Kok schaatst race van haar leven: 'Dit is cool, toch?'
Marianne Timmer, Annette Gerritsen, Margot Boer, Thijsje Oenema. Vele Nederlandse sprintsters van naam en faam deden sinds de eerste editie van de WK afstanden, die van 1996 in het Noorse Hamar, een poging de wereldtitel op de 500 meter in de wacht te slepen.
Hoezeer de namen van de schaatskampioenen ook klonken als een klok, nooit slaagde een Nederlandse erin goud te pakken op het kortste nummer. Op een vrijdagavond in het slotweekeinde van jaargang 2022-2023, ruimschoots na de klok van negenen, was het Femke Kok die eindelijk de ban brak.
De 22-jarige rijdster van Reggeborgh kwam twee jaar geleden, tijdens de corona-uitgave van de WK afstanden in een leeg en verlaten Thialf, al tot een zilveren medaille achter de Russische Angelina Golikova. In 2023, in een vertrouwd decor met volle tribunes, verbeterde Kok dan eindelijk die prestatie.
Staaltje machtsvertoon
Kok, kind van Thialf, raffelde de 500 meter af in 37,28. Voldoende om de Oostenrijkse Vanessa Herzog (37,33) en Jutta Leerdam (37,53) voor te blijven. Daarmee werd het enige onderdeel op het programma dat nooit door een Nederlandse werd gewonnen ook voorzien van een vlaggetje met de nationale driekleur.
Waar het fraaie staaltje machtsvertoon vandaan kwam, was de logische vraag die zich aandiende. De Friezin, woonachting in Nij Beets, moest er het antwoord op schuldig blijven. "Want eigenlijk kwam het er het hele jaar al niet uit."
Soms, zo moest ze bekennen, werd ze er wanhopig van dat ze er maar niet in slaagde in gesprek te komen met het ijs. Ze keerde zelfs eerder terug vanuit het Poolse Tomaszów Mazowiecki, waar de laatste twee wereldbekers van het seizoen werden verreden. "Het ging daar op zoveel momenten zó slecht. Echt niet normaal."
Zodra ze het vertrouwde Thialf binnenstapte, was het alsof ze een andere wereld betrad. Ineens liep het in de trainingen, waarmee ze plotseling hoop kreeg.
De sleutel tot succes, zo wist ze, school in een goede opening. 10,4 seconden over de eerste 100 meter, zo berekende ze, moest haar voldoende katapulteren voor een vloeiende eerste ronde. Niet in de laatste plaats tot haar eigen verbazing kreeg ze vrijdag met een opening van 10,3 het publiek op de banken.
Zweven over het ijs
Het was alsof ze op handen werd gedragen en zweefde over het ijs. Anders kon Kok het niet verwoorden.
"Ik heb de laatste weken veel op de start getraind", verduidelijkte ze. Kok wist wat ze in haar mars had. Dertien maanden eerder, tijdens de Olympische Spelen in Peking, had ze al eens geopend in 10,3. Op Chinese bodem liet ze het daarna liggen op de volle ronde. Ze bleef steken op een tijd van 37,39, goed voor een teleurstellende zesde plaats.
Op het juiste moment versnellen, zo doceerde Kok, daarin lagen ditmaal haar kansen. Ze slaagde met vlag en wimpel voor haar examen, al bleef lange tijd onduidelijk wat daaraan ten grondslag lag.
"Het hele jaar wilde het er maar niet uitkomen", stamelde ze. Onwillekeurig gingen haar gedachten uit naar 2021, het jaar waarop ze in dezelfde Friese schaatstempel tot het zilver reikte. Het was destijds een vreemde gewaarwording, racen in een vacuüm. Met veel gevoel voor understatement: "Dit is veel leuker."
Droom die uitkomt
Nadat ze zich ditmaal wel uitgebreid had laten bejubelen, zocht Kok naar woorden die ze maar amper kon vinden.
"Dit is zó bijzonder", jubelde ze. "Dit is een droom die uitkomt. Als de mensen zo hard voor je juichen, daar word ik zo blij van. Wereldkampioene worden in Thialf, iets mooiers bestaat niet. Dit is cool, toch?"
Koks race was er een voor de eeuwigheid. En op die conclusie kon eigenlijk maar één andere conclusie volgen. "Hier doe ik het allemaal voor."