Jongetje Croon is volwassen geworden: 'Met balletje spelen nog steeds het leukst'

"Een jongetje was ik nog in Rio. Ik had geen idee. Pas later drong het tot me door dat ik op het grootste sportevenement van de wereld had gespeeld, tussen de grootste atleten van de wereld."

Jorrit Croon was pas 17 jaar toen hij door Max Caldas werd gebeld. "Je bent geselecteerd voor de Olympische Spelen in Rio", was de boodschap. "Tuurlijk coach. Ik ben erbij."

Jaap Stockmann was in Rio de ervaren rot in het Nederlandse doel. "Nul ervaring had hij, echt een jong mannetje", vertelt Stockmann. "Hij keek zijn ogen uit. Maar juist omdat hij er zo bleu inzat, speelde hij de sterren van de hemel en was hij een van de besten van het team."

Onbevangen stond Croon - als jongste hockeyer ooit op de Spelen - tussen de grote mannen op het olympische kunstgras. In zijn eerste wedstrijd tegen Argentinië liet hij zich gelden met een groene kaart. Hij scoorde in de groepsfase tegen Ierland en ook in de troostfinale tegen Duitsland. Maar uiteindelijk stond hij met lege handen.

Vijf jaar later is Croon een van de steunpilaren van Oranje en gaat hij op voor zijn tweede Spelen. In Tokio wil hij de vierde plaats van 2016 overtreffen, koste wat het kost. Maar eerst is er deze week nog het EK, in eigen land.

"Ik ben vijf jaar ouder, heb heel veel wedstrijden gespeeld. De druk van 'het grote talent', de aandacht vooral na de Spelen, daar heb ik het wel moeilijk mee gehad. Toen was ik een jongetje, nu begin ik een man te worden."

Croon vertelt zijn verhaal terwijl hij pielend met bal en stick langs de Amsterdamse grachten beweegt. Een keer valt de bal in het water. Hij blijft drijven. "Met een balletje spelen vind ik nog steeds het leukst. En varen op de grachten, dan kan ik echt rust vinden."

Tik, tik, tik

Langs de grachten, in de boot of op het kunstgras van het Wagener-stadion in Amstelveen, decor van de Europese titelstrijd. Croon doet waar hij het beste in is. In het eerste groepsduel tegen Frankrijk heeft hij amper twee minuten nodig om het publiek op de banken te krijgen.

Met een handig wippertje glipt hij langs zijn tegenstander. Drie keer stuit de bal van de stick in de lucht. Tik, tik, tik. Na de derde tik laat Croon de bal op het kunstgras vallen, om hem in een beweging langs de uitgekomen doelman te schuiven.

Het enige wat ontbreekt, is een doelpunt. De bal gaat voorlangs.

Croon wint met Oranje het openingsduel met 3-0 van de Fransen, de ploeg van zijn toekomstige bondscoach Jeroen Delmee. De Brabander is nog altijd recordinternational met 388 interlands. Croon staat ondanks zijn 22 jaar al op 81 interlands en het einde is nog niet in zicht.

Mogelijk schuilt er later ook een coach in hem. Zijn uitvoerige en gedetailleerde analyse van de vlak daarvoor gespeelde wedstrijd doet vermoeden dat het met zijn tactisch inzicht wel goed zit.

Olympische Spelen

Het allesbepalende doel deze zomer is olympisch goud in Tokio. Maar ook bij het EK wil Croon scoren. Zondag volgt de kraker in de groepsfase tegen Duitsland, dinsdag is Wales de tegenstander.

Maar de te kloppen ploeg deze zomer is waarschijnlijk België, de ploeg die vijf jaar geleden stuntte door Nederland uit de olympische finale te houden. Dit keer is België zaterdag 24 juli in Tokio de eerste tegenstander op weg naar olympische roem.

Ga maar na; in 2018 waren de Belgen te sterk voor Oranje in de WK-finale in het Indiase Bhubaneshwar. In 2019 pakte België ook de Europese titel en is daarmee regerend kampioen.

Een keer was België de laatste jaren geen spelbreker op een groot toernooi. Bij het EK van 2017 - ook toen in Amstelveen - werd Oranje in de groepsfase met liefst 5-0 afgedroogd door de Belgen. Maar in de finale knokte Oranje zich terug na een 2-0 achterstand en won uiteindelijk met 4-2.

Precies een week geleden veegde Nederland de Belgen in een oefenduel in Antwerpen van de mat (4-0), maar wellicht houden de Belgen hun kaarten nog even tegen de borst.

Van sparen is bij Croon geen sprake. "Om goed te zijn in Tokio moet je ook goed zijn op het EK in eigen land", zegt hij vastberaden. "Het kan een heel mooie zomer worden."