Coronasteun wordt verlengd, 'maar we moeten er een keer mee stoppen'
Linda Wisse en Kees Rottinghuis
Economie redacteuren
Linda Wisse en Kees Rottinghuis
Economie redacteuren
Het kabinet kondigt vandaag naar alle waarschijnlijkheid een verlenging van steun- en herstelpakketten aan voor bedrijven om de coronacrisis door te komen. De coronasteun wordt daarmee voor de vierde keer verlengd.
Ondernemers zijn daarmee geholpen, maar het Centraal Planbureau en verschillende economen adviseerden juist om de coronasteun zo snel mogelijk af te bouwen zodra er versoepelingen zijn. Zo zegt Arnoud Boot, hoogleraar ondernemingsfinanciering aan de UvA: "Als ondernemingen weer kunnen ondernemen, dan moeten ze hun eigen broek ophouden."
Het aantal faillissementen en de werkloosheid zijn door de coronasteun beperkt gebleven. Sterker nog, er waren in het afgelopen jaar minder faillissementen dan gemiddeld en de werkloosheid is bijna terug op het niveau van voor de coronacrisis.
Haven is in zicht
Toch heeft het kabinet besloten om de steunpakketten weer te verlengen. In Den Haag is er veel steun voor dat besluit. Het kabinet is langs alle fractievoorzitters geweest en die waren het er grotendeels mee eens. Politiek gezien is het lastig om over het afbouwen van de steun te praten terwijl veel bedrijven het zwaar hebben.
Marieke Blom, hoofdeconoom bij de ING, is het ook eens met verlenging. "We verwachten dat de wereld weer normaal wordt, dus zonde om vlak voor de haven het schip te laten zinken."
"De coronasteun komt vooral terecht bij bedrijven die gewoon gezond zijn. In een normaal jaar gaat ongeveer 1 procent van het totale bedrijfsleven failliet. Misschien hadden er wat meer bedrijven failliet mogen gaan, maar waarschijnlijk heeft meer dan 9 op de 10 bedrijven die coronasteun ontvingen hierna gewoon bestaansrecht."
Maar volgens hoogleraar Boot is de plek waar het geld terechtkomt niet het probleem. De steun leidt ertoe dat bedrijven "veranderingen uitstellen omdat ze in de tussentijd worden gecompenseerd". De economie van voor de coronacrisis bestaat niet meer en het bedrijfsleven moet zich daaraan aanpassen, zegt hij.
Kleffe deken
Boot: "Wie weet hoeveel startende ondernemers aan de zijkant staan die niet worden gesteund? De overheid legt een kleffe deken over de economie. Zo hou je vernieuwing tegen en je wil juist dat een economie dynamiek heeft. De schatkist staat open en dan gaat het bedrijfsleven achteruit leunen."
De steun- en herstelpakketten bestaan onder meer uit loonsteun (NOW), de tegemoetkoming voor vaste lasten (TVL) en de Tijdelijke Overbruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers (TOZO). De staatsschuld neemt door de coronasteun toe.
Hoeveel euro's steun ondernemers ontvangen, is afhankelijk van het omzetverlies. Daarom denkt ING-econoom Blom dat de overheidsbegroting minder onder druk komt te staan als er versoepeld wordt. "Om coronasteun te ontvangen, moeten bedrijven zeker 20 tot 30 procent omzetverlies hebben. Dus naar de huidige omstandigheden verwacht ik dat weinig bedrijven gebruik maken van de coronasteun, want weinig bedrijven hebben een groot omzetverlies."
Belastingschulden blijven
Het kabinet maakt waarschijnlijk ook bekend dat het de belastingschulden van ondernemers niet kwijt zal schelden. Dat zou onrechtvaardig zijn tegenover de bedrijven die wel hun best hebben gedaan om de belastingen te betalen. Ondernemers krijgen wel langer de tijd om hun schuld af te lossen bij de Belastingdienst. In totaal is de gezamenlijke belastingschuld van bedrijven opgelopen tot 16 miljard euro.
"Het lijkt me onlogisch om de belastingschuld kwijt te schelden, want die is ook gebruikt door bedrijven waar het goed mee ging", zegt Blom. Volgens haar kan de schuld in noodgevallen alsnog worden kwijtgescholden volgens een mogelijkheid in de faillissementswet. "Uitstel helpt bedrijven om de crisis uit te komen, en als het stof dan is neergedwarreld, kan de schuld van hard geraakte bedrijven deels worden kwijtgescholden."
Ook de coronasteun kan leiden tot schulden. Zo is de loonsteun een voorschot. Het kan zijn dat ondernemers terug moeten betalen omdat ze te veel hebben ontvangen. In december bleek dat zo'n 60 procent van de bedrijven die loonsteun ontvingen ten minste een deel terug moesten betalen.
Boot vindt ook dat er uitstel moet komen voor het terugbetalen van schulden. "Als bedrijven door corona hoge schulden hebben opgebouwd kunnen ze daar niks aan doen. Die schulden kunnen als een molensteen functioneren. Daar moet de overheid ze bij helpen zodat ze langzamer kunnen terugbetalen."
De verlenging van de steunpakketten zal de discussie volgens Boot niet lang verstommen. "Over anderhalve maand hebben we het er weer over. We moeten er een keer uit."