Vorig jaar meer asielgezinnen verdwenen uit opvanglocaties
Om uitzetting naar hun land van herkomst te voorkomen, zijn vorig jaar 360 asielzoekers, onder wie 210 minderjarigen, verdwenen uit de opvanglocaties voor gezinnen. Dat is 20 procent meer dan in 2017, bevestigt het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) na berichtgeving in de Volkskrant. In 2015 en 2016, het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis, lagen de aantallen verdwenen asielzoekers juist hoger.
Na een afwijzing hebben asielzoekers 28 dagen om terug te keren naar hun land van herkomst. Als zij dit niet hebben gedaan kan de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTV) hen laten overplaatsen naar een gezinslocatie. Het is de bedoeling dat zij van daaruit alsnog vertrekken naar hun land van herkomst.
Maar in honderden gevallen gebeurt dit dus niet en dan is het vaak onbekend waar ze verblijven. "Ze leven in de schaduw en willen niet gezien worden door de overheid", zegt Jasper Kuipers van Vluchtelingenwerk Nederland in het NOS Radio 1 Journaal. "Soms willen ze doormigreren naar een ander land, het daar proberen. En soms vinden ze onderdak bij familieleden of landgenoten."
In de locaties waar uitgeprocedeerde gezinnen onderdak krijgen, werd het vorig jaar rustiger: 1300 mensen in 2018 vergeleken met 1770 in 2017. Vorige maand werd al bekend dat slechts een fractie van de minderjarige asielzoekers die werden afgewezen voor een kinderpardon, aantoonbaar was vertrokken uit Nederland.
Tussen 2013 en mei 2018 was dit slechts 6 procent van de 1400. Van deze minderjarige asielzoekers kregen 400 via een andere weg alsnog een verblijfsvergunning. Er zijn er nog 740 in Nederland zonder vergunning. Dit bleek uit cijfers die de NOS opvroeg bij het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Onjuiste beslissing van de ouders
Staatssecretaris Harbers zei in de Tweede Kamer dat hij het een onjuiste beslissing vindt als ouders met hun kinderen uit een opvanglocatie vertrekken. Hij benadrukte dat hun asielaanvraag is afgewezen: "Daar hoort een vertrekplicht bij; die verantwoordelijkheid ligt zeker bij de ouders en niet bij de overheid."
Hij voegde eraan toe dat de betrokkenen in de centra wel kunnen worden geholpen bij de manier waarop ze teruggaan naar het land van herkomst.
De staatssecretaris zei verder dat hij ouders niet kan verbieden om uit de opvanglocatie te gaan: "Het is geen gevangenis." Hoeveel van de ouders en kinderen in Nederland in de illegaliteit verdwijnen of in een ander Europees land nog eens asiel vragen, weet Harbers niet. Uit de cijfers blijkt volgens hem wel dat ze niet allemaal illegaal in Nederland verblijven.