Bijna helft van bedrijven maakte in 2020 gebruik van coronasteun
Bijna de helft van de bedrijven met twee of meer personen in dienst maakte in 2020 gebruik van een steunmaatregel van de overheid. De meeste bedrijven deden een aanvraag voor loonsteun, daarna volgden een tegemoetkoming voor vaste lasten en uitstel van betalingen. In totaal deed 48 procent van de bedrijven een steunverzoek.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek berekende dat op basis van voorlopige cijfers in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Het meest werd gebruikgemaakt van de NOW-regeling (28 procent) - deze staat ook wel bekend als de loonsteun. Daarna volgde de TOGS/TVL-regeling (24 procent) - de steun voor vaste lasten - en de uitstel van belastingbetaling (22 procent). Een deel van de bedrijven gebruikte een combinatie van deze regelingen.
Zelfstandige ondernemers zijn niet in deze berekeningen meegenomen. Zij konden aanspraak maken op de Tozo-regeling.
De meeste steun werd aangevraagd door horecabedrijven. Horecabedrijven moesten maanden hun deuren gesloten houden. Hetzelfde overkwam de overige dienstverlening (zoals kappers en schoonheidssalons) en cultuur, sport en recreatie. Ook vanuit deze sectoren kwamen veel aanvragen voor steun.
Tijdens de eerste aanvraagperiode maakten de meeste bedrijven gebruik van de regeling voor loonkosten of vaste lasten. In de tweede aanvraagperiode was dat minder, maar toen waren er ook minder maatregelen van kracht. De economie groeide in het derde kwartaal met 7,8 procent ten opzicht van het kwartaal eerder.
Toen aan het einde van het jaar eerst de horeca en later veel andere sectoren weer dicht moesten, nam het gebruik van de loonsteun weer toe. Wel waren er minder aanvragen dan bij de eerste aanvraagperiode.