Kamer: binnen half jaar herbeoordeling uithuisplaatsing toeslagkinderen
Ouders en kinderen die te maken hebben met een uithuisplaatsing in hun gezin en erkend slachtoffer zijn van het toeslagenschandaal, moeten binnen een half jaar een herbeoordeling van dit besluit kunnen aanvragen. Een motie van de SP en Kamerlid Omtzigt die het kabinet hierom vraagt, werd met steun van alle partijen in de Tweede Kamer aangenomen.
Aanleiding van de motie is onder meer het Kamerdebat vorige week over de uithuisplaatsingen vanwege het kinderopvangtoeslagschandaal.
De afgelopen jaren werden 1675 kinderen van gedupeerde ouders ergens anders ondergebracht omdat jeugdzorg en de rechter oordeelden dat dat de enige manier voor hen was om veilig op te groeien. Een deel van hen woont weer thuis of is inmiddels achttien jaar geworden. Volgens de laatste cijfers wonen er nog 555 kinderen van gedupeerde ouders niet thuis na een uithuisplaatsingsbesluit door jeugdzorg en de kinderrechter.
Aan de juistheid van die besluiten wordt getwijfeld. Door ouders, en door deskundigen uit de jeugdzorg en de rechtspraak zelf. En vorig jaar al luidde de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming de noodklok over alle uithuisplaatsingen in Nederland.
Hun belangrijkste waarschuwing is dat procedures niet voldoen aan alle rechtstatelijke voorwaarden. Zo zijn ouders en kinderen vaak niet vertegenwoordigd door bijvoorbeeld een advocaat. De dossiers over de kinderen en hun gezinnen zijn vaak niet compleet. De werkdruk is hoog, terwijl er onder tijdsdruk vergaande en soms onomkeerbare besluiten over minderjarigen worden genomen.
De Kamer wil daarom dat 'toeslagenouders' die het oneens zijn met de uithuisplaatsing van hun kind een herziening bij de rechtbank kunnen krijgen.
Ook ouders die na aandringen van jeugdzorg op vrijwillige basis akkoord gingen met een uithuisplaatsing moeten de kans krijgen hiervan terug te komen, zegt de Kamer.
Hoofdelijke stemming
Er werd ook hoofdelijk gestemd over een motie van FvD. Daarin wordt opgeroepen "alle tegen de wil van de ouders uit huis geplaatste kinderen in het kader van de toeslagenaffaire onmiddellijk dus zonder nadere beoordeling van de casus, terug te brengen naar het gezin waar zij vandaan kwamen en thuishoren".
Die kreeg uitsluitend steun van de 25 aanwezige Kamerleden van FvD, PVV en Groep Van Haga.
Namens de andere partijen legde Denk-leider Azarkan uit waarom zij tegen deze motie zijn, ook al klinkt hij misschien aantrekkelijk:
Misstanden moeten in de toekomst worden voorkomen, zegt de Kamer. De overheid moet kinderen in procedures de mogelijkheid bieden een zelfgekozen steunpersoon aan te wijzen, vindt de Kamer. Uit onderzoek blijkt dat zo'n steunpersoon uithuisplaatsing helpt voorkomen.
Ook moet in de herziening van de Jeugdwet worden opgenomen dat kinderen en ouders verplicht moeten worden vertegenwoordigd te zijn tijdens processen over uithuisplaatsingen of voogdijbeslissingen, bijvoorbeeld door een jeugdrechtadvocaat.
Daarnaast wil de Kamer dat het kabinet ervoor zorgt dat de jeugdzorg en de rechters sneller, bijvoorbeeld binnen drie maanden, besluiten of een kind weer naar huis kan na een tijdelijke uithuisplaatsing. Nu duren die periodes zo lang dat een kind zich heeft gehecht aan zijn nieuwe omgeving en het om die reden niet meer verstandig is het kind terug naar huis te laten gaan.
Vrijdag maakte het kabinet de eerste stappen bekend van de hervorming van de jeugdzorg. Morgen debatteert de Kamer daar over. Het debat is vanaf 13.00 uur live te volgen op NPO Politiek en Nieuws.