep is een stuk minder groot dan jarenlang werd gedacht, stellen onderzoekers van de Universiteit Utrecht. Waar de Verenigde Naties stellen dat het om 75 tot 200 miljoen ton plastic ging, dreef er volgens de onderzoekers in 2020 zo'n 3,2 miljoen ton in de oceaan.
Jarenlang konden wetenschappers maar een klein deel van de geschatte hoeveelheid plastic terugvinden in de oceaan, zo'n 1 procent van de hoogste schattingen. De overige 99 procent stond in de boeken bekend als de 'paradox van het missende plastic'.
Het onderzoek, waarvoor meer dan 20.000 metingen van over de hele wereld werden gebruikt, draagt hiervoor een verklaring aan. Er wordt veel minder plastic aangevoerd via rivieren dan werd gedacht. Het plastic dat wel in de oceaan terechtkomt, blijft langer dan gedacht in grote stukken aan de oppervlakte drijven en verandert dus minder snel in microplastics, stellen de onderzoekers.
Dat is volgens Erik van Sebille, oceanograaf en klimaatwetenschapper aan de Universiteit Utrecht, in principe goed nieuws. "Grote stukken drijvend plastic zijn in principe makkelijker op te ruimen dan microplastics."
Microplastics zijn stukjes plastic die met het blote oog meestal onzichtbaar zijn, maar wel erg schadelijk zijn voor de natuur. Dieren slikken deze stukjes plastic in. Ook de dieren die later op ons bord belanden. Over het effect van microplastics op de mens is nog veel onduidelijk.
Meer metingen
Dat de uitkomst van deze studie zo verschilt met eerdere schattingen, heeft volgens Van Sebille te maken met de meetmethoden die zijn gebruikt. "Onderzoek naar plastic in de oceaan is relatief nieuw. De studie waar oude schattingen op gebaseerd waren, vond plaats in 2015. Sindsdien is er veel meer gemeten."
Volgens Van Sebille moesten wetenschappers toen bij gebrek aan metingen aannames doen op basis van de hoeveelheid plastic die in afvalsystemen terechtkwam. "Over Zuidoost-Azië was bijvoorbeeld weinig bekend, waardoor er gekeken werd naar hoe het afvalsysteem werkt. Wij zijn aan de andere kant begonnen en hebben ons gebaseerd op wat we aan plastic meten in de oceaan. Die metingen hebben we gecombineerd met wat we weten over hoe plastic door de oceanen stroomt."
'Verschil met andere onderzoeken wel erg groot'
Het onderzoek maakte gebruik van 15.000 metingen van schepen die met speciale netten over de oceaan voeren en 7000 metingen op stranden. Ook werden er 120 metingen gebruikt die op de diepe oceaan gedaan werden. Al deze metingen werden in een wiskundig model gestopt.
"De studie is goed uitgevoerd, maar ik ben er nog niet van overtuigd dat er echt minder plastic in de oceanen zit dan we denken", zegt hoogleraar Wim Uijttewaal in een reactie op het Utrechtse onderzoek. Uijttewaal doet aan de TU Delft onder meer onderzoek naar plastic in rivieren.
"Het verschil met de eerdere onderzoeken is wel heel erg groot en ik zie nog geen reden om aan te nemen dat de eerdere onderzoeken er zo ver naast zouden zitten. Deze studie daagt juist uit om de oorzaak van het verschil te gaan snappen."
Nog veel onzeker
Faiza Oulahsen, hoofd klimaat en energie bij Greenpeace Nederland, reageert voorzichtig positief op de uitkomsten van het onderzoek. "Het is een interessante studie en het is een opluchting dat er minder plastic in de oceanen terechtkomt dan in eerdere studies werd berekend. Tegelijk laat dit vooral zien dat ons wegwerpplastic op andere plekken terechtkomt; in rivieren, op het land, in de landbouw en in bossen."
Tim van Emmerik, onderzoeker aan de Universiteit Wageningen, laat weten dat er ondanks dit onderzoek veel onzeker blijft over plastic in de oceaan. "20.000 metingen klinkt als heel veel, maar de oceaan is enorm. Dit onderzoek ondersteunt het idee dat er veel minder plastic van de rivieren in de oceaan terechtkomt. Dat is goed nieuws voor de open oceaan, maar aan de andere kant blijft het op andere plekken hangen."