Waarom ging het mis met de BeNeLiga? 'Ten eerste, het heeft te lang geduurd'
In de jaren negentig werd er al over gesproken, sinds 2019 werd er concreet aan gewerkt, maar nu ligt het plan ineens toch in de prullenbak: de BeNeLiga. Die komt er niet. Met een korte verklaring van de Eredivisie CV werd donderdag een streep gezet door de gecombineerde voetbalcompetitie van Nederland en België.
De zes Nederlandse clubs die bij de gesprekken waren betrokken - Ajax, PSV, Feyenoord, AZ, FC Utrecht en Vitesse - hebben volgens de verklaring vastgesteld dat er onvoldoende draagvlak is om de BeNeLiga op poten te zetten. En dat terwijl een delegatie begin vorige maand nog met UEFA-baas Aleksander Ceferin sprak over de plannen.
Waar is het misgegaan met de BeNeLiga?
Eén ding is zeker: de Nederlandse clubs zijn altijd al minder enthousiast geweest dan de Belgische, die zich een jaar geleden nog unaniem uitspraken vóór de BeNeLiga. Dat constateerde voorzitter Ivan de Witte van AA Gent ook al.
"Ik ben teleurgesteld, maar mijn realisme heeft er wel rekening mee gehouden", aldus De Witte. "Je hebt te maken met twee culturen in beide landen, er waren hinderpalen op het vlak van ongelijkheid van de contracten en er was nog heel wat te doen over de veiligheid. Maar ik heb sowieso altijd al gedacht dat het overtuigende enthousiasme aan de Nederlandse kant minder was dan in België."
Proces duurde te lang
Volgens Pieter Nieuwenhuis van adviesbureau Hypercube, gespecialiseerd in het opzetten van nieuwe competities, zijn er drie duidelijke oorzaken van het falen van de BeNeLiga. Nieuwenhuis was onder meer betrokken bij de dit seizoen gestarte Nederlands-Belgische basketbalcompetitie en bij de opzet van diverse Europese voetbalcompetities, waaronder het nieuwe format van de Champions League.
"Ten eerste heeft het te lang geduurd. Ze zijn in juni 2019 begonnen met het proces en het momentum houden voor het opzetten van een nieuwe competitie vergt een kortere doorlooptijd. In een langere tijd verandert de dynamiek van een gezelschap. Zo heeft Nederland in verloop van tijd al een aantal directeuren versleten. En ook de status van de clubs verandert", aldus Nieuwenhuis.
Op dat laatste punt wijst ook AA Gent-voorzitter De Witte: "Nederland doet het nu bijzonder goed in de Europese competities, terwijl België een beetje in een dip zit op Europees vlak. Maar drie jaar geleden was dat nog precies omgekeerd."
Als tweede oorzaak wordt door Nieuwenhuis een gebrek aan 'stakeholder engagement' genoemd. "Je moet iedereen meenemen in het idee, ook de kleinere clubs. Nu deden namens Nederland zes eredivisieclubs mee aan de gesprekken en de andere twaalf niet. Dat is niet verstandig."
"Natuurlijk heeft Ajax meer te zeggen dan Fortuna Sittard, maar Fortuna moet wel onderdeel zijn van het proces. En dat geldt ook voor de Keuken Kampioen Divisie, supporters, spelers, televisiemaatschappijen, sponsoren. Doe je dat niet, dan is het moeilijk om het proces succesvol te laten worden."
'Moorddadig voor voetbalpiramide'
En dan is er volgens Nieuwenhuis nog de opzet van de competitie zelf. In eerste instantie zou de BeNeLiga bestaan uit een competitie met achttien clubs: tien Nederlandse en acht Belgische.
Zo zou de gecombineerde competitie eruit komen te zien volgens een BeNeLiga-werkdocument dat in 2020 in handen kwam van de NOS.
Dat was geen goed idee, aldus Nieuwenhuis. "Er zou dan voor alle overige clubs nog maar één hoofdprijs zijn, en dat is moorddadig voor de voetbalpiramide. Fortuna Sittard zou dan bijvoorbeeld nooit meer tegen Ajax, Feyenoord of PSV spelen. En dat zijn voor de club de belangrijkste evenementen van het jaar."
Ook zouden Nederland en België afscheid moeten nemen van drie Europese tickets. Nu hebben beide landen er samen tien, maar samengevoegd zouden er maximaal zeven startplaatsen in Europa overblijven, net als de Premier League bijvoorbeeld heeft. "Dat is verschrikkelijk, er gaat dan een flink stuk verloren van de economische meerwaarde van een gecombineerde competitie", aldus Nieuwenhuis.
Geen BeNeLiga maar NL League
Dat zo'n daadwerkelijke fusie tussen de Nederlandse en Belgische competitie er niet zou komen, werd eigenlijk vorig jaar zomer al duidelijk. De 34 Nederlandse profclubs kondigden toen plannen aan voor een zogeheten NL League.
Daarmee zouden de clubs meer zeggenschap willen krijgen over de opzet en de organisatie van de competitie, net als in veel andere Europese landen. Nu liggen veel verantwoordelijkheden nog bij de KNVB, die minder oog heeft voor de commerciële belangen.
De ambitie van de NL League leek te bijten met de plannen voor de BeNeLiga, hoewel dat volgens Nieuwenhuis niet nodig was geweest.
'Split season-model'
Voor de Nederland-Belgische samenwerking bleef een zogeheten 'split season-model' over. Voor de winterstop zouden beide landen een binnenlandse competitie afwerken, na de winterstop zouden de beste Nederlandse en Belgische clubs in een mini-BeNeLiga gaan spelen. De andere Nederlandse clubs zouden alsnog tegen elkaar gaan strijden om een Europees ticket.
Nieuwenhuis is fan van een dergelijke opzet: "Je hebt halverwege de competitie een extra ontknoping, de marktwaarde van zo'n competitie wordt groter en je laat de lagere clubs voldoende mee-eten."
De light-variant van de BeNeLeague was begin vorige maand ook onderwerp van gesprek van de Nederlands-Belgische delegatie met de UEFA. Ceferin stond daar welwillend tegenover, maar uiteindelijk bestond daar dus ook te weinig draagvlak voor bij de Nederlandse clubs.
De Eredivisie CV zegt met meer informatie naar buiten te kunnen komen als een en ander is besproken met de stuurgroep, waarin de clubs, bonden en competities uit beide landen zijn vertegenwoordigd. De blik wordt nu gericht op de NL League. Als de tv-rechten voor het seizoen 2024/2025 in de verkoop gaan, zou duidelijk moeten zijn hoe alles dan is geregeld.
En ook de Belgen richten zich nu maar weer op hun eigen competitie. "Misschien is het maar goed ook dat de Nederlanders nu zijn afgehaakt", aldus AA Gent-voorzitter De Witte. "We hebben nu een zuivere situatie, hoeven geen rekening meer te houden met de BeNeLiga en kunnen ons richten op het verbeteren van de eigen competities."
Toch heeft De Witte de hoop nog niet helemaal opgegeven: "Ik denk dat dit besluit aan het einde van de rit spijtig voor beide landen zal zijn. Maar we moeten leren van wat er is gebeurd en misschien is het een basis om op enig moment de zaken toch weer op te nemen."