Schietende agenten Coolsingelrellen niet vervolgd

Negen agenten die vorig jaar tijdens rellen op de Rotterdamse Coolsingel schoten hebben gelost, worden niet vervolgd. Uit onderzoek van de rijksrecherche is gebleken dat de agenten uit noodweer handelden. Het Openbaar Ministerie heeft de zaak daarom geseponeerd.

Voorafgaand aan de rellen op 19 november was op sociale media een protest aangekondigd tegen de coronamaatregelen en het voorgenomen 2G-beleid van het kabinet, waarbij alleen gevaccineerden en mensen met een herstelbewijs een coronatoegangsbewijs krijgen. Dat protest liep uit de hand: enkele honderden relschoppers staken onder meer zwaar vuurwerk af en gooiden met voorwerpen richting agenten.

Volgens het OM, waar de rijksrecherche onder valt, gebruikten de negen agenten hun dienstwapen uit zelfbescherming en om de brandweer voor geweld te behoeden. Die moest tijdens de rellen in een straat naast de Coolsingel een brand blussen en had daarbij volgens het OM bescherming nodig.

Vijf agenten schoten gericht en verwondden daarbij vijf mensen. De andere vier agenten losten waarschuwingsschoten, meldt de regionale omroep Rijnmond.

Plicht om anderen te beschermen

De rijksrecherche deed onafhankelijk onderzoek naar het schieten van de agenten, onder meer door beelden van beveiligingscamera's en sociale media te bekijken. Ook zijn de betrokken agenten en getuigen gehoord.

Op basis daarvan wordt geconcludeerd dat de agenten uit noodweer hebben gehandeld. "De politie heeft, net als iedere burger, het recht zichzelf te verdedigen en mag daarbij indien nodig (gepast) geweld te gebruiken", aldus het OM.

"Van een politieagent wordt verwacht dat hij zich bij gevaar niet uit de voeten maakt, maar actief ingrijpt. De politie heeft zelfs de plicht om anderen te beschermen. Daarmee kon in dit geval niet worden gewacht."

In totaal hield de politie in verband met de rellen 73 mensen aan. Meerdere relschoppers werden daarna veroordeeld tot celstraffen, die opliepen tot vier jaar.