Defence for Children: uit huis geplaatste kinderen krijgen niet juiste hulp
Kinderen die uit huis worden geplaatst en hun ouders krijgen lang niet altijd de ondersteuning die ze nodig hebben, concludeert Defence for Children na onderzoek. De kinderrechtenorganisatie sprak met bijna honderd betrokken zorgmedewerkers, die denken dat betere zorg een groot deel van de uithuisplaatsingen kan voorkomen.
Het onderzoek laat zien dat kinderen in de eerste fase van hun uithuisplaatsing soms nauwelijks tot geen contact hebben met hun ouders. In de gesprekken met Defence for Children sprak slechts de helft van de zorgmedewerkers van regelmatig contact. Ook worden ouders en kinderen in veel gevallen niet betrokken bij beslissingen hierover, waardoor zij het gevoel krijgen geen enkele inspraak te hebben.
Volgens de zorgprofessionals krijgt bijna de helft van de ouders voorafgaand en tijdens de uithuisplaatsing van hun kind niet de juiste hulp. Dat komt onder meer door de lange wachtlijsten in de zorg, waardoor de ondersteuning pas laat op gang komt. Ook speelt mee dat bij de jeugdbescherming meerdere organisaties betrokken zijn, die niet altijd hetzelfde werken. Daardoor kan het gebeuren dat de betrokken partijen verschillend denken over wat een gezin nodig heeft.
"De werkwijze kan heel verschillend zijn tussen instanties", zegt advocaat Eva Huls, die het onderzoek heeft uitgevoerd, in het NOS Radio 1 Journaal. "Er moet meer uniform gewerkt worden en meer integraal naar een gezin worden gekeken, in plaats van dat iedere hulpverlener de regie voert op z'n eigen specialistische stukje."
"Een uithuisplaatsing is een zeer emotionele en impactvolle gebeurtenis", zegt Huls. "Om uithuisplaatsingen te voorkomen en het jaarlijkse aantal te verminderen, is passende zorg en begeleiding voor kinderen en ouders nodig. Nederland faalt nu en moet flink aan de bak, want kinderen hebben recht op de best passende zorg, niet op het minst slechte alternatief."
In 2020 groeiden ongeveer 43.000 kinderen niet in hun oorspronkelijke thuissituatie op. Bijna 19.000 kinderen werden dat jaar via de kinderrechter uit huis geplaatst.
Volgens Huls zijn er de afgelopen jaren door verschillende partijen veel voorstellen voor verbetering ingediend bij de Rijksoverheid. Maar ze concludeert dat daar weinig mee wordt gedaan: "Maak nou inzichtelijk wat die verbeteringen in de weg staat en maak een einde aan de belemmeringen, zodat we kunnen werken aan het verminderen van het aantal kinderen dat uit huis wordt geplaatst."