Rechtbank overweegt 'procesbewaker' omdat Gökmen T. advocaat weigert
De rechtbank in Utrecht overweegt een 'procesbewaker' aan te stellen in de rechtszaak tegen Gökmen T., de verdachte van de aanslag op de Utrechtse tram eerder dit jaar. De procesbewaker moet bekijken of het proces eerlijk verloopt, als T. de diensten van een advocaat blijft weigeren.
Bij de aanslag, op 18 maart, vielen vier doden en raakten twee mensen zwaargewond. Vandaag was de tweede voorbereidende zitting in het proces. De verdachte zelf was er niet bij. De vorige keer dwong de rechtbank hem aanwezig te zijn, zodat hij kon horen waarvan hij wordt beschuldigd en hem de gevolgen verteld konden worden van een proces zonder advocaat. Dit keer was het volgens de rechtbank niet nodig hem te verplichten erbij te zijn.
Tot eind september zit T. in het Pieter Baan Centrum waar zijn geestesgesteldheid wordt onderzocht. Als hij een stoornis blijkt te hebben, kan hem alsnog een advocaat worden toegewezen.
Een procesbewaker zou uniek zijn in de Nederlandse rechtspraak en is bedoeld om het Openbaar Ministerie van tegenspraak te voorzien als een verdachte geen advocaat heeft. Eerder is zo'n amicus curiae ingezet bij het Joegoslavië-tribunaal, in de zaak tegen de Servische oud-president Milosevic.
Twee advocaten van nabestaanden zijn voorstander van zo'n juridisch adviseur, omdat ze vrezen dat schadeclaims kunnen worden afgewezen als er geen enkel verweer is gevoerd. Een van de andere advocaten, Sébas Diekstra, denkt juist dat de rechtszaak prima zonder procesbewaker gevoerd kan worden.
,,De rechtbank zou zelf in staan moeten zijn om te voorzien bij het ontbreken van rechtsbijstand. Een benoeming van een procesbewaker zou gezien kunnen worden als een diskwalificatie van de rechtbank en twijfel kunnen laten doen ontstaan over bijvoorbeeld de deskundigheid, professionaliteit, onafhankelijkheid en/of onpartijdigheid van de leden van deze meervoudige kamer'', aldus Diekstra.
Afrondende fase
Het politieonderzoek is volgens het OM in de afrondende fase. Zo is de route in kaart gebracht die T. heeft afgelegd voor en nadat hij de aanslag pleegde. Ook wordt nog gekeken of hij een terroristisch oogmerk had. Dat is van belang om vast te stellen of hij het doel had om maatschappelijke ontwrichting te veroorzaken. Het OM houdt daar rekening mee.
Op 16 december staat een volgende voorbereidende zitting gepland. In de eerste week van maart wordt de zaak inhoudelijk behandeld.