Nederland oogst lof met onderscheidende manier van handballen: 'Voor niemand bang'
Handbal is een sport die in essentie draait om een goed georganiseerde verdediging. Dat kan zowel een defensieve gesloten dekking zijn als een offensieve en meer open variant. Vanuit de dekking win je wedstrijden, is een kreet die kenners vaak laten optekenen. En dat geldt zeker voor het Nederlands team, waar razendsnel omschakelen, heel veel rennen en een hoog baltempo kernbegrippen zijn.
De aanval van Oranje wordt bewonderd en springt voor de meeste mensen in het oog. Met spelverdeler Luc Steins in de hoofdrol en Kay Smits en Dani Baijens als de schutters op de zijkanten. Ook op dit WK oogst Nederland weer veel lof met zijn onderscheidende manier van handballen. Met een relatief kleine opbouwrij en dynamisch spel gebaseerd op creativiteit en snelheid.
Buitenlandse media strooien al dagen met complimenten over Oranje en ook gelouterde coaches praten steeds vaker in superlatieven over dat team vol bravoure dat zich onderscheidt van het fysieke powerhandbal van de meeste andere landen.
Maar de basis onder die misschien wel atypische manier van handballen is de ijzersterke dekking waar de nieuwe Zweedse coach Staffan Olsson in de voorbereiding extra veel aandacht aan heeft besteed.
Het bereiken van de hoofdronde was voor de handballers een doel op zich, maar ze durven nu groter te dromen:
De hoofdrol in die verdediging, met daarachter de uitblinkende doelman Bart Ravensbergen, is weggelegd voor de spelers in het middenblok. Met pitbull Samir Benghanem, die ook veel aanvallend wordt ingezet, en de iets rustigere Robin Schoenaker. De 27-jarige Arnhemmer geldt als een echte dekkingsspecialist en wordt op zijn positie nauwelijks gewisseld.
"Ik vind die één tegen één duels prachtig", glundert Schoenaker in Katowice waar woensdag de zogeheten main round begon. "Die fysieke kracht, het beuken en het rouwdouwen. Als handballer ben ik altijd zo geweest. Als je zoals ik groot en sterk bent, is die rol ook wat makkelijker uit te voeren. Een aanvaller heeft meer skills nodig. Maar ik ben altijd gefocust geweest op die dekking en geniet daar enorm van."
We hoeven niet meer zo bescheiden te zijn. Het moet wel kloppen bij ons, maar in principe zijn we voor niemand bang.
Schoenaker, die uitkomt voor het Belgische Sporting Pelt, deelt uit en incasseert zonder morren de tientallen klappen die hij iedere wedstrijd krijgt. Zijn geheim van het zijn van een topverdediger is vrij simpel. "Al sinds mijn 17de doe ik vier keer per week intensief aan krachttraining. Je moet natuurlijk superfit zijn en altijd goed op je lichaam letten."
"Verder kijk ik veel wedstrijden. Hoe doen anderen het op mijn positie? Hoe staan ze en hoe lokken ze tegenstanders naar een bepaalde kant? Wat spelen de tegenstanders? Dat analyseer je allemaal om beter te worden."
'We maakten de Noren gek'
De Oranje tandem Benghanem-Schoenaker kan lezen en schrijven met elkaar. Ook in Polen trekken ze continu met elkaar op, bespreken en bekijken ze urenlang tegenstanders en wordt geanalyseerd hoe de afstemming en samenwerking met de eigen verdedigers op de zijkanten nog beter kan.
"Onze eerste vereiste is dat het midden compact is en dicht zit", weet Schoenaker. "Wij doen geen rare dingen, vliegen niet onnodig uit naar voren waardoor ze ruimte op de cirkel krijgen, maar voeren vooral onze taken uit. Essentieel is dat we elkaar blijven helpen."
"Als je in de dekking geen ballen tegenhoudt, zoals wij gelukkig veel doen, kun je ook niet de snelle tegenaanval lopen", legt Schoenaker uit. "Daar zijn wij goed in en dus is onze dekking heel belangrijk."
Dat bleek dinsdag vooral in de eerste helft tegen grootmacht Noorwegen, dat voor rust slechts negen doelpunten maakte. "Je zag dat zij zoekende waren en de oplossing niet meer vonden. We maakten ze gek en ze wisten echt even niet wat ze moesten."
Nederland moest in de slotfase toch nog nipt buigen voor de Noren, waardoor het dinsdag met twee punten de hoofdronde van het WK ingaat tegen het onberekenbare Qatar. "Iedereen zegt dat we tevreden kunnen zijn, maar we hadden meer verdiend en er had ook zeker een puntje ingezeten", vindt Schoenaker.
"We hadden heel lang de controle. Het doel vooraf was ook om 55 minuten dichtbij te kunnen blijven om dan in de laatste minuten nog iets extra's te kunnen. Maar zij wisselen makkelijk door en in de tweede helft hadden we gewoon ook moeite om er doorheen te komen."
'Voor niemand bang'
Schoenaker kijkt echter met veel vertrouwen uit naar de komende drie clashes tegen achtereenvolgens Qatar, Duitsland (zaterdag) en Servië (maandag).
"Die wedstrijd tegen Noorwegen heeft ons juist een boost gegeven en het geloof dat het verschil met een topland zo klein was, nemen we nu mee. Tegen alle tegenstanders die nu komen, hebben we gewoon een goede kans om te winnen. Ja, ook tegen Duitsland. We hoeven niet meer zo bescheiden te zijn. Het moet wel kloppen bij ons, maar in principe zijn we voor niemand bang en zijn de kwartfinales nu ons nieuwe doel."