Meer gemeenten doen proef met vrijwillig vuurwerkvrije zone
Zeker dertien grote gemeenten experimenteren met Oud en Nieuw met vrijwillig vuurwerkvrije zones. Dat blijkt uit een inventarisatie van de Volkskrant.
De gemeenten leveren wel markeringsborden, maar handhaven het verbod zelf niet. Daarmee wordt het voorbeeld van Den Haag gevolgd. Daar werd vorig jaar al een proef gedaan waar inwoners zelf hun straat of pleintje vuurwerkvrij verklaren en daarop toezien.
Achttien locaties waren toen aangemeld door buurtbewoners. Op zeventien plekken was er daadwerkelijk minder vuurwerkoverlast, blijkt uit een inventarisatie van de gemeente Den Haag. Een initiatiefnemer concludeerde achteraf dat er te weinig draagvlak was in de buurt, de rest was overwegend positief over de proef.
Minstens honderd aanmeldingen
Onder meer de vier grote steden en gemeenten als Almere, Delft en Hilversum doen mee met het experiment. Inwoners kunnen zelf een vuurwerkvrije zone aanvragen bij hun gemeente. In Amsterdam zijn sinds afgelopen vrijdag 83 aanmeldingen geweest. In Den Haag zijn dat er inmiddels ruim twintig.
Ze hopen de overlast en risico's van vuurwerk verder terug te dringen zonder veel geld uit te geven. Volgens de Volkskrant loopt het nog nergens storm. "Veel bewoners schrikken terug voor het gedoe met de buren die wel graag vuurwerk willen afsteken", citeert de krant een woordvoerder van de gemeente Hilversum.
Geen landelijk verbod
Veel gemeenten zouden het liefst hebben dat er een landelijk verbod komt op consumentenvuurwerk, maar zo'n verbod wil het kabinet niet instellen. Daarom komen steeds meer gemeenten met eigen maatregelen om het afsteken van vuurwerk in te perken.
Behalve vrijwillig vuurwerkvrije zones heeft een aantal gemeenten de komende jaarwisseling ook vuurwerkvrije zones waar wél wordt gehandhaafd. Met ingang van 2019/2020 draaien Amsterdam en Rotterdam het beleid om: dan is vuurwerk alleen nog toegestaan in speciaal aangewezen zones.