Anne blijft nog heel even in Kabul: 'Afghanen voelen zich in de steek gelaten'
Verlaat Afghanistan zo snel mogelijk, roept de Nederlandse ambassade landgenoten op. "Ik en mijn collega's met een Europees paspoort zitten in de ontzettende luxepositie dat we altijd weg kunnen", reageert Anne Kwakkenbos in hoofdstad Kabul. "Maar de mensen hier zitten vast in een levende gevangenis."
Ook veel van haar collega's zijn Afghaans en kunnen dus ook niet zomaar vluchten voor de oprukkende Taliban. Terwijl juist zij vanwege hun werk voor hulporganisaties, in dit geval Cordaid, extra gevaar lopen om te worden aangevallen. "Er is hier ontzettend veel spanning. Je ziet nu al dat mensen die bijvoorbeeld als vertaler hebben gewerkt het doelwit worden. Heel zwaar om te zien."
Vanwege de snelle opmars van de Taliban hebben ook de Britse en Amerikaanse ambassades burgers opgeroepen om zo snel mogelijk te vertrekken. In de hoofdstad Kabul is het ondanks alle zorgen volgens Kwakkenbos nog relatief veilig.
Veroveringen door Taliban
De hoofdstad is het doelwit van bloedige aanslagen, zoals recent op de minister van Defensie. Toch is nog niet sprake van een belegering, in tegenstelling tot veel andere plekken in het land. De Taliban hebben inmiddels ruim de helft van alle 421 districten van Afghanistan in handen. Dit zijn overwegend dunbevolkte en afgelegen gebieden.
"Het is hier in Kabul niet veilig op straat, maar dat is niets vergeleken met andere steden waar hard gevochten wordt of de Taliban nu de macht heeft", zegt de Nederlandse Kwakkenbos. "Daar is het voor de burgerbevolking verschrikkelijk op dit moment."
Kwakkenbos is nu twee weken in Afghanistan. Ze werkt voor de hulporganisatie als expert gender- en vrouwenrechten. Kwakkenbos legt uit dat ze de oproep om zo snel mogelijk te vertrekken serieus neemt, "maar onmiddellijk is lastig". Vooralsnog mikt ze op haar voor volgende week geboekte vliegticket.
"Mijn expat-collega's zorgen er ook voor dat ze voor eind augustus weg zijn, want dan wordt het echt spannend", zegt ze. Uiterlijk 31 augustus willen de Verenigde Staten hun militairen hebben teruggetrokken uit Afghanistan. Hetzelfde geldt voor de laatste NAVO-troepen, die nu nog het internationale vliegveld van Kabul beschermen.
'In de steek gelaten'
"Dat vliegveld is voor ons de enige uitweg", zegt Kwakkenbos. "We komen vast te zitten als de internationale troepen het vliegveld niet meer kunnen bewaken of als er geen commerciële vluchten meer gaan. Dus ik snap de oproep van de ambassades heel goed. Maar het staat wel in contrast met de roep om hulp van de Afghaanse bevolking. Mensen voelen zich in de steek gelaten."
Ze vervolgt dat 99 procent van haar medewerkers bij de hulporganisatie hier Afghaans is. Solidariteit speelt volgens Kwakkenbos een rol bij het besluit om nog even te blijven in een poging zo veel mogelijk voor elkaar te krijgen. Ze vindt daarnaast dat de internationale gemeenschap veel meer zou moeten doen om de situatie te verbeteren.
'Geen mensenrechten meer'
Strijders van de Taliban drongen vandaag Sheberghan binnen, de hoofdstad van de noordelijke provincie Jowzjan. Volgens sommige media is de stad ingenomen, maar de regering spreekt dat tegen. Als het wel klopt, is het de tweede provinciehoofdstad in twee dagen tijd die is veroverd door militairen van de terreurbeweging. De Taliban waren tot aan de buitenlandse invasie van 2001 ook al enkele jaren aan de macht in Afghanistan.
De berichten en verhalen die Kwakkenbos meekrijgt over de plekken waar de Taliban weer heerst, stemmen haar somber. "Bijvoorbeeld dat vrouwen gedwongen worden om niet meer over straat gaan. Dat een vrouw die voor het ministerie van Vrouwenzaken werkte is neergeschoten. En een bekende comedian is geëxecuteerd. Daar zie je dat de mensenrechten en met name de vrouwenrechten geen rol meer spelen."