Hausse aan reizigers verwacht: kun je straks nog zitten in het ov?
Jorn Kompeer
redacteur Binnenland
Jorn Kompeer
redacteur Binnenland
Afgelopen anderhalf jaar zaten ze nauwelijks in het openbaar vervoer. Studenten aan hogescholen en universiteiten volgden hun lessen noodgedwongen thuis, vaak op de kamer achter de laptop. Als ze al met de trein, bus, tram of metro gingen, was dat vaker voor sociale activiteiten dan voor een reis naar school.
Maar dat verandert morgen. Hogescholen openen de deuren en een week later is het de beurt aan de universiteiten. Ook de mbo's - die voor de zomervakantie al deels open waren - gaan morgen weer volledig beginnen. Ondanks dat er nog enkele coronabeperkingen gelden, zoals het aantal mensen dat gelijktijdig een collegezaal in mag, is de verwachting dat honderdduizenden studenten het openbaar vervoer weer nodig hebben.
"De groep studenten en scholieren is ongeveer een kwart van het totale aantal reizigers, een hele belangrijke en grote groep dus", zegt Pedro Peters van brancheorganisatie OV-NL. "De eerste weken zal het nog wel loslopen. Maar zeker in oktober en november, normaal onze drukste maanden, gaan we zien hoe het allemaal uitpakt."
Op dit moment is het aantal reizigers dat met het openbaar vervoer gaat ongeveer 60 procent, ten opzichte van de periode voor corona. "Dat verschilt wel per regio", zegt Peters. "In Rotterdam zitten ze daar bijvoorbeeld al boven, maar in Amsterdam is het juist rustiger omdat er minder toeristen zijn."
Het gemiddeld aantal reizigers dat met het openbaar vervoer reist, komt van ver. Ruim een jaar geleden was het gedaald tot slechts 10 procent, zo is te zien aan het aantal inchecks met de ov-chipkaart:
Beetje bij beetje komen de reizigers dus terug, met komende weken waarschijnlijk een hoogtepunt. Toch is iedereen in de ov-sector het erover eens dat als sardientjes in de trein staan niet meer kan. NS-topvrouw Marjan Rintel zei eerder dat er een einde moet komen aan de zogenoemde hyperspits: "Dat wil niemand meer".
De verwachting is nu dat door alle versoepelingen ongeveer 80 procent van het oude aantal reizigers de weg naar het ov weer gaat vinden, vooral in oktober en november. "Als iedereen dan weer terugvalt in het oude gedrag, en we dus weer allemaal dezelfde trein pakken, staan we ouderwets in elkaars nek te hijgen", zegt Peters. "Zeker nu we plekken sneller als druk ervaren, kan dat tot problemen leiden."
'Ingewikkelde roosters'
Spreiden is daarvoor de oplossing, denken ze in de sector. Jarenlang kwam dat niet van de grond, tot corona. Enkele onderwijsinstellingen hebben nu afspraken gemaakt met vervoerders en zo hun rooster beter afgestemd op de dienstregeling en de aanvangstijden van andere scholen in de buurt. Dit gebeurt bijvoorbeeld in Nijmegen en Rotterdam.
Goed nieuws, vindt Peters. Maar hij is er niet gerust op: "Afgelopen maanden waren scholen door het kabinet verplicht om te werken aan spreiding. Die landelijke verplichting is er nu - tot verdriet van het openbaar vervoer - vanaf." Peters merkt dat sommige scholen daardoor terugvallen in oude roosters, waarbij iedereen tegelijk begint. "Iedereen moet dan automatisch in die ene bus, terwijl een paar klassen 15 minuten later laten beginnen al een wereld van verschil kan maken."
Hij ziet dat sommige onderwijsinstellingen het roosteren op spreiding zien als een last. "Ze zeggen dat alle roosters van de docenten en studenten helemaal op de schop moeten, zonder dat de school daar zelf van profiteert." Maar daar is de voorzitter van OV-NL het niet mee eens: "Reizigers komen veel comfortabeler op hun locatie aan, daar heeft iedereen wat aan."
Niet iedereen hoeft die spits uit. Maar als je het ook maar ietsje kan spreiden, dan ben je al spekkoper.
Toch liggen de spreidingskansen niet alleen bij het onderwijs, zegt TU Delft-onderzoeker Niels van Oort. Uit onderzoek dat hij samen met de NS doet onder 25.000 treinreizigers, blijkt dat twee derde van de forenzen wil blijven thuiswerken.
"Maar niet elke dag", zegt Van Oort er meteen bij. Op maandag, dinsdag en donderdag verwachten mensen nog wel naar kantoor te reizen. "Als iedereen het zo doet, levert dat voor de spreiding niet zoveel op. Woensdag en vrijdag zijn bovendien altijd al rustigere dagen in het ov."
Daarbij ligt de bal ook bij de werkgevers, vinden ze in de ov-sector. Bijvoorbeeld in het plannen van fysieke vergaderingen. Van Oort: "Niet iedereen hoeft die spits uit. Maar als je het ook maar ietsje kan spreiden, dan ben je al spekkoper."