Kabinet: jeugdzorg weer meer voor kinderen met ernstige problemen
De marktwerking in de jeugdzorg en de overheveling naar gemeenten heeft schadelijke gevolgen gehad voor kinderen met ernstige problemen. En dat terwijl de zorg juist voor hen is bedoeld. Verder zijn door de overheveling de kosten uit de hand gelopen.
In een brief aan de Tweede Kamer trekt staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid deze vergaande conclusies en kondigt daarom verschillende ingrepen in de jeugdzorg aan. Daarmee wordt in feite een deel van de grote jeugdzorgoperatie uit 2015 teruggedraaid.
Zorg voor kinderen en jongeren met complexe problemen, zoals anorexia of ernstige depressies, wordt voortaan weer landelijk geregeld, in plaats van per gemeente. En jeugdbeschermingsmaatregelen worden van gemeenten overgeheveld naar regionale veiligheidsteams. Te vaak blijken kinderen bij gemeenten van het kastje naar de muur te worden gestuurd of is er geen geld voor passende zorg.
Beloftes onvoldoende waargemaakt
"Al met al is de belofte van de decentralisatie (passende hulp, dicht bij huis, gezinsbreed, efficiënter en met minder kosten) onvoldoende waargemaakt", schrijft staatssecretaris Van Ooijen in zijn brief. Er wordt meer geld dan ooit aan de jeugdzorg besteed, maar dat is niet merkbaar aan de resultaten, erkent het kabinet.
Van Ooijen: "Jeugdzorgprofessionals maken zich terechte zorgen. Stuk voor stuk zeer bevlogen mensen, die zich elke dag weer volop inzetten om kinderen, jongeren en gezinnen te helpen. Ze worden vaak hard geraakt met kritiek op wat er niet goed gaat, terwijl de context waarin zij werken hieraan vooral debet is."
Geldtekort
Een deel van het geldtekort voor de zwaardere therapie en begeleiding wordt veroorzaakt door een toename van kinderen die 'lichte' zorg ontvangen, zoals vanwege leer- of gedragsproblemen. Een op de acht jongeren tot 18 jaar krijgt een vorm van jeugdhulp. Dat was in 1997 nog een op de zevenentwintig.
De hoeveelheid kleine commerciële zorgaanbieders die voor lichte vormen van zorg grote winsten maken is enorm toegenomen, zegt Van Ooijen. Er zijn er recentelijk 1500 bij gekomen. Zij krijgen nu bijna automatisch opdrachten toegewezen, zonder dat er wordt gekeken naar de betaalbaarheid en het nut van de behandelingen. Therapieën lopen soms door zonder dat iemand beoordeelt of het nog echt nodig is.
Het kabinet had in het regeerakkoord opgenomen dat gemeenten op termijn gezamenlijk 500 miljoen euro op de jeugdzorg moeten besparen, vooral door 'onnodige' zorg te schrappen. Omdat gemeenten hiertegen protesteerden en zeiden dat het onder de huidige omstandigheden niet haalbaar is, neemt het kabinet nu deze bezuinigingstaak op zich.
Minder marktwerking
Dat betekent wat het kabinet betreft minder marktwerking: efficiëntere aanbestedingen met kleinere winsten voor de commerciële zorgaanbieders. Verder denkt het kabinet aan het invoeren van eigen bijdragen voor bepaalde behandelingen. Ook komen er mogelijk per behandelingssoort normen voor hoe lang de behandeling mag duren. De details daarover wil het kabinet de komende maanden uitwerken.
Daarnaast komt er een soort herijking van wat jeugdzorg precies is en wanneer aan ouders en kinderen daar hulp kunnen krijgen, in plaats van bij bijvoorbeeld de school of de jeugdagent.
Ook wil het kabinet de werksituatie verbeteren en de werkdruk verlichten van de jeugdhulpverleners en kinderrechters die met ernstige situaties zoals uithuisplaatsingen te maken hebben. Verder komt er een reorganisatie van de gesloten jeugdhulp. De operatie gaat maanden duren.