Nederlanders niet bezorgd over overstromingsgevaar

De meeste Nederlanders zijn niet bang dat ze op termijn in grote problemen komen door overstromingen. Uit een onderzoek onder bijna 1100 mensen blijkt dat ze ervan uitgaan dat de overheid op tijd maatregelen neemt. 80 procent van de ondervraagden heeft daar 'veel' of 'tamelijk veel' vertrouwen in.

Het onderzoek is gedaan door het Hoogwaterbeschermingsprogramma. De alliantie van Rijkswaterstaat en de waterschappen staat deze week stil bij het extreme hoogwater in Gelderland, Overijssel en Limburg, precies 25 jaar geleden.

Honderdduizenden mensen moesten toen hun huis uit vanwege dreigende dijkdoorbraken. Een terugblik:

Hoogwater 1995: honderdduizenden op de vlucht voor het water

Veel ondervraagden in het onderzoek maken zich wel zorgen over zaken als de stijging van de zeespiegel en de smeltende poolkappen, en 93 procent vindt dan ook dat het wel noodzakelijk is om extra maatregelen te nemen tegen hoogwater, zoals het versterken en aanleggen van dijken, gemalen en stormvloedkeringen.

Met in het achterhoofd het vertrouwen dat de overheid de juiste maatregelen zal nemen, vinden veel mensen het niet nodig om zelf bij het nemen van grote beslissingen uitgebreid na te denken over overstromingsgevaar. Zo zegt maar 3 procent van de ondervraagden te overwegen om te verhuizen vanwege de kans op hoogwater in de toekomst.

Grootste evacuatie

Het Hoogwaterbeschermingsprogramma laat zien dat overheidsinstanties er tegenwoordig goed van doordrongen zijn dat ze in de gaten moeten houden of de maatregelen tegen hoogwater nog voldoen. Dat is vooral te danken aan de hoogwaterproblemen van 25 jaar geleden.

Honderdduizenden mensen werden toen geëvacueerd vanwege de gevaarlijk hoge waterstand van de Rijn, Maas en Waal. Het was de grootste evacuatie in Nederland na de Tweede Wereldoorlog.

Het werd allemaal in gang gezet na een telefoontje van deze man:

De man die in Ochten alarm sloeg voor de dreigende dijkdoorbraak

De massale evacuaties vanwege het hoogwater in 1995 worden gezien als een ijkpunt in waterbeheer en veiligheid. "Na 1995 zijn we er professioneler mee beziggegaan", zegt Bas Jonkman, hoogleraar Integrale Waterbouwkunde aan de TU Delft, "Dijken krijgen nu elke vijf of zes jaar een soort apk. En we kregen het programma Ruimte voor de Rivier."

Dankzij het watermanagementproject Ruimte voor de Rivier hebben rivieren in Nederland op meer dan dertig plaatsen de afgelopen jaren meer ruimte gekregen. Dat dit werkt om problemen bij hoogwater te voorkomen, bleek bijvoorbeeld bij de hoge waterstanden begin 2018.

Hooggelegen plekken

Ondanks alle maatregelen tegen hoogwater denkt Frans Klijn, specialist rivierbeheer bij Deltares, dat er nog altijd risico's zijn: "Het kan nog altijd zo spannend worden als 25 jaar geleden. Door de klimaatverandering moeten de normen voortdurend worden aangepast."

Ook maakt hij zich zorgen over de gevolgen als er toch nog een keer een dijk doorbreekt: "We verkleinen de kans dat het fout gaat, maar vergroten wel onze kwetsbaarheid door nog altijd vooral in de laaggelegen Randstad te wonen en werken. Waarom niet meer bouwen op hooggelegen plekken in bijvoorbeeld Twente of Brabant?"

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl