Kritiek in Irak op tweet Hennis: ‘Ze geeft meer om olie dan om mensen’
Irakezen zijn boos op oud-minister Jeanine Hennis. Zij is nu VN-gezant in Irak en tweette twee dagen geleden over de economische gevolgen van de protesten in het land. Al meer dan een maand lang gaan Irakezen de straat op om hervormingen te eisen. Daarbij blokkeren ze wegen, olievelden en havens.
In haar bericht schrijft ze dat de "ontregeling van cruciale infrastructuur een grote zorg is" en dat het "schadelijk is voor de Irakese economie". Volgens correspondent Marcel van der Steen valt haar opmerking helemaal verkeerd bij demonstranten. In reacties op sociale media verwijten Irakezen het haar dat ze meer om olie zou geven dan om mensen, vertelt hij in het NOS Radio 1 Journaal. Zij maken haar uit voor 'leugenaar' en eisen haar vertrek.
Ze verbinden haar tweet ook aan het nieuws over de zeker 70 burgerslachtoffers die vielen bij een Nederlandse F16-aanval in Irak in 2015, vertelt Van der Steen. Het nieuws over die burgerslachtoffers kwam vorige maand na onthullingen van de NOS en NRC naar buiten.
Hennis was toen minister van Defensie, en ze verzweeg de burgerdoden. Tot twee keer toe vertelde ze de Kamer dat er geen burgerdoden te melden waren. Uiteindelijke erkende het kabinet afgelopen maandag de Nederlandse verantwoordelijkheid voor wat wordt gezien als een van de bloedigste aanvallen van de internationale coalitie.
Afgelopen dinsdag bleek ook dat Hennis kort na de luchtaanval op de hoogte is gesteld over het bombardement waarbij 70 doden zijn gevallen. De huidige minister van Defensie, Ank Bijleveld, bood haar "oprechte excuses" voor het onjuist informeren van de Kamer.
Het nieuws over Hennis leeft in Irak, zegt Van der Steen: "Irakezen verwijten het haar nu dat ze dat nieuws toen stil heeft gehouden."
Dat het allemaal om olie zou gaan, wordt voor veel Irakezen nu weer bevestigd door de tweet van Hennis
"De jongeren die nu in opstand komen vinden dat Hennis vooral de kant van de corrupte regering kiest", zegt de Nederlands-Iraakse arabist Laila al-Zwaini. "Ze hebben het idee dat ze daar alleen maar is voor de oliebelangen en niet voor de Irakezen die sterven."
Al-Zwaini verwijst ook naar de Amerikaanse invasie in 2003. "Toen leefde hetzelfde sentiment. Veel Irakezen hadden het idee dat het Amerika vooral om de olie ging", legt ze uit. "Dat het allemaal om olie zou gaan, wordt voor veel Irakezen nu weer bevestigd door de tweet van Hennis."
Hennis reageerde later in een tweet dat "de Verenigde Naties een partner is voor iedere Irakees die het land beter wil maken". Uit de reacties op Twitter valt op te maken dat veel Irakezen geen boodschap hebben aan excuses.
Correspondent Van der Steen vertelt in dat het leven steeds meer stil komt te liggen in het land. "Een grote haven in het zuiden is geblokkeerd en ook bedrijven hebben het moeilijk en blijven vaak dicht."
Dat heeft onder meer te maken met het afsluiten van het internet door de overheid. "Het grootste deel van de tijd is er geen internet, waardoor bijvoorbeeld banken, toerisme-organisaties en telefoonbedrijven hun werk niet kunnen doen."
De economie van het land zou volgens een bron bij de Centrale Bank in Irak sinds het uitbreken van de protesten zo'n 40 miljoen dollar per dag aan schade lijden, in totaal zou het in ruim een maand gaan om zo'n 1,5 miljard dollar, meldt persbureau Reuters.
Geweld houdt aan
Het gewelddadige optreden van de autoriteiten tegen de demonstranten gaat ondertussen door. "Er wordt nog altijd met scherp geschoten", vertelt Van der Steen. "Gisteren vielen er in Bagdad zes doden bij een poging een brug over te komen die leidt naar de groene zone, de plek waar de regeringsgebouwen zitten." Ook in de zuidoostelijke stad Basra was het gisteren raak, daar vielen vier doden.
Het totale dodenaantal is sinds de protesten op 1 oktober begonnen, gestegen tot boven de 260.
De secretaris-generaal van de Verenigde Naties heeft het geweld gisteren veroordeeld en roept de regering op ermee te stoppen. Maar Van der Steen ziet dat niet direct gebeuren. "De regering heeft hervormingen en nieuwe verkiezingen aangekondigd. Maar demonstranten hebben er geen vertrouwen in dat de beloften worden nagekomen. Ze gaan dus door met protesteren."