Oranje terug in Turkije, waar de gifbeker in 2015 voor iedereen leeg moest
Het Nederlands elftal begint de kwalificatiereeks voor het WK van 2022 vanavond in Istanbul met een uitwedstrijd tegen Turkije. De laatste keer dat Oranje de Turken trof, waren de magere jaren van het Nederlandse voetbal net aangebroken. Op 6 september 2015 gingen de zielloze Oranjehemden met 3-0 onderuit en was het EK in Frankrijk verder weg dan ooit.
"We tellen niet meer mee, het land walgt van Oranje", kopte het AD de volgende ochtend. "De Leeuw staat in zijn hemd, wat een blamage!", schreef De Telegraaf. En de Volkskrant sprak van "een flets, afstotend elftal dat de ondergrens heeft bereikt".
De catastrofe in Konya was - maar dat wisten we toen nog niet - de opmaat naar een donkere periode met twee gemiste eindtoernooien. Voor Jack van Gelder, die het commentaar voor Langs de Lijn verzorgde, was het een weemoedige avond: het was zijn driehonderdste en laatste interland als NOS-radiocommentator.
"Het was een enorme afgang. Oranje werd van alle kanten aan flarden gespeeld", vertelt Van Gelder. "Als ik erop terugkijk, overheersen het drama en de bittere nasmaak."
Hoe erg was het ook alweer op die warme septemberavond in Konya?
Chagrijn rond Oranje
De stemming rond Oranje was in de aanloop naar het duel, op zijn zachtst gezegd, ronduit chagrijnig. Een jaar eerder was Nederland nog de trotse nummer drie op het WK, maar na een reeks matige tot slechte wedstrijden onder de nieuwe bondscoach Guus Hiddink werd er niet meer gelachen.
Hiddink stapte in juni op en zijn assistent Danny Blind, die eigenlijk pas na het EK zou instappen, volgde hem op. Hij was niet te benijden. Zijn debuutwedstrijd, drie dagen eerder in Amsterdam tegen IJsland, ging troosteloos met 1-0 verloren, met een vroege rode kaart voor Bruno Martins Indi en een blessure van aanvoerder Arjen Robben.
In kwalificatiegroep A waren de nummers een en twee, IJsland en Tsjechië, daardoor al praktisch onbereikbaar. De derde plaats, die recht zou geven op play-offs, had Oranje nog in het vizier. Maar dan moest er wel minstens een punt worden gepakt in Turkije.
De opstelling van bondscoach Blind kende een paar namen die ook nu nog steeds erbij zijn: Jasper Cillessen, Daley Blind, Davy Klaassen, Memphis Depay en (de nu door corona gevelde) Stefan de Vrij.
Geduld voor Van Dijk
Georginio Wijnaldum werd gepasseerd en zat op de bank, naast Virgil van Dijk. De toenmalige Southampton-verdediger was op het laatste moment als vervanger opgeroepen en zou pas een maand later bij Oranje debuteren.
"Die verdediging is natuurlijk niet best", oordeelt Van Gelder met de kennis van nu, als hij de namen van Jaïro Riedewald, Jeffrey Bruma en Gregory van der Wiel hoort langskomen. "Maar met het middenveld en de aanval is eigenlijk niet veel aan de hand, hoewel je een vraagteken bij Luciano Narsingh kan zetten."
Afgetroefd
Met 42.000 toeschouwers - publiek was destijds nog heel gewoon - was het een ouderwetse heksenketel in de Torku Arena in Konya, waar Oranje op alle fronten werd afgetroefd. Na matig verdedigen van Bruma en De Vrij stonden de Turken na acht minuten al op voorsprong door een goal van Oguzhan Özyakup, geboren in Zaandam.
Na een klein half uur schoot aanvoerder Arda Turan na balverlies van Blind de 2-0 langs de grabbelende Cillessen. Het worstelende Oranje kreeg nog wel wat kansen, maar het slotakkoord was voor Burak Yilmaz, die vlak voor tijd via het been van Riedewald de pijnlijke 3-0 op het scorebord liet noteren.
Afijn, oordeelt u zelf:
"De chemie ontbrak, het elftal functioneerde niet, het ontbrak aan spirit en er was geen geloof", vat Van Gelder de misère van het toenmalige Oranje samen. "Die hele cyclus was beroerd, maar de wedstrijd in Konya was de druppel. Ook buiten het veld was het bij Oranje allemaal geforceerd, alles ging moeilijk. En op het veld was het knudde."
Bedremmeld
Terwijl in Nederland veel Turken toeterend en feestend de straat opgingen, stonden de Nederlanders in Turkije bedremmeld de pers te woord.
"We doen onszelf tekort", sprak bondscoach Blind. "Ik vind dit echt vreselijk", bekende Van Persie. Daley Blind wond er geen doekjes om: "Ik sta hier met de pest in mijn lijf." En volgens Sneijder was er misschien wel te weinig kwaliteit en had Oranje een wonder nodig om het EK te kunnen halen. Spoiler alert: dat wonder kwam er niet.
Vlak voor de interviews had Jack van Gelder zijn laatste woorden als radiocommentator gesproken: "Driehonderd interlands en dan eindigt het zo. De gifbeker moet ook voor mij leeg."
"Ik heb veel mooie successen meegemaakt met Oranje. Maar ik ben ook heel kritisch en soms ook cynisch geweest. En dat is niet anders dan terecht. Alles en iedereen zakt door een ondergrens. Dit was 'm, ik vond het mooi om te kunnen doen. Dankjewel, luisteraar", aldus de afsluiting van Van Gelder in Langs de Lijn.
Een latertje werd het dan ook niet voor Van Gelder in Konya. "We hebben na afloop nog wel wat gedronken, maar iedereen had iets van pffffff. Het maffe was, bij een goed resultaat was Oranje van plan om voor mijn afscheid bij me langs te komen in dat kleine studiootje, om me te feliciteren en een shirt cadeau te doen."
"Maar Cillessen zei me dat de stemming er niet echt naar was. Nu kreeg ik het shirt de volgende dag op het vliegveld."
Nieuwe generatie
Het zou nog wel een paar jaar duren voor de stemming bij Oranje er weer in kwam. Het EK van 2016 werd misgelopen en de kwalificatie voor het WK van 2018 liep ook uit op een pijnlijke mislukking.
"Ach, je hebt altijd wel een dip", relativeert Van Gelder. "De grote jongens zaten toen in hun nadagen. Nu is er een nieuwe generatie en zijn de jongens van toen doorgegroeid. Het gaat altijd in golfbewegingen."