Zorgen over nieuwe coronavarianten; wat betekent dit voor werking van vaccins?
Joram Bolle
Joram Bolle
Het had wat voeten in de aarde, maar inmiddels zijn we in Nederland ruim twee weken aan het vaccineren tegen corona: een voorzichtig flikkerend lampje aan het eind van de tunnel.
En toen kwamen de virusmutaties. Eerst de Britse, daarna ook de Zuid-Afrikaanse en de Braziliaanse.
"We zien een afname van het aantal gevallen, maar tegelijkertijd zien we een donkere wolk hangen", sprak Jaap van Dissel woensdag in de Tweede Kamer. Blijkt de donkere wolk een regenbui waardoor de tunnel overstroomt? Drie vragen en antwoorden over de mutaties en de vaccinaties.
1. Wat weten we over de effectiviteit van de huidige vaccins bij coronamutaties?
De Britse variant is anders dan eerdere mutaties omdat hij naar schatting zo'n 30 procent besmettelijker is. Farmaceut Pfizer heeft daarom in het lab gekeken naar antistoffen in het bloed van gevaccineerde personen. Die antistoffen blijken de Britse variant even goed te neutraliseren als de klassieke coronavariant.
"Dat is een belangrijke indicatie dat het vaccin ook effectief is tegen de Britse variant", zegt woordvoerder Jan Willem de Heer van Pfizer.
Voor de Zuid-Afrikaanse variant ligt het iets anders. Die mutatie lijkt ervoor te zorgen dat het virus zich sneller en sterker hecht aan menselijke cellen.
Dat doet het net als het oorspronkelijke coronavirus via het zogeheten spike-eiwit aan de buitenkant van het virus. De meeste bestaande vaccins zorgen ervoor dat je immuunsysteem dat spike-eiwit herkent. Omdat het spike-eiwit niet substantieel anders lijkt bij alle bekende varianten, is de theorie dat vaccins ook in die gevallen werken.
Demissionair minister De Jonge wil de tweede Pfizer-prik uitstellen om sneller meer mensen te vaccineren:
Maar Zuid-Afrikaanse onderzoekers stelden deze week vast dat de natuurlijke antistoffen van mensen die eerder corona hebben gehad, er waarschijnlijk niet voor zorgen dat je niet met de Zuid-Afrikaanse variant besmet kunt worden. Als ons eigen immuunsysteem niet de juiste antistoffen aanmaakt om de Zuid-Afrikaanse variant te herkennen, is de vraag of de vaccins dat wel doen.
Pfizer onderzoekt dat nu met bloed van gevaccineerde personen in het lab. Binnenkort gebeurt dat ook met de Braziliaanse variant, zegt Pfizer.
2. Wat als een vaccin niet effectief blijkt te zijn?
Het kan zijn dat uit onderzoek blijkt dat de vaccins minder goed werken tegen bijvoorbeeld de Zuid-Afrikaanse variant, maar dat betekent nog niet dat ze helemaal niet werken, zegt Jan Willem de Heer: "Het bestaande vaccin grijpt aan op verschillende plekken op het spike-eiwit."
Mogelijk beschermen de bestaande vaccins niet tegen het krijgen van een infectie met de Zuid-Afrikaanse variant, maar voorkomen ze wel dat je ernstig ziek wordt. Hoogleraar vaccinologie Anke Huckriede van het UMCG: "Het in vitro labonderzoek kijkt maar naar zo'n 10 procent van alle antilichamen, de zogeheten neutraliserende antilichamen. Andere antistoffen zijn niet op die manier te meten, maar helpen wel bij bescherming tegen het virus."
Als uit het onderzoek van de farmaceuten in het lab zou blijken dat de neutraliserende antilichamen de Zuid-Afrikaanse variant niet helemaal uitschakelen, betekent het nog niet gelijk dat er een aangepast vaccin nodig is. Huckriede: "Bij griepvaccins weten we hoeveel neutraliserende antistoffen we in vitro moeten meten om te kunnen schatten of een vaccin nog effectief is. Voor het coronavirus weten we dat nog niet."
3. Hoe snel kan een vaccin worden aangepast?
Volgens farmaceuten en deskundigen kan dat relatief snel, zeker in het geval van de mRNA-vaccins waar onder meer Pfizer en Moderna gebruik van maken. "De reden om te kiezen voor deze techniek is omdat het flexibel is", zegt Jan Willem de Heer.
mRNA-vaccins zorgen er met een stukje genetisch materiaal voor dat je lichaam een deel van het spike-eiwit van het coronavirus zelf aanmaakt en vervolgens antistoffen produceert tegen dat spike-eiwit. Een aanpassing in het vaccin vergt daarom slechts een verandering in de genetische code die aanzet tot het maken van het spike-eiwit, zegt Anke Huckriede: "Dat kan je in theorie in uren voor elkaar hebben."
Vervolgens moet het natuurlijk nog op grote schaal geproduceerd worden, maar voor die tijd komt er ook weer een bureaucratisch proces op gang. Volgens het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) zal er zeker om nieuwe data van farmaceuten gevraagd worden als er eventueel een vaccin aangepast moet worden. Welke data precies hangt af van de hoeveelheid wijzigingen in het spike-eiwit en "de mogelijke effecten hiervan op het vaccin", aldus het CBG.
Op dit moment gaat men ervan uit dat niet de complete procedure weer opnieuw gedaan moet worden, zegt het CBG op basis van kennis die er is over hoe vaccins werken. Dataverzameling over de werking van de aangepaste vaccins kan "hoogstwaarschijnlijk in klinische studies gedaan worden die vele male kleiner zijn dan de studies die nodig waren voor goedkeuring." Daarmee moet de procedure "weken duren, geen maanden."
Deze week is ook begonnen met vaccineren in verpleeghuizen: