Pensioenfondsen moeten mogelijk korten, maar waarom?
De pensioenen van 8 miljoen mensen dreigen volgend jaar gekort te worden, omdat de dekkingsgraad van de vier grootse pensioenfondsen onder de kritische grens komt. Bij de metaalfondsen PME en PMT is er al langere tijd sprake van dat er in 2020 gekort moet worden op de uitkering voor gepensioneerden en de pensioenopbouw voor werkenden.
En bij ABP en Zorg & Welzijn dreigt dat nu ook. De pensioenfondsen roepen op om het korten uit te stellen. Gisteren gaf de FNV ook aan dat nu korten "een drama" zou zijn. Maar als de financiële positie van de fondsen niet snel verbetert dan zijn kortingen niet te voorkomen, zeggen deskundigen. Het is nog niet duidelijk hoeveel de pensioenen gekort gaan worden.
Die kortingen zijn na het pensioenakkoord niet uit te leggen, vinden de fondsen. "De minister heeft gezegd dat er niet gekort gaat worden, dat lezen de mensen in de krant en dat nemen ze als een politieke toezegging. Dus iedereen is verrast", zegt Benne van Popta van pensioenfonds PMT.
Volgens Marike Knoef, hoogleraar economie, klopt dit niet: "De minister heeft nooit gezegd dat er niet gekort gaat worden. Alleen dat de kans op kortingen afneemt door de veranderingen in het pensioenakkoord."
Frustratie
Ook de vakbonden zeggen dat na het pensioenakkoord kortingen niet te verkopen zijn. "Het nieuwe pensioenstelsel wordt op dit moment nog uitgewerkt, het is niet logisch dat er gekort wordt als dat in het nieuwe stelsel misschien niet nodig is. Wij zeggen: geen kortingen zolang het huis nog verbouwd wordt", zegt CNV.
Hans van Meerten, hoogleraar pensioenrecht, reageert verbaasd op deze argumenten, omdat hierdoor het probleem wordt doorgeschoven: "We hebben nu eenmaal afgesproken dat we dit gaan doen. De inkt van het pensioenakkoord is nog niet droog en men wil de afspraken al weer veranderen. Ik vind dat zorgwekkend".
Mensen voelen een korting gelijk in hun portemonnee, en dat is ontzettend zuur.
De fondsen hebben volgens Van Meerten gewoon te veel beloofd. "Ze kunnen allerlei redenen verzinnen van vergrijzing tot de lage rentestand. Maar ze hebben toezeggingen gedaan die ze gewoon niet waar kunnen maken. Het korten kun je nu niet langer meer uitstellen."
Herman Kappelle, bijzonder hoogleraar fiscaal pensioenrecht, begrijpt de frustratie van de deelnemers aan de pensioenfondsen wel. "Zij voelen een korting gelijk in hun portemonnee, en dat is ontzettend zuur. Maar het is ook de consequentie van het systeem dat we hebben. Als je onder de 100 procent zit moet je nu eenmaal korten."
De pensioenfondsen moeten door de huidige lage rente grote buffers aanhouden. Het is dus niet genoeg dat het met de beleggingsrendementen van de fondsen gewoon goed gaat. De fondsen moeten namelijk ook over tientallen jaren pensioenen kunnen uitbetalen. Volgens Knoef zou je eigenlijk willen weten wat het rendement in de toekomst is. "Maar die glazen bol hebben we niet, dus we moeten nu een inschatting maken voor later".
Daarom zijn kortingen wel nodig, zegt Kapelle. Anders bevoordeel je pensioengerechtigden tegenover de werkenden. "Dat kun je lang volhouden, maar de jongeren van nu zullen dan later echt minder pensioen ontvangen."
Knoef benadrukt dat door kortingen ook werkenden minder pensioen opbouwen. "Over het algemeen geldt een korting voor alle deelnemers aan het fonds."
Geen andere opties
Volgens Knoef zijn er in het huidige systeem eigenlijk geen andere opties. "Er zijn gewoon regels waarop De Nederlandsche Bank toeziet. Je mag de pensioenen alleen korten als er geen andere optie meer is."
In het verleden werden ook weleens de premies verhoogd om uit de problemen te komen, maar dit is nu voor veel fondsen ook geen mogelijkheid meer. "Als het toen financieel even tegenzat konden we de premies van de jongeren een klein beetje verhogen zodat de ouderen niet gekort hoefde te worden.", zegt Knoef. Maar nu hebben we door de vergrijzing veel minder jonge mensen hadden en meer ouderen. "We kunnen daardoor tegenvallers minder goed opvangen".