Een reiziger op Utrecht Centraal, bij een staking eind augustus
NOS NieuwsAangepast

Meer treinen met minder personeel: waarom het NS-personeel staakt in cijfers

  • Charlotte Klein

    redacteur Economie

  • Charlotte Klein

    redacteur Economie

Minder hoge werkdruk en een hoger loon: het is de kern van wat de vakbonden willen in de nieuwe cao voor NS-personeel. Vandaag gaan de bonden en de NS met elkaar aan tafel. De NOS dook in de cijfers van het aantal medewerkers, reiskilometers, loonontwikkeling en meer om te achterhalen waarop de eisen zijn gebaseerd.

Aantal medewerkers

Bij de NS werken bijna 19.000 mensen. Zoals te zien op onderstaande afbeelding zijn dat er 3000 minder dan tien jaar geleden. Dat komt volgens het spoorwegbedrijf vooral doordat busvervoer Qbuzz en een deel van de winkels op stations zijn verkocht. Voor het inzetten van treinen is het aantal mensen volgens NS juist toegenomen.

Tussen 2020 en 2024 zullen er door bezuinigingen nog eens 2000 banen verdwijnen. De grootste klappen vallen volgens NS op het hoofdkantoor, een deel wordt opgelost door een groot aantal NS'ers dat de komende jaren met pensioen gaat. Volgens vakbond VVMC wordt er bij bezuinigingsrondes vaak juist eerst naar het spoorpersoneel gekeken, en is de binding die er vroeger tussen kantoor- en spoorpersoneel was steeds minder aanwezig.

Los van het vertrekkend personeel, staan er ook nog zo'n 1100 vacatures open - waarvan 500 opleidingsplekken voor conducteurs en machinisten.

Er zijn per rijdende trein - de organisatie en planning niet meegerekend - minimaal twee mensen nodig: een machinist en een conducteur. Of er meer nodig zijn is afhankelijk van de vertrektijd, het type en de lengte van de trein. Door het personeelstekort rijden er tegenwoordig vaak kortere treinen en vallen er zelfs treinen uit. Vanaf december gaat de nieuwe dienstregeling in, die vanwege het personeelstekort 10 procent kleiner is dan in 2019.

Afgelegde kilometers

Het is een veelgehoorde klacht van NS'ers: meer werken met minder personeel. Minder personeel, dat klopt dus. Maar hoe zit het met het werk? Het aantal reizigerskilometers is tussen 2012 en 2019 met 2 miljard toegenomen, zoals te zien is op de afbeelding hieronder. Reizigerskilometers zijn het aantal treinkilometers die alle treinreizigers samen afleggen.

Tijdens corona halveerde dit cijfer, maar dat betekent niet dat er minder treinen reden. De overheid wilde namelijk dat de dienstregeling zoveel mogelijk intact bleef. Daarom kreeg de NS een beschikbaarheidsvergoeding, zodat de hoeveelheid treinen niet werd aangepast aan het sterk gekrompen aantal reizigers. Dat het aantal reizigerskilometers is afgenomen, wil dus niet per se zeggen dat het werk is afgenomen.

De omzet van de NS is in tien jaar meer dan 1,5 keer gestegen (zie afbeelding hieronder). Een groot deel daarvan komt door uitbreiding in het buitenland. In de coronajaren verminderde de omzet niet dankzij de overheidssteun. Naast NOW-steun voor winkelmedewerkers op stations, ontving het spoorwegbedrijf ook miljoenen voor beschikbaarheidsvergoedingen: 93 procent van de kosten werd vergoed om treinen te laten doorrijden. Voor coronasteun moest de NS dus een tegenprestatie leveren.

In januari 2023 lopen deze vergoedingen af. Dat is ook een argument dat de NS inzet bij de onderhandelingen: de steun valt weg, terwijl het aantal reizigers niet op hetzelfde niveau is als voor corona. Daarom staat er ook een structurele kostenbesparing van 250 miljoen op de planning, die voor 2024 gerealiseerd moet zijn. De NS hoopt dit onder meer op te lossen met kostenbesparingen op het hoofdkantoor.

Winst en omzet

Kijk je naar het onderliggende bedrijfsresultaat (afbeelding hieronder), dan zijn grote winsten en megaverliezen te zien. Het onderliggende bedrijfsresultaat is de uitkomst van alle inkomsten (kaartjes, vervoerscontracten) min de uitgaven (treinen, personeel, investeringen). In deze cijfers zijn overigens ook de buitenlandse opbrengsten meegenomen. Winst die gemaakt is in het buitenland (de NS is ook actief in Duitsland en Engeland) mag de NS niet zomaar in het binnenland steken en andersom.

De enige aandeelhouder van de NV Nederlandse Spoorwegen is de Nederlandse Staat.

Ziekteverzuim en werkdruk

Het werk en de omzet van de NS zijn de afgelopen tien jaar dus toegenomen. Tegelijkertijd staan er 1100 vacatures open. De toegenomen werkdruk is dan ook een van de actiepunten van het stakende NS-personeel.

Wat daar een rol in speelt is het relatief hoge ziekteverzuim. "Ook los van corona kent het verzuim bij NS een oplopende trend", valt te lezen in het jaarverslag van 2021. "De uitval als gevolg van psychosociale belasting is hoger en een ouder wordende populatie leidt tot een hoger langdurig verzuim."

Vakbond VVMC wijt de hoge werkdruk, naast het voortdurend moeten bijspringen om gaten in het rooster te dichten, ook aan het afbouwen van de ticketservicebalies op stations. De NS doet dat omdat steeds meer mensen hun kaartjes online kopen. Maar omdat reizigers soms wel informatie nodig hebben, worden daar steeds vaker machinisten en conducteurs voor aangesproken. Dat leidt volgens de vakbond tot minder pauze en rennen naar de volgende trein.

Loonontwikkeling

Nog een belangrijke eis van de bonden: meer loon. In de afbeeldingen hieronder is te zien hoeveel een machinist en conducteur gemiddeld en maximaal verdienen. Boven op het vaste salaris zijn er onregelmatigheidsvergoedingen voor afwijkende diensten. Beide jaarsalarissen liggen hoger dan het modale jaarinkomen van 38.000 euro bruto. Maar, werpen de bonden tegen, er zijn weinig doorgroeimogelijkheden.

Deze gemiddelde salarissen zijn daarbij ook hoog, omdat het NS-personeel relatief oud is en ze er vaak lang werken. Zo zit meer dan de helft van het treinpersoneel in de hoogste salarisschaal. De startsalarissen liggen volgens vakbond FNV veel lager. Hun leden hebben jaarsalarissen van gemiddeld zo'n 10.000 euro lager dan hieronder geschetst.

De afbeelding hieronder toont de loonontwikkeling van NS-personeel van de afgelopen tien jaar. De cao's beslaan meerdere jaren, vandaar dat in 2014 geen loonstijging te zien is, want die is al meegerekend in 2013.

Als je de cao-stijging met de inflatie vergelijkt (afbeelding hieronder), dan valt op dat het loon en de inflatie niet altijd gelijklopen. In de periode 2012 tot 2021 was de loonontwikkeling 18,6 procent en bedroeg de inflatie 16,6 procent.

Tellen we daar de recordinflatie van dit jaar bij (van januari tot en met augustus stegen de prijzen met 9 procent) dan kantelt het plaatje. Als de bonden op het meest recente NS-bod ingaan, namelijk een loonstijging van 5 procent, dan trekken de inflatie en loonontwikkeling de afgelopen tien jaar in totaal redelijk gelijk op. Mochten de prijzen in de resterende maanden van dit jaar nog meer toenemen, dan haalt de inflatie de loonontwikkeling in.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl