Vaker medewerker in opleiding voor de groep in kinderopvang
Om iets te doen aan het personeelstekort in de kinderopvang mogen er binnenkort vaker medewerkers in opleiding worden ingezet. Demissionair staatssecretaris Wiersma van Sociale Zaken schrijft aan de Tweede Kamer dat mensen in opleiding zwaarder gaan tellen bij de berekening van het minimaal aantal in te zetten krachten bij een groep.
Medewerkers in opleiding mogen nu maximaal een derde vormen van de leiding van een groep. Wiersma wil die norm tijdelijk verruimen naar maximaal de helft. Die maatregel moet per 1 januari ingaan en gaat een half jaar gelden.
In de kinderopvang wordt al langer geklaagd over de toenemende werkdruk en het tekort aan personeel. Door de pandemie vallen er ook veel medewerkers uit en moeten groepen steeds vaker naar huis gestuurd worden.
De tekorten waren er al, maar komen nu door corona dubbel hard aan.
Vorige maand stuurden 125 organisaties in de branche nog een brandbrief naar de staatssecretaris. Die schrijft nu dat de tekorten hem ook zorgen baren. "De tekorten waren er al, maar komen nu door corona dubbel hard aan", zegt Wiersma in een toelichting. Zijn bedoeling is "de boel zo veel mogelijk draaiende houden" en voorkomen dat groepen naar huis gestuurd worden.
Hij kondigt een aantal stappen aan voor de langere termijn, maar op de korte termijn moet vooral het ruimer inzetten van mensen in opleiding dus soelaas bieden. Volgens Wiersma hebben de brancheorganisaties daar ook zelf om gevraagd. Het gaat om mbo'ers die een Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen, waarbij ze het vak vooral in de praktijk leren. Ze zijn in dienst van de kinderopvangorganisatie en gaan maar af en toe naar school.
'Vast gezicht'
Nu mogen medewerkers in opleiding niet ingezet worden als 'vast gezicht'. Dat is een medewerker die altijd aanwezig bij een groep en zorgt voor stabiliteit. "Maar als je moet kiezen tussen een vast gezicht of een groep naar huis sturen, willen we iets meer ruimte geven om met de regels om te gaan, zodat de groep kan blijven," zegt Wiersma.
Hij wil samen met de brancheorganisaties en de toezichthouders gaan bekijken hoe ook medewerkers in opleiding kunnen worden ingezet als 'vast gezicht', zonder dat die stabiliteit in het geding komt.
De regels in de kinderopvang zijn er niet voor niets en kwaliteit is belangrijk, vindt ook de staatsecretaris. Hij benadrukt dat het om tijdelijke versoepelingen gaat en dat de ruimere inzet van mensen in opleiding altijd in overleg moet gaan met de ouders.
Dilemma
Emmeline Bijlsma, directeur van Brancheorganisatie Kinderopvang, zegt dat medewerkers in opleiding in de praktijk vaak al wel een bekend gezicht zijn voor de kinderen, terwijl ze nog niet als zodanig meetellen. Ze spreekt van een dilemma: "Sturen we kinderen naar huis naar gestresste ouders die moeten werken, of vang je ze op in minder ideale omstandigheden? We zorgen natuurlijk altijd dat kwaliteit op bepaalde standaard blijft."
De belangenorganisatie voor ouders met kinderen in de opvang BOINK vindt de tijdelijkheid van de versoepeling heel belangrijk. "De staatssecretaris lost nu een deel van de problemen voor de korte termijn op," zegt voorzitter Gjalt Jellesma.
Hij vermoedt dat het structurele probleem van het personeelstekort op lange termijn groter kan worden. "Door het versoepelen van de regels neemt de werkdruk toe voor de huidige medewerkers. Zij dragen verantwoordelijkheid voor meer kinderen en moeten niet volledig gekwalificeerde collega's begeleiden. Door die hogere werkdruk kunnen zij eerder in de verleiding komen ander werk te zoeken."