Tekortkomingen bij aanpak rijgedrag vrachtwagenchauffeur die agent doodreed
De politie is tekortgeschoten bij de aanpak van vrachtwagenchauffeur Edwin M. uit Melissant, die vorig jaar juli een motoragent doodreed. Dat komt naar voren uit onderzoek door een commissie onder leiding van voormalig landelijk verkeersofficier Koos Spee. Een van de kritiekpunten is dat er geen gecoördineerde aanpak was van M., van wie bekend was dat hij agressief en onberekenbaar in het verkeer was.
Op 7 juli vorig jaar werd M. in Rotterdam met zijn truck voor een controle aan de kant gezet door de 47-jarige motoragent Arno de Korte. Hij reed de agent aan en sleurde hem honderden meters mee. De Korte overleed ter plekke. Pas later op de dag werd M. aangehouden. Sindsdien zit hij vast op verdenking van moord en/of doodslag. Volgens het Openbaar Ministerie had M. al langere tijd "gevoelens van rancune" jegens de politie.
In de jaren voor het fatale incident werd M. geregeld aan de kant gezet, onder meer vanwege structurele overbelading van zijn vrachtwagen. Bij een van die controles, in 2015, reed hij een motoragent aan, die daarbij zijn arm verloor. Bij een ander incident, in 2020, kwam een vrouw in Rockanje om het leven toen M. haar aanreed.
Na de dood van De Korte vroeg de korpsleiding van de politie aan de commissie-Spee om onderzoek te doen. Er moest onder meer worden onderzocht hoe de politie is omgegaan met alle informatie en signalen over het rijgedrag van de vrachtwagenchauffeur uit Melissant.
50 procent te veel lading
Voor het onderzoek heeft de commissie alle incidenten onderzocht waarbij M. betrokken was. Ook is gesproken met vijftien politiemensen, onder wie de motoragent die in 2015 werd aangereden.
Er doemt een beeld op van een "onberekenbare en verbaal agressieve chauffeur", aldus de onderzoekers. Edwin M. en zijn broer, die ook vrachtwagenchauffeur is, reden structureel in te zwaar beladen vrachtwagens, met 40 tot 50 procent meer lading dan is toegestaan. Ook na te zijn beboet, gaven ze aan dat ze gewoon zouden doorrijden met te zwaar beladen wagens.
Volgens de commissie zijn alle staandehoudingen en processen-verbaal "te afzonderlijk behandeld", waardoor de politie geen totaaloverzicht had van alle incidenten waarvoor Edwin M. was gecontroleerd. Daardoor bleef een onderzoek naar onder meer zijn geestelijke gesteldheid uit.
Oproep tot terughoudendheid
Bovendien was de interne communicatie bij de politie niet goed en was de aanpak niet gecoördineerd. Verder werd informatie niet of onvoldoende gedeeld met het OM en de Inspectie Leefomgeving en Transport. Twee meldingen aan het CBR om M.'s rijvaardigheid opnieuw te onderzoeken blijken niet goed te zijn doorgegeven.
Overigens kreeg de verkeerspolitie na de aanrijding in 2015 al de opdracht van de leiding om "terughoudend" op te treden bij het controleren en beboeten van M. Doel was om de rechtszaak die toen speelde niet te frustreren. De commissie-Spee begrijpt die afweging, maar de oproep leidde er wel toe dat de meeste politiemedewerkers er vervolgens voor kozen om M. dan maar ongemoeid te laten.
'Lessen trekken'
De commissie beveelt in het algemeen aan om meer aandacht te schenken aan de controle op te zwaar beladen vrachtwagens. Ook moet er volgens de commissie meer oog komen voor de geestelijke gezondheid van chauffeurs van zware vrachtwagens.
De familie van de doodgereden Arno de Korte is vanochtend van de uitkomst van het onderzoek op de hoogte gesteld. Verder zegt de korpsleiding van de politie het te betreuren dat M. niet goed blijkt te zijn aangepakt. Korpschef Van Essen zegt lessen te willen trekken uit de conclusies in het rapport.