Kamer praat opnieuw over omstreden notitie 'Positie Omtzigt, functie elders'
Kamerlid Pieter Omtzigt werd in een gesprek met toenmalig Kamervoorzitter Arib over een nieuw kabinet niet besproken als probleemgeval, maar als oorzaak van mogelijk oponthoud bij het CDA in het formatieproces.
Dat is de boodschap van de toenmalige verkenners Annemarie Jorritsma (VVD) en Kajsa Ollongren (D66) aan de Tweede Kamer. Die wilde de twee verkenners opnieuw horen na berichtgeving van Nieuwsuur op 10 juni, dat Omtzigt door hen al in een vroeg stadium is besproken als risico voor een nieuw kabinet.
"Ik heb nooit gezegd dat Omtzigt een risico zou zijn. Het ging niet over de persoon", zei Jorritsma. "We hebben in het gesprek met mevrouw Arib gezegd dat het CDA waarschijnlijk meer tijd nodig zou hebben als de nummer 2 meer stemmen zou hebben dan de lijsttrekker." Omtzigt stond als tweede op de kieslijst, na partijleider Wopke Hoekstra.
'De nummer 2'
Verschillende Kamerleden, onder wie Omtzigt zelf, reageerden geïrriteerd op de formulering van Jorritsma over "de nummer 2". Omtzigt: "Als je het over de nummer 2 hebt, dan hebben mensen niet meteen door dat het over mij gaat."
De Kamerleden probeerden erachter te komen wat er precies met Arib was besproken en waarom dat pas in Nieuwsuur openbaar werd.
Maar volgens de verkenners zit daar niets achter. "Het gesprek met mevrouw Arib was informeel", zei Ollongren. "Het ging over het proces en de timing der dingen." Ze voegde eraan toe dat er veel is misgegaan rond die verkenningsfase en dat zij als geen ander wil dat ze de tijd kon terugdraaien. "Nou ja, waarschijnlijk de heer Omtzigt ook."
Oud-Kamervoorzitter Khadija Arib, die tegelijk met de verkenners de Kamer te woord stond, zei dat zij verbaasd was dat het gesprek met haar over Omtzigt ging en dat hij als probleem werd gezien. "Jorritsma begon er meteen over dat de deadline voor hen niet haalbaar was, omdat er een probleem was bij het CDA."
Arib heeft toen gezegd dat de termijn vastlag en dat zij het niet over personen wilde hebben. Zij dacht dat het gesprek over praktische zaken zou gaan. "Ik was erdoor overvallen dat het over Omtzigt ging en ik wilde het kort houden."
Zij had in eerdere formatieprocessen niet meegemaakt dat het over personen ging. In de dagen dat zij nog voorzitter van de Kamer was wilde ze geen melding maken van het informele gesprek. "Ik voelde niet de behoefte en de plicht mij te mengen in een politiek debat."
Verschillende lezingen
Over op wiens verzoek het gesprek plaatsvond geven de betrokkenen verschillende lezingen: Jorritsma en Ollongren zeggen dat zij dachten dat Arib het gesprek graag wilde, Arib zegt op haar beurt dat zij als opdrachtgever werd benaderd door de twee verkenners.
Of de Kamer het nuttig vindt om opnieuw een debat over de kwestie te houden is nog niet duidelijk. Wel wordt de uitkomst van deze hoorzitting gebruikt voor het verbeteren van het formatieproces na de volgende verkiezingen.