Waarom Feyenoord door aanpak van Slot aanvallender is dan onder Advocaat
De start van Arne Slot als trainer van Feyenoord verloopt veelbelovend en had - op de bijna-uitglijder tegen FC Drita na - eigenlijk niet beter gekund.
Van de zeven officiële wedstrijden won Feyenoord er zes en speelde het één keer gelijk. Analisten en voetballiefhebbers hoeven er ook niet voor te hebben doorgestudeerd om het te zien: Feyenoord speelt energieker en veel aanvallender dan onder de vorige trainer Dick Advocaat.
Dat beeld wordt bevestigd door cijfers van databureau Opta en is wellicht donderdagavond ook terug te zien in de play-offwedstrijd tegen IF Elsborg voor de Conference League.
Hoewel het seizoen pas kort onderweg is en de omvang van de data daardoor nog niet heel groot is, is er wel een duidelijk verschil te zien in de spelopvatting van Feyenoord. Zowel aanvallend als verdedigend komt Feyenoord beter voor de dag dan vorig seizoen.
Aanvallend
Uit de cijfers blijkt vooral dat Feyenoord aanvallend veel vaker in het strafschopgebied van de tegenstander is te vinden. Waar de Rotterdammers vorig seizoen per wedstrijd gemiddeld zo'n 27 balcontacten hadden in het strafschopgebied van de tegenstander, is dat onder Arne Slot gestegen naar meer dan 40.
Dat levert meer schoten en meer schoten op doel op, wat dan weer leidt tot meer goals en meer expected goals (het aantal doelpunten dat je mag verwachten op basis van de kwaliteit van de kansen).
Dat Feyenoord in aanvallend opzicht dergelijke cijfers kan overleggen, komt mede doordat de tegenstander eerder onder druk wordt gezet. Slot wil dat zijn ploeg hoog en actief druk zet.
Vijandelijk doel
Dat is terug te zien in het aantal high turnovers, een statistiek die laat zien hoe vaak een team een aanval binnen 40 meter van het vijandelijke doel begint. Feyenoord noteert dit seizoen gemiddeld 15,3 high turnovers per wedstrijd, dubbel zo veel als vorig seizoen (7,5).
Advocaat liet zijn ploeg dus meer inzakken voordat het probeerde de bal te veroveren. Het aantal schoten en doelpunten uit een high turnover ligt vanzelfsprekend ook een stuk hoger. Vorig seizoen maakte Feyenoord in totaal vier goals na een balverovering diep op de helft van de tegenstander, de teller staat voor dit seizoen al op drie.
Slot wil dat zijn ploeg sneller en dieper op de helft van de tegenstander in balbezit komt. Dat betekent ook dat de tegenstander minder passes mag of kan geven voordat Feyenoord een defensieve actie onderneemt.
Vorig seizoen probeerde Feyenoord na zo'n twaalf passes van de tegenstander in te grijpen, dit seizoen gebeurt dat al na ongeveer acht passes. Die statistiek is gevangen in het aantal passes per defensieve actie (PPDA).
Verdedigend
Niet alleen aanvallend, maar ook verdedigend hebben Slot en Feyenoord de zaken prima op orde. Feyenoord hield in zes van de zeven wedstrijden het eigen doel schoon. Het gebeurde in november 2014 voor het laatst dat Feyenoord in vijf opeenvolgende wedstrijden de nul hield.
Feyenoord krijgt tot dusverre gemiddeld 0,3 tegengoal per wedstrijd, terwijl dat aantal vorig seizoen op meer dan 1 lag. De Rotterdammers weten de tegenstander veel meer buiten het eigen strafschopgebied te houden, waardoor Feyenoord minder schoten en schoten op doel tegen krijgt.
Ook het aantal expected tegengoals ligt lager dan vorig seizoen.