Klimaatakkoord Parijs niet nageleefd, olie- en gaswinning blijft juist toenemen
Ondanks alle internationale afspraken en ambities die de opwarming van de aarde moeten beperken, maken veel landen nog steeds plannen om in 2030 meer dan het dubbele van de hoeveelheid fossiele energie te produceren dan is afgesproken in het Klimaatakkoord van Parijs. Dat blijkt uit een rapport van VN-milieuagentschap UNEP.
De gas- en olieproductie neemt de komende twintig jaar wereldwijd toe en de kolenproductie neemt maar een beetje af. Dat staat haaks op de afspraken die mondiaal zijn gemaakt om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad. Investeringen in schone energie zoals zonne- en windenergie blijven achter, schrijft UNEP, terwijl overheden miljarden euro's in olie- en gasprojecten pompen.
Om het tij nog te kunnen keren, moet de productie van fossiele brandstoffen snel worden afgebouwd en in 2030 zijn gehalveerd, schrijft UNEP. Maar in plaats daarvan voeren overheden de productie verder op en dreigt de opwarming van de aarde in 2040 boven de 2 graden uit te komen.
Ambitie tonen
"Er is nog tijd om de opwarming op lange termijn te beperken tot 1,5 graad, maar deze kans wordt snel kleiner", zegt Inger Andersen, directeur van UNEP. Ze roept regeringen op om ambitie te tonen tijdens de VN-klimaattop die in november in Glasgow plaatsvindt. "Regeringen moeten opstaan en snelle en onmiddellijke stappen nemen om de kloof in de productie van fossiele brandstoffen te dichten en een rechtvaardige overgang te garanderen."
Het agentschap legt sinds 2019 de productieplannen van de regeringen naast de cijfers die zijn afgesproken in het Klimaatakkoord van 2015. Ze concluderen dat de streefcijfers tot nu toe nog niet zijn gehaald en dat landen structureel onvoldoende doen om de opwarming van het klimaat, met alle rampzalige gevolgen van dien, te stoppen.
Het rapport onderschrijft de bevindingen van het internationale VN-klimaatpanel afgelopen juli dat er drastische en grootschalige maatregelen nodig zijn om de temperatuurstijging op aarde te beperken. Als de landen hun huidige plannen handhaven, is de gemiddelde temperatuur wereldwijd aan het einde van de eeuw met zo'n 2,7 graden gestegen, waarschuwde het panel.
Ambitieuzere plannen
António Guterres, secretaris-generaal van de VN, wijst vooral de rijke landen op hun verantwoordelijkheid. "De G20-landen zijn verantwoordelijk voor 80 procent van de wereldwijde uitstoot. Hun leiderschap is meer dan ooit nodig. De beslissingen die zij nu nemen, bepalen of de belofte die in Parijs is gedaan wordt nagekomen of niet."
Hij roept die landen dan ook op om met verdergaande plannen naar de klimaattop te komen, bijvoorbeeld op het gebied van het verduurzamen van woningen, industrie en vervoer.