'Racisme in voetbal gaat veel verder dan geschreeuw op tribune'
Joris Zwetsloot
redacteur Online
Joris Zwetsloot
redacteur Online
Racisme in het voetbal is niet alleen een probleem van de tribune, zoals voetballer Ahmad Mendes Moreira gisteren in extreme vorm meemaakte tegen FC Den Bosch. Uit onlangs verschenen onderzoek van het Mulier Instituut en de Erasmus Universiteit blijkt dat voetballers met een multiculturele achtergrond vanuit allerlei hoeken worden gediscrimineerd: door medespelers, trainers en clubmanagement.
In het geanonimiseerde onderzoek, Racisme, sociale kramp en innerlijke drijfkrachten in het betaald voetbal, zijn tien jonge profvoetballers met een migratieachtergrond uit hetzelfde team geïnterviewd. Acht van hen zijn in hun jonge carrière vormen van racisme tegengekomen, zegt Fiona Harmsen, een van de onderzoekers.
De KNVB heeft geen cijfers over het aantal racistische incidenten in het voetbal. En hoewel ook de resultaten van het onderzoek niet direct te generaliseren zijn, komt het volgens Harmsen op veel meer plekken voor. De voorbeelden die voorbijkomen, liegen er niet om.
Banaan in tas
Een van de voetballers kreeg van zijn zaakwaarnemer terug dat een club hem niet wilde contracteren, "omdat ik niet voldeed aan de publieke eisen", zei hij. "Ik was niet de ideale speler, want ik had geen blauwe ogen en blonde haren. Dat was wel even een schrikmoment."
Een ander vond in zijn jeugdtijd een banaan in zijn tas na het douchen. Dat was niet het eerste incident. Bij diezelfde club maakte een trainer in de spelersbus een grap over zijn huidskleur. "Jongens, wie is dit, ik zie hem niet", zei hij over een foto op zijn spelerskaart. Teamgenoten lachten met de trainer mee. Thuis barstte hij in tranen uit.
Excelsior-voetballer Mendes Moreira raakt een dag later opnieuw geëmotioneerd als hij de beelden van gisteren terugziet. "Ik krijg er een brok van in mijn keel", vertelt hij bij RTV Rijnmond. "Je voelt je machteloos. Het doet zoveel pijn, omdat het zo persoonlijk is."
Bekijk hier een gedeelte van het interview met RTV Rijnmond:
Sommige voetballers zetten racistische tegenslag om in doorzettingsvermogen en kracht, zegt Harmsen. Toch hebben de geïnterviewde spelers in haar onderzoek "de hoop op een rechtvaardige maatschappij opgegeven".
Voor wie racisme meemaakt is het ook heel lastig om het aan te kaarten, zegt ze. "Mensen voelen zich heel snel aangevallen of bagatelliseren het, doen het af als grapje. Discriminatie vaak wordt besproken in termen van 'schuldige', 'racist' of 'slachtoffer'. Door het zo te framen ontstaat een zekere sociale kramp. Daardoor wordt de waarheid van gediscrimineerde minderheden niet gezien, en dat is pijnlijk."
"Er staat een prijs op naar voren komen en zeggen dat je gediscrimineerd wordt", zegt ook Tikho Ong van antidiscriminatiebureau RADAR. "Dat zie je ook aan Mendes Moreira, hij wordt (door de trainer van Den Bosch, red.) een zielig mannetje genoemd."
Tegen een trainer kan je niet zeggen 'even normaal' te doen.
Een deel van het probleem is dat in het betaald voetbal de trainers en het management "grotendeels uit witte mannen bestaan", waar veel spelers een multiculturele achtergrond hebben. Harmsen: "Het is lastig als het merendeel van de coaches wit is, en jij bent afhankelijk van hen. Tegen een trainer kan je niet zeggen 'even normaal' te doen."
"Wat je vandaag ziet, vind ik heel tekenend", vult onderzoeker voetbal en racisme Jacco Sterkenburg in Nieuwsuur aan. "Coaches zijn gewend om dit (racistische incidenten, red.) kleiner te maken. En de clubs ook. Dan komt er een storm in de media en dan pas wordt een andere toon aangeslagen", zegt Sterkenburg, die ook meewerkte aan het Mulier-onderzoek.
Sterkenburg pleit voor een harder optreden van de KNVB. Harmsen hoopt dat clubs met een open blik willen kijken naar het klimaat op hun club. Ong van antidiscriminatiebureau RADAR ziet een rol weggelegd voor de "brede meerderheid", die het volgens hem niet eens is met het racisme.
"Het gaat om de grote groep mensen, die van de sport houden", zegt Ong. "Zij moet zeggen: "Dit willen we niet. Het kan niet zo zijn dat het slachtoffer de rommel moet opruimen."