Kamercommissie: Nederlandse moskeeën worden beïnvloed vanuit onvrije landen
Moskeeën en moskeescholen worden beïnvloed door financiers uit onvrije landen die hun politiek-religieuze invloed in Nederland willen laten gelden. Het gaat dan om fundamentalistische boodschappen die de kernwaarden van onze samenleving afwijzen.
Dat is de belangrijkste conclusie van de parlementaire ondervragingscommissie naar ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen. De commissie ondervroeg in februari verschillende getuigen over een verband tussen buitenlandse geldschieters en streng religieuze stromingen in Nederland.
In het rapport staat dat vanuit landen als Koeweit, Qatar en Saudi-Arabië invloed wordt uitgeoefend door imams op te leiden, te betalen en uit te zenden naar Nederland. Ook worden de moslimgemeenschappen rechtstreeks via sociale media met streng religieuze boodschappen bestookt.
Via de Turkse organisatie Diyanet, waarbij alle Turkse imams in dienst zijn, wordt een politieke greep gehouden op moskeebezoekers en Turkse Nederlanders, concludeert de commissie.
In de Tweede Kamer wordt gesproken van "ondemocratisch gif" en een verbod op fundamentalistisch onderwijs aan kleine kinderen:
Geldstromen
De omvang van de geldstromen is moeilijk vast te stellen, zegt de commissie. Er worden constructies gebruikt die controle onmogelijk maken. De salafistische moskee alFitrah in Utrecht ontving voor zover is na te gaan 1,4 miljoen euro. De Essalam moskee in Rotterdam ontving 8 miljoen euro aan donaties en de As-Soennahmoskee in Den Haag 2,5 miljoen.
Ook welke boodschappen de omstreden predikers precies vertellen in Nederlandse moskeeën en wat er allemaal rondgaat op sociale media heeft de commissie niet kunnen achterhalen.
De commissie verwijst in het rapport regelmatig naar de onderzoeken van Nieuwsuur en NRC, die de aanleiding vormden voor het Kameronderzoek. Verder verwijst de commissie naar wat er in de openbare verhoren is verteld.
Moskeeonderwijs
Een van de opmerkelijkste verhoren was dat met imam Suhayb Salam van de alFitrah-moskee in Utrecht. Hij noemde het onderzoek van de Tweede Kamer een poppenkast. De commissie heeft na zijn verhoor aangifte gedaan van meineed maar wil daar u niets over zeggen. AlFitrah protesteerde eerder tevergeefs bij de rechter tegen onderzoek in de boekhouding.
De commissie concludeert dat de stichting alFitrah onder andere via intensief moskeeonderwijs kinderen en hun ouders afhoudt van de samenleving.
Ook de As-Soennahmoskee in Den Haag heeft volgens de commissie regelmatig omstreden predikers op bezoek die fundamentalistische boodschappen verkondigen. De commissie noemt de As-Soennah een van de invloedrijkste instellingen in de regio met wekelijks duizenden moskeebezoekers, koranleerlingen en ouders die opvoedingsadvies krijgen.
Voorzitter Rog van de commissie zegt dat het nu aan de Tweede Kamer is om stappen te zetten:
Geen aanbevelingen
De Kamercommissie doet geen aanbevelingen voor wat er nu moet gebeuren. Tijdens de verhoren deden burgemeesters, financieel deskundigen en onderzoekers verschillende suggesties waar de Tweede Kamer nu over moet debatteren, zegt de commissie.
Dit was een van de redenen waarom PVV-Kamerlid Mulder eind mei uit de commissie stapte. Hij vindt het een teken van zwakte dat de commissie zelf geen stelling neemt. Hij had bijvoorbeeld gewild dat er een verbod op Saudi-Arabisch godsdienstonderwijs aan kleine kinderen kwam.
Ook Denk had bedenkingen bij de commissie, omdat die volgens de partij eenzijdig was en alleen naar moskeeën keek. Maar de partij deed toch aan het hele onderzoek mee. Fractievoorzitter Azarkan wil wel ingrijpen bij beïnvloeding maar vindt het niet nodig om wetgeving te maken voor alle moskeeën.
Het gaat volgens hem maar om een kleine groep en ook wat die beïnvloeding precies is, is nog niet duidelijk zegt hij:
Het kabinet kondigde in februari, net na de verhoren door de commissie, aan een verbod op buitenlandse financiering uit onvrije landen te willen. Dat ligt juridisch ingewikkeld, dus wetgeving zal nog even op zich laten wachten. Na de zomervakantie vindt het Kamerdebat over het rapport plaats.