De stembusgang in Belfast afgelopen mei.
NOS NieuwsAangepast

Noord-Ieren moeten na zes maanden opnieuw naar de stembus

  • Fleur Launspach

    correspondent VK en Ierland

  • Fleur Launspach

    correspondent VK en Ierland

De Noord-Ieren moeten terug naar de stembus, slechts een half jaar na de vorige verkiezingen. Al maanden is de Noord-Ierse politiek verlamd door een crisis, waarbij een van de partijen, de pro-Britse DUP, geen regering wil vormen zolang de Brexitafspraken van Boris Johnson (het zogenoemde Noord-Ierse protocol) niet zijn opgelost.

Afgelopen mei werd het nog omschreven als een 'historische aardverschuiving': voor het eerst in de Noord-Ierse geschiedenis werd het katholieke Sinn Féin de grootste partij. Dat was lange tijd ondenkbaar in Noord-Ierland, dat tientallen jaren het toneel was van een bloedige burgeroorlog waarbij zo'n 3500 mensen stierven in een strijd om religie en identiteit.

Noord-Ierland is onderdeel van het Verenigd Koninkrijk en van oudsher werd het parlement dan ook door pro-Britse protestantse unionisten geleid. Maar dit jaar kreeg het katholieke Sinn Féin de meeste stemmen, de partij die vóór hereniging met de rest van Ierland is.

Machtsdeling structuur

Volgens de spelregels van de Goede Vrijdagakkoorden, het vredesverdrag dat een eind maakte aan het conflict in Noord-Ierland, mag Sinn Féin als grootste partij de premier leveren. Maar die kans kregen ze niet, omdat de DUP ((Democratic Unionist Party) dwarslag en een half jaar lang weigerde om een regering te vormen. Daardoor kon in de praktijk niemand regeren: want volgens de Goede Vrijdagakkoorden moet het parlement gebaseerd zijn op machtsdeling: de twee sektarische partijen (pro-Britse protestanten en de pro-Ierse katholieken) moeten met elkaar samenwerken.

De DUP werkt niet mee, omdat er binnen die partij diepe onvrede leeft over afspraken die zijn gemaakt in de Brexitdeal over de handelsgrens tussen Noord-Ierland en de rest van het Verenigd Koninkrijk. Al heeft de DUP in 2016 vóór Brexit gestemd, zij zitten nu met onvoorziene gevolgen: meer grenscontroles en bovendien komt hun grootste angst - een verenigd Ierland - steeds dichterbij.

Aparte status

Sinds Brexit heeft Noord-Ierland een aparte status gekregen: het behoort nog steeds tot het Verenigd Koninkrijk, maar volgt deels de handelsregels van de EU. Die aparte status is bedoeld om een harde grens tussen Noord-Ierland en de Ierse Republiek (wél lid van de EU) te voorkomen, juist omdat er over die landsgrens veel conflict is geweest. Als oplossing kwam de grens in de zee te liggen. Maar meteen vanaf het begin leverde die 'onzichtbare' grens problemen op. Tientallen Britse bedrijven zijn gestopt met exporteren naar Noord-Ierland, omdat ze geen zin hebben in de bureaucratische rompslomp die dat met zich meebrengt. Al zijn de grensregels nog maar deels geïmplementeerd, en wordt er nog steeds over onderhandeld door Londen en Brussel.

Door die nieuwe handelsgrens in zee voelen pro-Britse unionisten zich als het ware van de rest van het Verenigd Koninkrijk afgesneden en meer richting de Republiek Ierland geduwd. Ze hebben het idee dat hun Britse identiteit steeds verder onder druk komt te staan. Het standpunt van de DUP is dan ook: zolang dit niet is opgelost, gaan wij niet regeren.

Moeizame gesprekken

Daarmee probeert de DUP de Britse regering te dwingen om de Brexitafspraken met Brussel te verbeteren, de afspraken die na Brexit zijn gemaakt ter bescherming van Europese interne markt. Maar de gesprekken hierover duren al jaren en verlopen uiterst moeizaam. De Britse regering kwam met een deadline van zes maanden om de Noord-Ierse partijen onder druk te zetten wél een regering te vormen. Dat is niet gelukt en dus komen er nieuwe verkiezingen.

Maar wie zit daarop te wachten? De Noord-Ierse partijen niet, de Britse regering niet, en de inwoners van Noord-Ierland al helemaal niet want die moeten waarschijnlijk rondom Kerst weer gaan stemmen. Terwijl de thema's die belangrijk zijn voor de Noord-Ieren, zoals stijgende rekeningen, zorg en huisvesting, maar mondjesmaat worden behandeld door een verlamd parlement.

Is er een oplossing?

De impasse in Noord-Ierland is eigenlijk een erfenis van Brexit, maar laat tevens zien dat de Goede-Vrijdagakkoorden misschien aan herziening toe zijn. Want dankzij die akkoorden moeten de twee sektarische groepen in Noord-Ierland samenwerken terwijl een neutrale middenpartij zoals de centrum-liberale Alliance - die veel stemmen won in de laatste verkiezingen - niet kan helpen om een regering te vormen. Helaas bestaat de kans dat het openbreken van het internationale vredesverdrag van 1998, een nieuwe reeks complicaties met zich mee brengt.

Een andere oplossing zou een deal zijn tussen Londen en Brussel, die de DUP wél kan accepteren. De nieuwe Britse premier Rishi Sunak lijkt zich pragmatisch op te stellen en is wellicht eerder bereid tot een compromis dan zijn voorgangers. Een snelle oplossing voor de politieke impasse is er echter niet, met als gevolg dat het parlement nog steeds inactief is, en de Noord-Ieren terug moeten naar de stembus.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl