'Mars voor nieuw Wit-Rusland' op komst, met eigen cultuur als politiek wapen
Dit weekend moet het gebeuren, als het aan de Wit-Russische oppositie ligt. Met een 'Mars voor het nieuwe Wit-Rusland' moet vandaag definitief worden afgerekend met het regime van president Loekasjenko. De zogeheten Coördinatieraad belooft een belangrijke politieke verklaring die "alles op z'n kop zal zetten".
Ondertussen voert Loekasjenko zijn tirades tegen de protestbeweging op. Ze zouden anti-Russisch zijn, en gedomineerd worden door pro-Europese krachten. Wie spreekt met Wit-Russen, krijgt het tegendeel te horen. Zij zijn niet bezig met 'het Westen' of 'Rusland': dit protest is anti-Loekasjenko, overgoten met een licht nationalistisch sausje.
Het is een strijd tegen de oude Sovjetboer Loekasjenko door een jonge generatie die de eigen identiteit als Europese natie wil benadrukken, zegt de Wit-Russische journalist en onderzoeker Franak Vjatsjorka. "Loekasjenko heeft het land gerussificeerd, waardoor het geen identiteit meer heeft." Die 'nationale leegte' werd volgens Vjatsjorka na de Russische bemoeienis met Oekraïne in 2014 plots duidelijk. "We beseften dat wij niet onderscheidend zijn van een willekeurige Russische provincie."
Vlaggenstrijd en oplevende taal
De culturele strijd zie je onder meer terug in de vlaggenkwestie. Hoewel de officiële Wit-Russische vlag bijna een kopie is van de rood-groene Sovjetvlag van de deelrepubliek Wit-Rusland (maar dan zonder hamer, sikkel en rode ster) wapperen demonstranten juist met een wit-rood-witte vlag. Deze is terug te voeren op de vroegere geschiedenis en het Wit-Russische Pahonia-symbool.
De nadruk op de eigen Wit-Russische cultuur was lange tijd iets van een kleine groep binnen de oude oppositie. Het is daarom opvallend dat juist jonge demonstranten in zo'n korte tijd het nationalisme als verdedigingsmiddel hebben geadopteerd.
"Mensen hadden behoefte aan iets dat verenigt. Je kunt niet protesteren zonder gemeenschappelijke deler", zegt Vjatsjorka. Zelf werkte hij mee aan een kunstproject dat oude symbolen verwerkt in hippe spullen, zoals hemden met traditioneel borduurwerk.
Ook is er een wederopleving van de volgens Unesco bedreigde Wit-Russische taal, die onder Loekasjenko werd geridiculiseerd en bijna uit de samenleving werd verdrongen.
"In 1994 volgde driekwart van de scholieren volledig Wit-Russisch onderwijs, tegenwoordig is dat minder dan 2,3 procent", zegt kunstenaar en activist Vola Koezmitsj. Met haar veelgelezen Wit-Russisch-talige blog en kunstprojecten is zij een van de aanjagers van het populariseren van de taal.
De taal, die meer op Oekraïens dan Russisch lijkt, is tegenwoordig hip. Met dank aan 'influencers' als Koezmitsj, zangers als Lavon Volkski en modemerken als Symbal. Zelfs internationale merken adverteren in het Wit-Russisch, om betrokkenheid met de consument te tonen.
Desondanks blijft Wit-Russisch spreken een politieke uiting, stelt Koezmitsj. "Je geeft blijk van je positie. Je wordt aangekeken als je op straat Wit-Russisch spreekt."
Loekasjenko's haat-liefde-verhouding
President Loekasjenko zag lange tijd weinig in de eigen Wit-Russische cultuur. In zijn wens voor een gezamenlijke unie met Rusland richtte hij zich juist op Sovjet-symbolen. Zo liet hij het Wit-Russische symbool Pahonia als wapen vervangen door een embleem met sterke verwijzingen naar de Sovjettijd.
Jaren later raakte de president gedesillusioneerd in de toenadering tot Rusland. "Poetin bleek geen grote rol voor hem in petto te hebben bij de unieplannen, dus hij hoefde niet meer bij Moskou te slijmen door de Wit-Russische symbolen af te houden", legt Wit-Ruslandkenner Franka Hummels uit. Loekasjenko besloot zich vanaf toen meer op het nationale karakter te richten. Hij haalde zelfs het nieuws door in het openbaar Wit-Russisch te spreken.
"Het verhaal van de toenmalige oppositie, dat hun cultuur werd onderdrukt, werd daarmee tijdelijk weggenomen", stelt Hummels. Loekasjenko's omarming van nationale symbolen was volgens haar halfslachtig en tijdelijk, en zorgde er juist voor dat de oppositie zich de afgelopen jaren heeft kunnen bewapenen met Wit-Russische vlaggen, kleding en Pahonia-schilden.
Straten kleuren rood en wit
De rest is geschiedenis. De straten van Minsk, Brest, Grodno en tientallen anderen steden kleuren al weken rood en wit, tot ergernis van de autoriteiten. Oproerpolitie voert preventief charges uit tegen voorbijgangers met mogelijke traditionele symbolen.
Student Andrej Isatsjenko werd naar eigen zeggen uit het niets gearresteerd omdat hij een wit polsbandje droeg:
Bij veel Wit-Russen leeft de frustratie dat hun protest te gemakzuchtig wordt vergeleken met andere opstanden. Het is absoluut geen protest tegen Poetin, verzekert Vjatsjorka. "Iedereen weet dat het een buurman is waar we de dialoog mee aan moeten gaan."
Er wordt gevreesd dat buitenlandse krachten het protest kapen. "Maar je moet niet in het narratief trappen dat we anti-Russisch zijn", zegt demonstrant Ilya Ksenevitsj. "Loekasjenko heeft dat bedacht om staatstelevisiekijkers te brainwashen."
Zo wordt op de staats-tv ten onrechte beweerd dat oppositiekandidaat Tichanovskaja lid wil worden van de EU en de NAVO en de Russisch-Orthodoxe kerk en Russische taal wil verbieden.
Ksenevitsj is, net als Koezmitsj en Isatjenko, vastberaden straks de straat op te gaan. "Loekasjenko mag niet vergeten dat we hem allemaal haten."