Tijgermug trekt op naar noorden: ‘Gevolg klimaatverandering en globalisering’
Sven Schaap
redacteur Online
Sven Schaap
redacteur Online
Jaar na jaar trekt de tijgermug vanuit Zuid-Europa verder richting het noorden. Gegevens van het Europese gezondheidsinstituut ECDC laten zien dat een groeiend gebied met het insect te maken heeft en dat de tijgermug zich nu tot aan de Frans-Belgische grens heeft gevestigd. Ook in Nederland duikt de mug steeds vaker op en op termijn valt zijn definitieve vestiging ook hier te verwachten, stellen experts.
De verplaatsing van de tijgermug vanuit Zuid-Europa is al lang aan de gang. In tien jaar tijd verspreidde de mug zich van 114 regio's in 8 landen naar 337 regio's in 13 landen in Europa, in steeds noordelijker richting.
Op deze kaarten is duidelijk te zien dat de tijgermug zich tussen 2017 en dit jaar steeds noordelijker heeft gevestigd:
"Dit zal voor ons urgenter gaan worden. Dat is geen kwestie van 'misschien', dat is een feit", zegt muggenexpert Bart Knols, die al jaren onderzoek doet naar de muggen. "Dat kan niet anders met klimaatverandering. Hier komen klimaatverandering en globalisering samen: het vervoer van goederen met daarin de muggen en hun eitjes, en mensen die op reis gaan en ziekten meenemen, die de muggen weer kunnen overdragen."
Knols spreekt van "een tijdbom" en verwacht mede door de hogere temperaturen als gevolg van klimaatverandering een "explosieve groei" van het aantal tijgermuggen. "Insecten zijn koudbloedig, dus hoge temperaturen zijn gunstig. Ook de eitjes en larven ontwikkelen heel snel in die omstandigheden."
In ons deel van Europa duurt het vaak een week of twee voordat de muggen volwassen zijn. "Bij hoge temperaturen duurt dat nog maar vijf of zes dagen", legt Knols uit. "Dan heb je heel snel heel veel volwassen muggen die kunnen rondvliegen en op zoek gaan naar een bloedmaaltijd, en die leggen dan weer eitjes. Zo kan een populatie snel in aantallen groeien."
Eind vorig jaar schreef demissionair minister van Volksgezondheid Kuipers al in een brief aan de Tweede Kamer dat hij verwacht dat de bestrijding van exotische muggensoorten als de tijgermug door onder meer klimaatverandering en vergroening moeilijker wordt. Op termijn is het misschien niet meer mogelijk om de soorten uit te roeien, schreef hij toen.
Dat is bijvoorbeeld ook gebeurd bij de Aziatische bosmug (Aedes japonicus), die in 2012 voor het eerst opdook in volkstuinen in Lelystad. Aanvankelijk werd die mug ook bestreden door de NVWA, maar het vestigingsgebied bleef maar groeien en in 2018 adviseerde het RIVM om het uitroeien van de Aziatische bosmug in de Flevopolder geheel te stoppen. Buiten dit gebied wordt deze mug overigens nog wel bestreden.
De overheid heeft bij de bestrijding van die bosmug "de handdoek in de ring gegooid en wijt het aan gebrekkige bestrijding in Duitsland dat de mug nu ook in vier Zuid-Limburgse gemeenten is gevestigd", zegt medisch entomoloog Knols.
"Hetzelfde gaat gebeuren met de tijgermug. En dan zal ook worden gezegd: sorry, we hebben ons best gedaan, maar dit komt uit België. En dat terwijl ik en vele anderen al zestien jaar pleiten voor een betere aanpak. Het is heel frustrerend. Straks is het te laat en dan gaan we met zijn allen mijmerend terugkijken en zeggen we: 'hadden we maar'...", verzucht Knols.
EU-probleem
Bij bekende risicolocaties, zoals importeurs van bamboe of autobanden, op bedrijventerreinen, staan muggenvallen. Daar wordt de mug dus in theorie al snel opgemerkt. Maar in woonwijken staan die vallen er niet, waardoor ze mogelijk later in beeld komen. En de bestrijding valt of staat dus met de medewerking van bewoners.
Knols pleit voor een overkoepelende Europese aanpak van exotische muggensoorten. "Dit is typisch EU-problematiek. Zorg nou voor beleid op EU-niveau, zorg dat alle landen geld op tafel leggen en richt een centrum op dat zich hiermee bezighoudt."
Daar zouden bijvoorbeeld eitjes bewaard kunnen worden van tijgermuggen. "Als je dan een uitbraak hebt, dan vlieg je gewoon een hoop van die eitjes in, kweek je ze op, steriliseer je de mannetjes en die laat je los. Wanneer deze in de natuur paren met wilde vrouwtjes, produceren die geen levensvatbare eitjes. Dat is een hele groene en duurzame manier die in Zuid-Europa al wordt toegepast."