EU start onderzoek naar belastingdeals van Nederland met Nike
De Europese Commissie is een onderzoek gestart naar de belastingdeals die Nederland heeft gesloten met sportkledingmerk Nike. Brussel wil nagaan of de speciale afspraken die de fiscus met Nike heeft gemaakt, de zogenoemde 'rulings', de multinational een oneerlijk voordeel hebben bezorgd ten opzichte van de concurrentie.
Als dat zo is, is dat in strijd met de Europese staatssteunregels, zegt EU-commissaris van Mededinging Margrethe Vestager.
Vijf 'rulings' onder de loep
Het onderzoek richt zich op vijf rulings die tussen 2006 en 2015 zijn afgegeven en waarvan er nog twee gelden.
In die Nederlandse rulings is volgens de commissie een fiscaal aftrekbare royaltybetaling overeengekomen met Nike European Operations Netherlands en Converse Netherlands, twee in Nederland gevestigde ondernemingen van de Nike-groep. Die doen de promotie en de ontwikkeling van de verkoop van Nike- en Converse-producten in Europa, het Midden-Oosten en Afrika en registeren alle verkoopinkomsten uit deze regio's.
Starbucks
Eerder onderzocht de EU de omstreden fiscale constructies van Starbucks in Nederland. In 2015 droeg de Europese Commissie Nederland op meer dan 25 miljoen euro terug te halen bij de Amerikaanse koffieketen, omdat Starbucks via de financiële constructies verboden staatssteun had gekregen.
Om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen, besloot staatssecretaris Snel begin vorig jaar dat belastingdeals met internationale bedrijven en organisaties straks niet meer door lokale inspecteurs worden gesloten, maar alleen nog maar door een speciaal team van de Belastingdienst.
EU-commissaris Vestager verwelkomt dergelijke hervormingen in Nederland, zegt ze. Die moeten er volgens haar voor zorgen dat ondernemingen binnen de EU onder gelijke voorwaarden met elkaar kunnen concurreren.
Snel werkt mee
Snel zegt in een reactie op het aangekondigde onderzoek dat Nederland uiteraard zal meewerken. De staatssecretaris erkent dat rulings geen ruimte mogen bieden voor bevoordeling van individuele bedrijven en dat ze niet tot verstoring van de interne markt mogen leiden.
Snel benadrukt dat de Europese Commissie nog geen afgerond oordeel heeft, maar alleen twijfel heeft uitgesproken. Hij voegt eraan toe dat bedrijven met een ruling "niets meer of minder dan vooraf duidelijkheid kunnen krijgen" over de manier waarop belasting wordt geheven en dat de hoogte van de belasting niet anders zou zijn dan wanneer de bedrijven geen ruling hadden gehad.